Kinderverhaaltje: De reis naar het verre eiland



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**De reis naar het verre eiland**

Er was eens, in een klein dorpje aan de rand van een glinsterend meer, een nieuwsgierig meisje genaamd Lila. Lila had grote, sprankelende ogen die altijd op zoek waren naar avontuur. Ze woonde samen met haar moeder, die de beste verhalen vertelde over verre landen en bijzondere wezens. Elke avond zat Lila op het randje van haar bed, terwijl haar moeder haar vertelde over de wonderlijke dingen die ze had gezien toen ze jonger was.

Op een dag, terwijl Lila aan het spelen was bij het meer, zag ze iets glinsteren tussen de rietplanten. Ze knielde neer en ontdekte een oude, versleten kaart. De kaart was vol met vreemde tekens en aanwijzingen, maar één ding viel meteen op: er stond een grote rode X op een plek die 'Het Verre Eiland' heette.

Lila's hart begon sneller te kloppen. "Wat als dit eiland vol met avonturen zit?" dacht ze bij zichzelf. Ze besloot dat ze deze reis moest maken. Maar hoe? Ze kon niet zwemmen zoals de vissen in het meer en vliegen zoals de vogels in de lucht.

Die avond vroeg Lila aan haar moeder: "Mama, weet je iets over Het Verre Eiland?" Haar moeder keek even verrast, maar glimlachte toen. "Oh ja, dat eiland is magisch! Er wonen prachtige wezens en er zijn geheimen verborgen in de bomen."

"Ik wil erheen!" riep Lila enthousiast.

Haar moeder lachte en zei: "Dat klinkt als een geweldig avontuur! Maar je hebt wel een manier nodig om daar te komen."

Lila dacht na en kwam op een idee. "Wat als ik mijn vrienden vraag om mee te gaan? We kunnen samen een boot maken!"

De volgende dag verzamelde Lila haar beste vrienden: Sam, de dappere jongen met altijd een glimlach op zijn gezicht; Noor, het slimme meisje dat alles wist over sterren; en Tom, de grappenmaker van de groep die altijd iedereen aan het lachen maakte met zijn gekke verhalen.

"Jongens," begon Lila enthousiast, "ik heb iets gevonden! Een kaart naar Het Verre Eiland! Willen jullie mee?"

Sam's ogen glinsterden van opwinding. "Natuurlijk! Maar we hebben wel een boot nodig."

Noor knikte serieus. "We moeten ook zorgen voor voedsel en water voor onderweg."

Tom grinnikte: "En misschien wat snoepjes voor als we honger krijgen van al dat avontuur!"

De vrienden gingen aan de slag. Ze verzamelden takken, bladeren en touwen uit het bos om hun eigen boot te bouwen. Na dagen hard werken hadden ze eindelijk hun zelfgemaakte vlot klaar. Het zag er misschien niet perfect uit – sommige takken staken scheef omhoog – maar dat maakte hen niet uit; ze waren trots!

Op een zonnige ochtend stonden ze klaar om te vertrekken. De lucht was blauw en er was geen wolkje aan de hemel te bekennen. Met hun vlot duwden ze zich het meer op en al snel voelden ze de frisse bries door hun haren waaien.

"Dit is geweldig!" riep Sam terwijl hij zijn armen wijd openstak alsof hij vloog.

Na uren peddelen begonnen ze moe te worden. De zon stond hoog aan de hemel en hun maagjes rommelden van honger.

"Laten we even pauzeren," stelde Noor voor terwijl ze naar de oever wees waar enkele bomen schaduw boden.

Ze legden hun vlot aan land en gingen onder de bomen zitten om wat fruit te eten dat Noor had meegenomen. Terwijl ze aten, vertelde Tom grappen over piraten die schatten zochten op Het Verre Eiland.

"Wat als we ook piraten tegenkomen?" vroeg Sam met grote ogen.

"Dan vragen we hen om ons naar hun schat te brengen!" lachte Tom terug.

Na hun pauze vervolgden ze hun reis over het meer totdat plotseling donkere wolken zich samenpakten boven hen. De wind begon harder te waaien en golven sloegen tegen hun vlot.

"We moeten terug!" riep Noor paniekerig.

Maar voordat iemand iets kon doen, sloeg er een grote golf tegen het vlot waardoor het begon te wiebelen! Lila greep stevig vast aan het touw terwijl Sam probeerde iedereen bij elkaar te houden.

