Er was eens een nieuwsgierig meisje genaamd Yara. Ze woonde in een klein, schilderachtig dorpje aan de rand van een uitgestrekt bos. Yara had altijd al een grote fascinatie voor verhalen over avontuur, magie en vooral tijdreizen. Haar kamer was gevuld met boeken over verre landen, oude legendes en geheimzinnige uitvindingen. Maar het meest bijzondere aan Yara was haar onstuitbare verlangen om de wereld te verkennen, niet alleen in ruimte, maar ook in tijd.
Op een zonnige ochtend, terwijl de vogels vrolijk floten en de zon zijn gouden stralen door de bomen liet glippen, besloot Yara dat het tijd was om het bos achter haar huis te verkennen. Ze trok haar favoriete paar laarzen aan, pakte haar rugzak vol met lekkernijen (een appel en wat koekjes) en vertrok vol enthousiasme.
Het bos was magisch. De bomen leken te fluisteren en de bloemen dansten op de zachte bries. Terwijl ze dieper het bos in liep, ontdekte ze een smal pad dat ze nog nooit eerder had gezien. Het pad kronkelde als een slang tussen de bomen door en leek te glinsteren in het zonlicht. "Wat zou er verderop zijn?" vroeg Yara zich af. Haar nieuwsgierigheid nam het overhandig en ze volgde het pad.
Na een tijdje lopen kwam ze bij een open plek waar iets heel vreemds gebeurde. In het midden van die open plek stond een grote, glanzende klok die niet op de grond leek te staan, maar zweefde! De klok draaide langzaam rond terwijl er kleurrijke vonkjes omheen dansten als vuurvliegjes in de nacht.
"Wow!" riep Yara uit terwijl ze dichterbij kwam. "Wat is dit voor iets bijzonders?"
Net op dat moment hoorde ze een zacht geklik van achter de klok. Tot haar verbazing verscheen er een man met lange haren en een lange jas die vol zat met vreemde knoppen en schakelaars. Hij had ogen die leken te twinkelen als sterren aan de nachtelijke hemel.
"Hallo daar!" zei hij met een brede glimlach. "Ik ben Timo, de tijdreiziger!"
Yara's ogen werden groot van verbazing. "Een tijdreiziger? Bestaat dat echt?"
"Zeker weten!" antwoordde Timo terwijl hij zijn handen wijd openspreidde alsof hij de hele wereld wilde omarmen. "Ik reis door verschillende tijden en plaatsen om verhalen te verzamelen."
"Verhalen? Wat voor verhalen?" vroeg Yara enthousiast.
Timo knikte geheimzinnig en zei: "De mooiste! Verhalen over dappere helden, verloren schatten, betoverde prinsessen... En soms zelfs over kinderen zoals jij die hun dromen achterna jagen."
Yara kon haar enthousiasme niet bedwingen. "Mag ik met je mee? Ik wil ook avonturen beleven!"
Timo lachte hartelijk. "Natuurlijk! Maar je moet wel goed opletten; tijdreizen is geen spelletje! We moeten voorzichtig zijn zodat we niet per ongeluk in de verkeerde tijd terechtkomen."
Met dat gezegd drukte Timo op één van de knoppen op zijn klok en er ontstond een fel licht dat hen omhulde als een warme omhelzing. Voordat Yara het wist, voelde ze zich licht als een veertje en werd alles om haar heen wazig.
Toen het licht eindelijk verdween, stonden ze op een drukke markt vol kleurrijke kraampjes en mensen in vreemde kleren. Het rook naar specerijennoten en vers gebakken brood.
“Waar zijn we?” vroeg Yara verwonderd.
“We zijn in het oude Egypte!” zei Timo met trots.
Yara kon haar ogen niet geloven! Voor hen stond piramide van steen zo groot als bergen! Ze zag mensen druk bezig met hun dagelijkse leven: handelaren die schreeuwden over hun waren, kinderen die speelden bij de Nijl en vrouwen die prachtige jurken maakten van kleurrijke stoffen.
“Kunnen we naar binnen?” vroeg Yara terwijl ze naar de piramide wees.
“Dat kan,” zei Timo terwijl hij knipoogde. “Maar laten we eerst wat meer leren over deze geweldige cultuur.”
Ze liepen rond op de markt waar Timo uitleg gaf over alles wat ze zagen: hiërogliefen op muren, godenbeelden gemaakt van goud en zelfs mummificatieprocessen! Yara luisterde aandachtig; elk verhaal maakte haar nog nieuwsgieriger naar deze mysterieuze wereld.
Na enkele uren besloten ze toch maar eens naar binnen te gaan bij één van de kleinere piramides vlakbij hen. Toen ze binnenkwamen was het donker en vochtig; kaarsen flonkerden aan weerszijden van hen terwijl schaduwen dansten op de muren.
“Dit is spannend!” fluisterde Yara terwijl ze voorzichtig verder liep.
Maar plotseling hoorden ze geritsel achter zich! Een groep mensen kwam snel naar binnen – geen gewone mensen maar bewakers gekleed in zware tunieken!
“Wat doen jullie hier?” riep één van hen boos uit terwijl hij zijn zwaard omhoog hield.
Yara's hart bonsde in haar borstkas; dit was veel spannender dan zij had verwacht!
“Wij... wij zijn gewoon toeristen!” stamelde Timo snel terwijl hij probeerde kalm te blijven.
De bewakers keken elkaar even aan voordat één van hen grijnsde: “Toeristen? Hier? In deze oude piramide?”
Yara kon niet anders dan lachen; hun gezichten waren zo serieus maar hun vraag klonk zo absurd!
Gelukkig lieten de bewakers hen gaan na enige uitleg – hoewel Timo beloofde nooit meer ongeoorloofd rond te dwalen zonder toestemming!
Nadat ze veilig buiten waren gekomen ademde Yara diep in; dit avontuur had al zoveel spanning gebracht!
“Wat nu?” vroeg zij enthousiast aan Timo.
“We kunnen nog veel meer zien!” zei hij vrolijk terwijl hij weer op zijn klok drukte.
Dit keer werden ze vervoerd naar middeleeuws Europa waar ridders vochten voor eer en kastelen hoog bovenop heuvels prijkten zoals torens die probeerden te reiken naar wolken!
Ze ontmoetten dappere ridders die hun verhalen vertelden over drakenbestrijdingen – hoewel sommige verhalen misschien iets overdreven waren (zoals toen één ridder beweerde dat hij tegen drie draken tegelijk had gevochten!).
Na vele avonturen door verschillende tijden heen begon Yara zich echter steeds meer zorgen te maken over hoe lang zij weg waren geweest uit haar eigen tijd.
“Timo,” begon zij voorzichtig “denk je dat mijn ouders zich zorgen maken?”
Timo keek even bedrukt voordat hij antwoord gaf: “Ja… ik denk dat we terug moeten gaan.”
Met één druk op zijn klok kwamen zij weer terug bij dezelfde open plek in het bos waar alles begon.
“Ik zal deze avonturen nooit vergeten,” zei Yara ontroerd terwijl zij afscheid nam van Timo.
“En ik ook niet,” antwoordde hij met twinkelende ogen “maar vergeet niet: elke dag kan weer nieuw avontuur brengen!”
Met die woorden verdween Timo weer tussen sprankelende vonkjes alsof hij nooit echt daar was geweest.
Yara keerde terug naar huis vol nieuwe verhalen om te vertellen – maar vooral vol dromen over toekomstige avonturen!
En zo groeide er iets moois binnenin haar hart: hoop voor nieuwe ontdekkingen… want wie weet welke wonderlijke dingen morgen zouden komen?
En vanaf die dag keek zij altijd omhoog wanneer zij ’s avonds naar sterren keek – misschien zou zij ooit weer opnieuw ontmoeten… wie weet?