Kinderverhaaltje: Het geheim van het zolderraam (door een verdrietige prinses)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Het geheim van het zolderraam**

In een vergeten vallei, omringd door hoge bergen die de lucht als een beschermende schuilmantel omarmden, lag een oud kasteel. Het kasteel was niet zomaar een kasteel; het was ooit de trots van het koninkrijk, met zijn torenhoge muren en glinsterende torens die de zon weerkaatsten als sterren in de nacht. Maar nu, met zijn verweerde stenen en dichtgegroeide tuinen, leek het meer op een schaduw van wat het ooit was. De bewoners waren vertrokken, en alleen de echo's van gelach en vreugde leken nog te dwalen door de lege zalen.

In dit kasteel woonde prinses Elara. Haar hart was zwaar van verdriet en melancholie, want zij was de laatste van haar lijn. Haar ouders waren vroeg gestorven aan een mysterieuze ziekte die over het koninkrijk had gewaaid als een ongenode gast. Elara had geen broers of zussen om haar te troosten, enkel haar trouwe katje Minoes dat altijd naast haar zat wanneer ze zich verloren voelde in gedachten.

Elara bracht haar dagen door met dwalen door de gangen van het kasteel, vaak met Minoes op schoot terwijl ze naar buiten staarde door het zolderraam. Dit raam was bijzonder; het keek uit over de vallei en bood uitzicht op de bossen die zich als groene golven uitstrekten tot aan de horizon. Het zolderraam had echter ook iets geheimzinnigs. De oude verhalen vertelden dat er iets magisch achter dat raam verborgen lag – iets dat alleen zichtbaar werd voor wie echt geloofde in wonderen.

Op een dag, terwijl Elara weer eens naar buiten staarde, viel haar oog op een beweging in het bos beneden. Een jongen met wild bruin haar en sprankelende ogen dartelde tussen de bomen door. Zijn naam was Tijs, en hij woonde in het nabijgelegen dorpje dat zo ver weg leek als een verre ster in de nacht. Tijs had altijd al gehoord over het oude kasteel en droomde ervan om ooit binnen te gaan.

“Wat zou ik doen om daar naar binnen te gaan,” mompelde Tijs tegen zichzelf terwijl hij naar boven keek naar het zolderraam waar Elara zat te kijken. Hij wist niet dat ze hem observeerde met dezelfde nieuwsgierigheid.

Die avond, terwijl de maan hoog aan de hemel stond en zijn zilveren licht over de vallei verspreidde, besloot Tijs zijn dromen waar te maken. Met vastberadenheid klom hij over de lage hekken rondom het kasteel en sloop voorzichtig naar binnen via een open deur die piepend protesteerde tegen zijn gewicht.

Elara hoorde geritsel onderaan de trap en sprong op van schrik. Ze greep Minoes stevig vast en liep voorzichtig naar beneden om te zien wat er aan de hand was. Toen ze bij de trap kwam, zag ze Tijs staan – verwilderd maar vol verwondering.

“Wie ben jij?” vroeg Elara met een mengeling van angst en nieuwsgierigheid.

“Ik ben Tijs,” antwoordde hij snel. “Ik wilde je ontmoeten! Ik heb zoveel verhalen gehoord over dit kasteel.”

Elara voelde zich onmiddellijk minder alleen bij zijn woorden. “Kom binnen,” zei ze zachtjes, “ik ben Elara.”

De twee kinderen spraken urenlang samen in de grote zaal van het kasteel terwijl Minoes zich comfortabel maakte op Tijs’ schoot. Ze deelden hun dromen: Elara vertelde over haar verlangen naar avontuur buiten deze muren; Tijs vertelde over zijn leven in het dorp vol kleurrijke mensen maar ook vol beperkingen.

“Wat is er achter dat zolderraam?” vroeg Tijs plotseling terwijl hij naar boven wees.

Elara’s ogen glinsterden bij deze vraag; ze had nooit iemand gevonden die hetzelfde voelde als zij over dat raam. “Dat is wat ik me ook afvraag,” zei ze geheimzinnig.

De volgende dag besloten ze samen naar het zolderraam te gaan om te ontdekken wat erachter verborgen lag. Ze klommen voorzichtig omhoog via krakende trappen totdat ze eindelijk bij het oude raam kwamen dat bedekt was met stof en spinnenwebben.

