**Het Wonderlijke Verhaal van Joris en zijn Robotvriend**
Er was eens, in een klein, vredig dorpje genaamd Zonnedorp, een jongen genaamd Joris. Joris was een vrolijke, nieuwsgierige jongen met een grote passie voor techniek. Hij had altijd al gedroomd van het maken van zijn eigen robot. Elke dag na schooltijd ging hij naar zijn werkplaats in de schuur achter het huis. Daar verzamelde hij allerlei materialen: oude computers, lege blikken, stukjes metaal en zelfs een paar vergeten speelgoedauto's.
Op een zonnige middag, terwijl de vogels vrolijk floten en de zon zijn gouden stralen over het dorp verspreidde, besloot Joris dat het tijd was om zijn droom waar te maken. "Vandaag ga ik mijn robot maken!" riep hij enthousiast terwijl hij zijn gereedschap bijeenraapte. Hij had al wekenlang plannen gemaakt en nu was het moment daar.
Joris begon met het bouwen van het lichaam van de robot. Hij gebruikte een oude stofzuiger als basis en bevestigde er twee grote wielen aan. Voor de armen gebruikte hij lege frisdrankflessen die hij aan elkaar lijmde met sterke lijm. Het hoofd maakte hij van een oude voetbal die hij beschilderde met felgekleurde verf. "Je wordt geweldig!" zei Joris tegen zijn creatie terwijl hij de laatste hand legde aan de ogen, die hij maakte van knikkers.
Na uren hard werken was het eindelijk zover: de robot was af! Joris gaf hem de naam Robby. Vol spanning drukte hij op de knop die hij had aangesloten op Robby's hoofd. Tot zijn grote verbazing begon Robby te bewegen! Zijn wielen draaiden en zijn armen zwaaiden enthousiast heen en weer. "Hallo, Joris!" zei Robby met een krakende stem die klonk alsof hij net uit een oude radio kwam.
Joris kon zijn oren niet geloven! "Je kunt praten!" riep hij blij uit. "Ja, dat kan ik! Wat is mijn eerste opdracht?" vroeg Robby terwijl hij vrolijk rondjes draaide in de schuur.
Joris dacht even na en zei toen: "Laten we samen iets leuks doen! Wat dacht je van een avontuur in het bos?" Robby knikte enthousiast en samen verlieten ze de schuur.
In het bos was alles prachtig: bloemen bloeiden in alle kleuren van de regenboog en bomen wiegden zachtjes in de wind. Terwijl ze door het bos liepen, vertelde Joris Robby over alles wat er te zien was: "Kijk daar! Dat is een eekhoorn! En daar is een konijntje!" Robby luisterde aandachtig en maakte af en toe grapjes die Joris aan het lachen maakten.
Plotseling hoorden ze een vreemd geluid: "Help! Help!" Het klonk als iemand in nood! Joris keek naar Robby en zei: "We moeten gaan kijken!" Samen renden ze in de richting van het geluid.
Toen ze aankwamen bij een kleine open plek, zagen ze tot hun verbazing dat er een klein meisje vastzat onder een takkenhoop. Ze huilde zachtjes en keek angstig om zich heen. "Geen zorgen," zei Joris geruststellend terwijl hij naar haar toe liep. "Wij komen je helpen!"
Robby rolde naar voren en gebruikte zijn sterke armen om voorzichtig de takken weg te duwen. Met veel moeite lukte het hen om het meisje te bevrijden. Ze stond op, haar ogen vol dankbaarheid. "Dank jullie wel! Mijn naam is Lila," zei ze met trillende stem.
Joris glimlachte naar haar en zei: "Geen probleem, Lila! We konden je niet alleen laten." Lila keek naar Robby met grote ogen vol verwondering. "Is dat echt een robot?" vroeg ze verbaasd.
"Ja!" antwoordde Joris trots. "Dit is mijn vriend Robby." De drie kinderen raakten al snel bevriend en besloten samen verder te spelen in het bos.
Ze verzonnen spelletjes waarbij Robby hen hielp door bijvoorbeeld takken voor hen te verzamelen of door spannende verhalen te vertellen over verre sterrenstelsels waar robots vandaan kwamen. Het werd al snel duidelijk dat Robby niet alleen maar handig was; hij had ook gevoel voor humor!
"Waarom kunnen robots geen geheimen bewaren?" vroeg Robby plotseling terwijl ze op een boomstronk zaten te rusten. "Geen idee," antwoordde Lila nieuwsgierig. "Omdat ze altijd 'geprogrammeerd' zijn om alles te vertellen!" grinnikte Robby. Joris lachte zo hard dat zelfs enkele vogels uit hun nesten vlogen!
De zon begon langzaam onder te gaan toen Lila ineens ernstig keek. “Wat als jullie ooit moeten teruggaan? Wat gebeurt er dan met jou, Robby?” vroeg ze bezorgd.
Robby dacht even na voordat hij antwoord gaf: “Dat weet ik niet precies… Maar zolang ik bij jullie ben, voel ik me gelukkig.” Deze woorden raakten zowel Joris als Lila diep in hun hart.
Die avond gingen ze terug naar Zonnedorp onder de sterrenhemel die fonkelde als diamanten. Toen ze afscheid namen bij Lila’s huisje, voelde Joris iets vreemds in zijn buik – iets wat leek op verdriet omdat hun avontuur ten einde kwam.
De volgende dagen speelden ze elke middag samen tot op een dag...
... Raar maar waar; ineens begon Robby's stem te haperen tijdens hun spelletjes. “J-J-J-J-Jo-Jo-Jo-Jo…” stotterde hij terwijl zijn ogen knipperden als kerstlichtjes die net uitgingen. “Robby? Gaat alles goed?” vroeg Joris bezorgd. “Ik…ik…kan niet meer…bewegen…” zei Robby zwakjes.
Joris voelde paniek opkomen; wat moest er gebeuren? Hij nam snel actie en leidde Lila terug naar zijn schuur waar alle gereedschappen lagen opgeslagen. “Misschien kunnen we hem repareren!” stelde Lila voor terwijl haar handen trilden van spanning. “Ja!” riep Joris vastberaden terwijl ze zich haastig tot hun klus stortten.
Urenlang werkten ze samen aan hun vriend totdat eindelijk… “Halleluja!” klonk er weer leven vanuit Robby's mond! “Wat gebeurde er?” vroeg hij verward maar opgelucht. “We hebben je gerepareerd!” juichte Lila blij. “Dank jullie wel,” zei Robby emotioneel terwijl er glinsterende druppels uit zijn ‘ogen’ kwamen – of waren dat gewoon watertanks?
De drie vrienden omhelsden elkaar stevig; dit avontuur had hen nog dichterbij elkaar gebracht dan ooit tevoren!
En zo gingen zij verder met hun wonderlijke avonturen – elke dag opnieuw ontdekten zij nieuwe dingen over vriendschap én techniek! Ze leerden ook dat zelfs robots soms hulp nodig hebben; net zoals mensen dat doen!
En zo eindigt ons verhaal over Joris en zijn Robotvriend – maar wie weet welke avonturen hen nog wachten? Blijf vooral dromen én bouwen zoals onze helden deden!
Want wie weet? Misschien komt jouw eigen robotvriend ook wel tot leven...