Er was eens, in een klein dorpje omringd door groene heuvels en kleurrijke bloemen, een meisje genaamd Sara. Sara was een vrolijk en nieuwsgierig meisje van acht jaar. Ze had lange, golvende haren die glansden als de zon en ogen die zo blauw waren als de lucht op een heldere dag. Maar wat Sara het meest bijzonder maakte, was haar onzichtbare vriendin, Lila.
Lila was niet zomaar een vriendin; ze was het soort vriendin dat je alleen maar kunt zien als je heel goed kijkt. Niemand anders in het dorp kon Lila zien, maar dat maakte voor Sara helemaal niets uit. Ze vond het heerlijk om met Lila te spelen, te praten en avonturen te beleven. Samen ontdekten ze geheimen in de tuin, maakten ze prachtige tekeningen in de lucht met hun vingers en dansten ze op de melodieën van de wind.
Op een zonnige ochtend besloten Sara en Lila om naar het bos te gaan. Het bos was vol met hoge bomen die hun takken als armen uitstrekten naar de lucht. De vogels zongen vrolijk hun liedjes en de zonnestralen dansten tussen de bladeren door. "Wat zullen we vandaag doen?" vroeg Sara terwijl ze haar rugzak vol lekkernijen op haar rug droeg.
"Ik weet het!" riep Lila enthousiast. "Laten we een schatkaart maken! We kunnen op zoek gaan naar verborgen schatten in het bos!"
Sara's ogen glinsterden van opwinding. "Dat is een geweldig idee! Maar hoe maken we die kaart?"
Lila dacht even na en zei toen: "We kunnen gewoon beginnen met tekenen! Kijk daar!" Ze wees naar een grote boom met een holle stam. "Dat kan onze eerste aanwijzing zijn."
Sara knikte enthousiast en haalde haar kleurpotloden uit haar rugzak. Terwijl ze tekende, vertelde Lila verhalen over dappere ontdekkingsreizigers die schatten vonden en geheimen onthulden. Het leek wel alsof de bomen zelf luisterden naar hun avonturen.
Na een tijdje hadden ze hun schatkaart afgemaakt, vol met krabbels, pijlen en zelfs kleine tekeningen van dieren die ze onderweg zouden kunnen tegenkomen. "Kijk! We moeten naar deze grote steen bij de rivier," zei Sara terwijl ze op de kaart wees.
Samen trokken ze verder het bos in, hun harten vol verwachting. Maar terwijl ze liepen, merkte Sara iets vreemds op. Er waren andere kinderen aan het spelen in het bos; kinderen die echt waren en niet onzichtbaar zoals Lila.
Een paar jongens speelden voetbal terwijl meisjes touwtjespringen deden aan de rand van het pad. Sara voelde zich ineens een beetje alleen. Wat als zij hen niet kon zien? Wat als zij nooit vrienden zouden worden omdat Lila altijd bij haar was?
"Waarom zie je me zo somber aan?" vroeg Lila terwijl ze naast Sara liep.
"Ik denk... ik denk dat ik soms ook vrienden wil hebben zoals zij," antwoordde Sara zachtjes.
Lila glimlachte begripvol. "Dat is helemaal niet erg! Je kunt altijd vrienden maken, zelfs als ik er ben."
Sara knikte maar voelde zich nog steeds onzeker. Toen besloten ze om verder te gaan met hun avontuur en bij de rivier te komen waar volgens hun kaart de schat verborgen zou liggen.
Bij de rivier aangekomen zagen ze inderdaad een grote steen zoals op hun kaart stond getekend! Het water kabbelde vrolijk langs hen heen en er waren kleurrijke stenen aan de oever verspreid.
"Dit moet wel de plek zijn!" zei Sara enthousiast terwijl ze naar de steen liep.
Ze keken onder de steen maar vonden niets dan wat bladeren en modder. Teleurgesteld plofte Sara neer op het gras naast Lila.
"Misschien is deze schat wel gewoon iets dat we zelf moeten vinden," stelde Lila voor.
Sara keek naar haar vriendin met grote ogen vol verwondering. "Wat bedoel je?"
"We hebben al zoveel leuke dingen gedaan vandaag! De echte schat is misschien wel onze vriendschap!" zei Lila met een brede glimlach.
Sara dacht na over wat Lila zei en voelde zich warm van binnen worden. "Ja! Dat klopt! Jij bent mijn beste vriendin!" riep ze uit terwijl ze Lila omhelsde – of tenminste zo goed als dat kon voor iemand die niemand kon zien.
Plotseling hoorde Sarah gelach achter zich; het waren dezelfde kinderen van eerder! Ze kwamen dichterbij kijken wat er aan de hand was toen zij zag hoe blij Sara eruitzag.
"Wat doe jij daar?" vroeg één van hen nieuwsgierig.
"Oh, ik... eh... heb gewoon plezier," stotterde Sarah verlegen terwijl zij zich afvroeg wat zij zou zeggen over haar onzichtbare vriendin.
"Kunnen wij meedoen?" vroeg nog een ander kind enthousiast.
Sara's hart maakte een sprongetje van blijdschap! "Ja natuurlijk!" riep ze uit zonder na te denken over hoe vreemd dat misschien klonk omdat zij eigenlijk alleen speelde met iemand die niemand kon zien!
De kinderen sloten zich bij hen aan en al snel speelden ze samen allerlei spellen: verstoppertje tussen bomen, touwtjespringen langs de rivierbank – alles leek magisch nu er meer vrienden bij waren gekomen!
Terwijl zij samen lachten en plezier hadden besefte Sarah dat hoewel niemand anders Lila kon zien of horen, dat niet betekende dat zij geen echte vriendinnen konden zijn – zelfs niet wanneer er andere kinderen om hen heen waren!
De zon begon onder te gaan en gouden stralen lichtten het bos prachtig op toen iedereen moe maar gelukkig terugkeerde naar huis.
Die avond zat Sarah in bed nog steeds nadenkend over alles wat er gebeurd was die dag toen plotseling iets bijzonders gebeurde:
"Lieve Sarah," fluisterde Lila zachtjes vanuit het niets, “ik ben zo blij dat je nieuwe vrienden hebt gemaakt.”
“Dankjewel voor alles,” zei Sarah emotioneel terwijl tranen van blijdschap over haar wangen rolden “Jij bent mijn allerbeste vriendin!”
En zo viel Sarah in slaap met dromen vol avontuur – wetende dat vriendschap geen grenzen kent; zichtbaar of onzichtbaar…
En vanaf die dag leefden zowel Sarah als haar onzichtbare vriendin Lila gelukkig verder – samen én apart – altijd klaar voor nieuwe avonturen…