“Zou je niet eens moeten schoonmaken?” grinnikte Tijs terwijl hij op zijn tenen ging staan om beter te kunnen kijken.

“Misschien moet jij dat doen!” lachte Elara terug, blijer dan ze zich in lange tijd had gevoeld.

Met hun handen wreven ze over het glas totdat dit weer helder werd en hun adem ervoor zorgde dat er kleine wolkjes verschenen op het oppervlak – net als hun dromen die langzaam vorm kregen in hun harten.

Toen zagen ze iets bijzonders: voorbij de bomen verscheen er plotseling een lichtstraal die hen betoverend tegemoet kwam dansen als sterrenstof dat uit een sprookje leek te komen.

“Wat is dat?” vroeg Tijs verwonderd terwijl hij dichterbij stapte.

“Ik weet het niet,” fluisterde Elara met ingehouden adem. “Maar we moeten gaan kijken!”

Zonder aarzeling renden ze samen naar beneden en door de tuin richting waar het licht vandaan kwam. Hun voeten raakten bijna niet meer de grond zo enthousiast waren ze – alsof elke stap hen dichterbij hun dromen bracht.

Uiteindelijk kwamen ze aan bij een open plek in het bos waar bloemen bloeiden in alle kleuren van de regenboog en dieren speelden alsof zij ook deel uitmaakten van dit magische tafereel. In het midden stond een oude boom waarvan takken leken te dansen op muziek die alleen zij konden horen.

“Dit is prachtig!” riep Tijs uit terwijl hij rondjes draaide tussen al die kleurenpracht.

Elara knikte instemmend maar voelde ook iets anders – iets diepere emotie dan vreugde alleen; misschien wel verdriet omdat deze plek zo mooi was maar ook zo ver weg leek van haar dagelijkse leven in het kasteel vol herinneringen aan verlies.

Ze gingen zitten onder de boom terwijl zonnestralen hen verwarmden zoals liefdevolle handen zouden doen na lange dagen zonder genegenheid of vreugdevolle momenten samen delen met vrienden of familieleden die nooit meer terug zouden komen…

“Mila,” zei Elara plotseling toen zij dacht aan hoe fijn alles zou kunnen zijn als zij weer samen zouden lachen zoals vroeger… Maar toen besefte zij: Mila was nooit meer teruggekomen…

Tijs merkte meteen haar verandering op; “Wat is er? Je lijkt verdrietig.”

“Ik mis mijn ouders,” gaf Elara toe met tranen die dreigden vrij spel te krijgen maar zij hield zich sterk voor hem omdat hij zo’n vriend voor haar geworden was ondanks hun korte tijd samen…

Tijs pakte haar hand vast; “Ik ben hier nu! We kunnen samen avonturen beleven! Je bent niet alleen!”

En daar onder die oude boom voelden beide kinderen hoe vriendschap hen verbond zoals geen ander ooit had gedaan eerder… De magie van hun ontmoeting zorgde ervoor dat zelfs verdrietige gedachten even verdreven werden door hoopvolle dromen vol mogelijkheden voor morgen!

Die middag ontdekten ze talloze geheimen: verborgen paden door bosjes vol mysterieën evenals verhalen verteld door dieren die hen leidden langs vergeten plekken waar niemand ooit meer kwam…

Uren gingen voorbij voordat zij beseften hoe laat het al was geworden… En toen moesten zij teruggaan naar hun eigen werelden – maar niet zonder belofte elkaar snel weer terug te zien!

Terug bij het zolderraam voelden beiden opnieuw magie stromen tussen hen zoals sterrenlicht flonkerend boven hen straalde…

“Dit is pas begin!” zei Tijs enthousiast voordat hij vertrok richting dorpje verderop…

En zo groeide er tussen hen iets moois; elke ontmoeting zorgde ervoor dat Elara’s hart lichter werd ondanks alle pijnlijke herinneringen… En telkens wanneer zij weer samenkwamen onder dat zolderraam leerde zij opnieuw geloven in wonderen – wonderen waarvan niemand ooit gedacht had mogelijk te zijn…

Het geheim achter dit zolderraam bleek niet enkel magie of schoonheid; nee… Het zat hem diep verankerd binnenin elk kinderlijke ziel vol hoop & liefde…

Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes