Er was eens, in een klein en kleurrijk dorpje dat verscholen lag tussen groene heuvels en kabbelende beekjes, een jongen genaamd Sam. Sam was een dromerige jongen met een grote verbeeldingskracht. Hij hield ervan om naar de lucht te staren en de wolken te bekijken. Voor hem waren ze niet zomaar luchtige plukjes katoen; ze waren vrienden, avonturiers en soms zelfs geheimagenten die spannende missies uitvoerden.
Op een zonnige dag zat Sam op het grasveld achter zijn huis, zijn handen achter zijn hoofd gevouwen terwijl hij naar de lucht keek. De wolken vormden allemaal verschillende figuren: een olifant die met zijn slurf zwaaide, een draak die vuur spuwde (of was het gewoon een beetje mist?), en zelfs een grote piraat met een ooglapje! Terwijl hij daar lag, hoorde hij plotseling iets dat zijn aandacht trok.
"Hallo daar beneden!" klonk er een vrolijke stem vanuit de lucht. Sam schrok en keek om zich heen. Had hij nu echt iets gehoord? Hij kon niemand zien, behalve de wolken die rustig voorbij dreven.
"Ja, jij daar! De dromerige jongen!" riep de stem opnieuw. Sam kon zijn oren niet geloven. Was het mogelijk dat de wolken konden praten?
"Wie ben jij?" vroeg Sam nieuwsgierig terwijl hij rechtop ging zitten.
"We zijn de Vrienden van de Wolken," antwoordde de grootste wolk, die eruitzag als een fluffy schapenwolk. "En we hebben jouw hulp nodig!"
Sam's ogen werden groot van verbazing. "Mijn hulp? Wat kan ik doen?"
De schapenwolk zweefde dichterbij en vertelde: "Er is iets vreemds aan de hand in ons Wolkenrijk. De kleuren van onze wolken vervagen en we kunnen niet meer lachen zoals we vroeger deden."
Sam voelde meteen dat dit belangrijk was. "Wat kan ik doen om te helpen?" vroeg hij vastberaden.
"Kom met ons mee naar het Wolkenrijk!" zei de schapenwolk enthousiast. "We zullen je alles uitleggen."
Zonder aarzelen sprong Sam op zijn voeten en volgde de wolk omhoog in de lucht. Voor hij het wist, zweefde hij door een poort van glinsterende sterren en belandde in het Wolkenrijk.
Het was adembenemend! Overal om hem heen waren wolken in allerlei kleuren: roze, blauw, geel en zelfs paars! Maar tot zijn grote spijt merkte Sam op dat veel van deze kleuren dof waren geworden; ze leken hun glans verloren te hebben.
"Wat is er gebeurd?" vroeg Sam bezorgd.
De schapenwolk zuchtte diep. "Een boze storm heeft onze kleuren gestolen! Hij is heel jaloers op onze vrolijkheid en wil ons verdrietig maken."
Sam dacht na over wat hij had gehoord. Een boze storm? Dat klonk als iets uit één van zijn avontuurlijke verhalen! "Waar kunnen we hem vinden?" vroeg hij vastberaden.
"Dat weten we niet precies," zei de schapenwolk somber. "Maar we hebben wel gehoord dat hij zich verstopt in de Donkere Wolkvallei."
Met nieuwe moed besloten Sam en zijn nieuwe vrienden op zoek te gaan naar de storm. Ze vlogen samen door het Wolkenrijk, langs regenbogen die schitterden als diamanten en zonnestralen die dansten tussen hen door.
Na enige tijd bereikten ze de Donkere Wolkvallei. Het was er somber en grijs; geen enkele kleur was te bekennen. Plotseling hoorden ze gerommel boven hun hoofden – het geluid van donder!
"Dat moet hem wel zijn!" fluisterde Sam terwijl ze zich verstopten achter een grote donkere wolk.
Ze zagen een enorme stormwolk met woeste bliksemflitsen rond zich heen zwiepen. Zijn naam was Grijze Grommel, en hij leek erg boos te zijn.
"Waarom lachen jullie altijd zo hard?" gromde Grijze Grommel terwijl hij rondkeek met felle ogen vol woede. "Ik wil ook vrolijkheid! Maar niemand wil met mij spelen omdat ik zo grijs ben!"
Sam voelde medelijden voor Grijze Grommel. “Misschien kun je gewoon proberen vriendelijker te zijn,” stelde hij voor terwijl hij voorzichtig uit zijn schuilplaats stapte.
Grijze Grommel keek verrast naar hem toe. “Vriendelijker?” herhaalde hij twijfelend.
“Ja!” zei Sam enthousiast. “Als je vriendelijk bent tegen anderen, zullen zij ook vriendelijk tegen jou zijn! Misschien kun je samen met ons spelen?”
De andere wolken keken elkaar aan; dit was nog nooit eerder gebeurd! Grijze Grommel leek even stil te staan bij Sams woorden voordat er langzaam maar zeker een kleine glimlach op zijn gezicht verscheen.
“Ik… ik heb nooit zo gedacht,” gaf Grijze Grommel toe terwijl er enkele druppels regen uit hem vielen – maar deze keer voelde het niet dreigend aan; het voelde als zachte tranen van opluchting.
“Kom mee!” zei Sam snel voordat Grijze Grommel weer terug zou vallen in boosheid. “Laten we samen spelen!”
En zo gebeurde het dat Sam hen leidde naar het kleurrijke deel van het Wolkenrijk waar alle andere wolken al aan het wachten waren om kennis te maken met hun nieuwe vriend.
Grijze Grommel ontdekte al snel hoe leuk het was om samen spelletjes te spelen; ze maakten regenboogballonnen die omhoog stegen in plaats van weer neer te vallen, ze organiseerden races door fluffy luchtballonnen – zelfs Grijze Grommel deed mee!
Langzaam maar zeker begon Grijze Grommel’s kleur ook te veranderen; stukje bij beetje werd hij minder grijs en meer blauwachtig met witte accenten – net als alle andere vrolijke wolken!
Uiteindelijk werd Grijze Grommel één van hen: vrolijk, kleurrijk én vriendelijk!
Toen alles weer goed kwam in het Wolkenrijk besloot Sam dat het tijd was om terug naar huis te gaan. Maar voordat hij vertrok gaven alle wolken hem een dikke knuffel – zelfs Grijze Grommel!
“Dank je wel voor je vriendelijkheid,” zei Grijze Grommel emotioneel terwijl er nog steeds wat druppels uit hem vielen – dit keer geen tranen van verdriet maar tranen van blijdschap!
Sam glimlachte breed terwijl hij terugvloog naar huis door dezelfde poort waarlangs hij gekomen was.
Vanaf die dag keek Sam elke keer als er regen viel naar boven met blijdschap in plaats van verdriet; want nu wist hij dat zelfs grijze dagen gevuld konden worden met kleur als je maar vriendelijk bent tegen elkaar.
En zo leefden zij nog lang gelukkig – zowel op aarde als boven in hun eigen kleurrijke Wolkenrijk vol vriendschap!