"Blijf kalm!" zei Lila dapper. "We kunnen dit! Peddel harder!"

Met al hun kracht peddelden ze tegen de stroming in totdat eindelijk de lucht weer helder werd en de zon weer doorbrak.

Ze waren veilig aangekomen bij een klein eilandje dat helemaal niet op hun kaart stond! Het leek wel alsof dit eiland speciaal voor hen was verschenen na hun spannende avontuur op zee.

"Wow," fluisterde Noor terwijl ze naar het strand keek waar kleurrijke bloemen bloeiden en vogels vrolijk zongen in de bomen.

Ze besloten dit eilandje even te verkennen voordat ze verder zouden gaan naar Het Verre Eiland. Terwijl ze rondliepen ontdekten ze allemaal bijzondere dingen: kristallen die glinsterden als sterren in de nacht, vreemde planten die leken te dansen in de wind en zelfs kleine dieren die hen nieuwsgierig aankeken met grote ogen.

Plotseling hoorde Tom iets achter zich bewegen. Hij draaide zich om en zag een klein wezen met grote oren dat hen vriendelijk toelachte!

"Hallo daar!" zei het wezen met een hoge stemmetje. "Ik ben Pippin! Welkom op mijn eiland!"

De kinderen keken elkaar verbaasd aan maar voelden zich meteen op hun gemak bij Pippin’s vrolijke uitstraling.

"We zijn eigenlijk op weg naar Het Verre Eiland," legde Lila uit. "Maar dit eiland is zo mooi!"

Pippin knikte enthousiast. "Ja! Veel mensen komen hier voor avonturen! Maar ik heb ook gehoord dat Het Verre Eiland vol geheimen zit."

"Geheimen?" vroeg Sam nieuwsgierig.

Pippin leunde dichterbij alsof hij iets belangrijks ging vertellen: "Ja! Er is daar een magische boom die wensen kan vervullen!"

De kinderen keken elkaar verbaasd aan; dit klonk als iets uit één van mama's verhalen!

"We moeten gaan!" zei Noor vastberaden.

Pippin bood hen aan om hen naar Het Verre Eiland te brengen met zijn kleine bootje gemaakt van bladeren en takken – veel sneller dan hun vlot!

Na enkele minuten varen bereikten ze eindelijk Het Verre Eiland waar hoge palmbomen stonden en exotische bloemen bloeiden in alle kleuren van de regenboog.

Ze volgden Pippin door dichte bossen tot ze bij een enorme boom kwamen die straalde in alle kleuren van licht!

“Dit is hem!” riep Pippin trots terwijl hij omhoog wees naar de magische boom waarvan elke tak leek te fonkelen als sterrenlicht.

“Wat moeten we doen?” vroeg Tom vol spanning.

“Je moet gewoon je wens uitspreken,” antwoordde Pippin geheimzinnig.

Lila voelde haar hart bonzen in haar borstkas toen zij als eerste stapte naar voren.

“Ik wens…dat we altijd samen avonturen kunnen beleven!” sprak zij luid.

De boom begon zachtjes te trillen en er viel glitterend stof uit zijn takken.

“Wow!” riepen haar vrienden tegelijk.

Vervolgens stapte Sam naar voren.

“Ik wens…dat niemand ooit bang hoeft te zijn voor stormen!” zei hij vastberaden.

Weer trilde de boom nog harder.

Noor wenste dat iedereen ter wereld gelukkig zou zijn.

En last but not least stapte Tom naar voren.

“Ik wens…dat alle grappen ter wereld nooit eindigen!” zei hij met zijn kenmerkende glimlach.

Toen gebeurde er iets ongelooflijks: vanuit alle richtingen kwamen lichtstralen uit verschillende delen van het eiland samen bij hen!

“Jullie wensen zijn gehoord,” klonk er ineens vanuit niets – of misschien vanuit alles – “ga nu terug naar jullie dorp met vreugde in jullie hart!”

Met blije gezichten namen zij afscheid van Pippin die hen beloofde altijd dichtbij hen zou blijven via magische dromen.

Terug bij huis vertelden zij iedereen over hun avontuur – hoe zij hadden gevaren door stormen heen; hoe zij bijzondere vrienden maakten; hoe zij wensen deden onder sterrenlicht!

En zo leefden zij nog lang gelukkig – wetende dat elk avontuur begint met één enkele stap… of misschien zelfs één enkele wens!

**Einde**

Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes