Er was eens een vrolijke jongen genaamd Tommy, die in een klein dorpje aan de rand van een groot bos woonde. Tommy had altijd al een grote liefde voor avontuur, net zoals ik, de visserman die elke ochtend vroeg mijn netten uitwierp in het glinsterende water. Maar goed, dat is een ander verhaal. Laten we teruggaan naar Tommy.
Tommy had drie goede vrienden: Sarah, een slimme meid met een bril die altijd vol ideeën zat; Joris, de grootste grappenmaker van het dorp; en Lotte, een dappere meid die nooit bang was om nieuwe dingen te proberen. Op een dag, terwijl ze samen aan de rand van het bos speelden, hoorden ze iets heel bijzonders. Een oude man met een lange baard en een hoed vertelde hen over het spookhuis dat verderop in het bos stond.
"Dat spookhuis," zei de man met zijn krakende stem, "is al jaren verlaten. Ze zeggen dat er skeletten rondlopen en dat je er nooit meer wegkomt als je eenmaal binnen bent!" De kinderen keken elkaar aan met grote ogen. Joris kon het niet laten om te grinniken: "Wat als we daar gewoon gaan vissen? Misschien vangen we wel een spookvis!"
Tommy vond het idee spannend en stelde voor om naar het spookhuis te gaan. "Kom op, laten we kijken of die verhalen waar zijn!" zei hij enthousiast. Sarah knikte en zei: "Ja! En als er echt skeletten zijn, kunnen we ze vragen waar ze hun botten hebben gelaten!" Iedereen lachte om haar grapje.
Dus pakten ze hun rugzakken in met wat snacks (en natuurlijk wat snoepjes) en gingen op weg naar het mysterieuze huis. Het pad naar het spookhuis was smal en vol takken die kraken onder hun voeten. Terwijl ze liepen, vertelde Joris grappen over hoe hij ooit een spook had ontmoet dat hem vroeg om hem te helpen met zijn huiswerk.
Na een tijdje kwamen ze aan bij het spookhuis. Het zag eruit als iets uit een oude film: de ramen waren gebroken en de deur hing scheef op zijn scharnieren. Tommy duwde voorzichtig tegen de deur en deze kraakte open met een angstaanjagend geluid. "Brrr," zei Lotte terwijl ze zich dichterbij Tommy schoof.
"Geen zorgen," zei Tommy dapper, "ik ben hier! En ik heb mijn visnet bij me!" Dat maakte iedereen aan het lachen.
Ze stapten naar binnen en werden begroet door stofwolken die door de zonnestralen dansten. De muren waren bedekt met spinnenwebben en er stonden oude meubels bedekt met laken alsof ze zich verstopten voor de wereld buiten. Sarah trok haar bril omhoog en keek rond: "Dit is echt eng! Maar ook best cool!"
Plotseling hoorden ze een geluid boven hen – iets wat klonk als voetstappen! Iedereen verstijfde van schrik. Joris fluisterde: "Wat als dat echt een spook is? Wat moeten we doen?" Lotte dacht even na en zei toen: "Misschien moeten we gewoon vriendelijk hallo zeggen?"
En zo stonden ze daar onderaan de trap, hun harten bonzend van spanning. Tommy nam de leiding en riep: "Hallo? Is daar iemand?" Er kwam geen antwoord behalve echo's van hun eigen stemmen.
Ze besloten om voorzichtig naar boven te gaan, stap voor stap. De trap kraakte onder hun gewicht alsof hij hen waarschuwde om niet verder te gaan. Toen ze eindelijk bovenaan kwamen, zagen ze… helemaal niets! Alleen maar meer stof en schaduwrijke kamers.
"Misschien is dit allemaal gewoon onzin," zei Sarah terwijl ze haar bril afveegde. Maar net toen ze dat zei, hoorde Lotte iets achter zich bewegen – iets wat leek op… ja hoor! Een echte geest! Het was wit en doorschijnend met grote ogen die hen nieuwsgierig aankeken.
De kinderen gilden van schrik! Maar toen gebeurde er iets wonderlijks – de geest begon te lachen! “Rustig aan,” zei hij met een vriendelijke stem, “ik ben geen kwaadspook! Ik ben Casper!”
De kinderen keken elkaar verbaasd aan. “Casper?” vroeg Tommy terwijl hij zijn hart weer tot rust liet komen.
“Ja,” antwoordde Casper vrolijk terwijl hij door de lucht zweefde alsof hij op wolken liep. “Ik woon hier al eeuwenlang alleen omdat iedereen denkt dat ik eng ben.”
Joris kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen: “Maar waarom heb je ons bang gemaakt?”
Casper lachte opnieuw: “Ik wilde zien of jullie dapper genoeg waren om hierheen te komen! En nu jullie hier zijn… willen jullie niet samen spelen?”
De kinderen keken elkaar weer aan – dit was niet wat ze hadden verwacht! Ze knikten enthousiast en vroegen Casper wat voor spelletjes hij kende.
“Nou,” begon Casper terwijl hij door het huis zweefde, “ik ken veel leuke spellen zoals ‘Spokenjacht’ waarbij je moet proberen mij te vangen!”
En zo begon hun avontuur in het spookhuis vol gelach en plezier – zelfs al was Casper soms nog wel eens ondeugend door ineens achter hen te verschijnen of dingen te laten zweven!
Na uren van spelen voelden de kinderen zich moe maar gelukkig. Ze zaten samen op de vloer van één van de kamers terwijl Casper hen vertelde over alle avonturen die hij had meegemaakt sinds hij daar woonde.
“Wist je dat ik ooit heb geprobeerd om vissen te vangen?” vroeg Casper plotseling met twinkeling in zijn ogen.
“Vissen?” riep Tommy verrast uit – nu voelde ik me weer helemaal thuis bij mijn eigen verhalen over vissen!
“Ja!” vervolgde Casper enthousiast. “Maar elke keer als ik mijn hand uitstak om één te vangen… zwommen ze gewoon dwars door me heen!”
Iedereen barstte in lachen uit bij dit beeld van Casper die wanhopig probeerde vissen te vangen zonder succes.
Uiteindelijk beseften Tommy en zijn vrienden dat het tijd was om naar huis terug te keren voordat hun ouders zich zorgen zouden maken. Ze namen afscheid van Casper maar beloofden hem terug te komen voor meer avonturen in het spookhuis.
“En wie weet,” zei Joris grijnzend terwijl hij naar buiten keek waar de zon onderging, “misschien kan ik je leren hoe je echt kunt vissen!”
Casper zwaaide hen gedag terwijl zij terugliepen door het bos vol herinneringen aan hun spannende dag vol vreugde én spanning.
Toen Tommy thuis kwam vertelde hij alles over hun avontuur tegen zijn ouders – inclusief hoe grappig Casper was geweest! Zijn moeder glimlachte terwijl zij hem knuffelde: “Wat fijn dat je zo’n leuke vriend hebt gemaakt.”
En zo eindigde deze bijzondere dag voor Tommy en zijn vrienden – maar diep in hun harten wisten zij dat dit nog maar het begin was van vele avonturen samen met hun nieuwe vriend uit het spookhuis!
En wie weet? Misschien zal ik zelf ook eens langsgaan bij dat spookhuis om samen met Tommy wat visverhalen uit te wisselen… Al zou ik wel eerst moeten zorgen dat mijn netten klaarstaan!