Er was eens, op een winderige dag in de stad Flonkerstein, een brug die zo oud was dat zelfs de stenen ervan zich afvroegen hoe ze ooit zo ver waren gekomen. Deze brug, met zijn scheve leuningen en mossige treden, verbond twee delen van de stad: het drukke Marktplein vol met schreeuwende verkopers en het rustige Park der Dromen, waar kinderen hun fantasieën konden laten bloeien. Maar wat niemand wist, was dat deze brug ook een geheim droeg – een geheim dat zo groot was dat het zelfs de stoutste muisjes zou doen bibberen.
In een klein muizenhuisje onder de brug woonde een bange muis genaamd Minoes. Minoes had altijd al een grote angst voor alles wat boven haar hoofd gebeurde. De schaduwen van voorbijgangers maakten haar nerveus en het geluid van voetstappen deed haar hart sneller kloppen dan een razende hamster op zijn loopband. Maar er was iets nog vreemder aan de hand: Minoes had het gevoel dat er iets mis was met de tijd.
Op een dag, terwijl ze voorzichtig naar buiten gluurde vanuit haar huisje, zag ze iets vreemds op de brug. Een jongen met een grote hoed en een meisje met vlechten stonden daar te kijken naar iets glinsterends. De jongen heette Senn en het meisje heette Laura. Ze leken helemaal niet bang te zijn voor de grote mensen die over hen heen liepen.
“Wat is dat?” vroeg Laura terwijl ze naar het glinsterende voorwerp wees.
“Ik weet het niet,” antwoordde Senn met gefronste wenkbrauwen. “Laten we dichterbij gaan kijken!”
Minoes kon haar nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. Ze besloot om voorzichtig uit haar huisje te komen en hen te volgen, terwijl ze zich verstopt hield achter een grote steen.
Toen ze dichterbij kwamen, zag Minoes dat het glinsterende voorwerp een oude zandloper was, maar dan eentje die niet zomaar zand bevatte – in plaats daarvan leek er licht doorheen te stromen als golven in de zee! “Wauw!” fluisterde Laura. “Wat als dit ons kan helpen om tijd terug te draaien? Wat als we weer naar gisteren kunnen gaan?”
Senn knikte enthousiast. “Ja! Dan kunnen we al onze fouten herstellen!”
Minoes voelde haar hart sneller kloppen. Wat als deze zandloper echt magisch was? Wat als ze samen met hen op avontuur kon gaan? Maar wat als… wat als er gevaarlijkheden waren? De angst greep haar bij de keel, maar nieuwsgierigheid won het uiteindelijk.
“Eh… hallo?” piepte Minoes zachtjes vanuit haar schuilplaats.
Senn en Laura keken om zich heen en zagen niets anders dan lucht en stenen. “Wie zegt daar ‘eh’?” vroeg Senn verwonderd.
“Ik ben hier!” riep Minoes nu iets luider terwijl ze voorzichtig tevoorschijn kwam uit haar schuilplek.
“Oh kijk!” zei Laura verrast. “Een muis! Heb je ook gezien wat wij hebben gevonden?”
Minoes knikte zenuwachtig. “Ja… ik heb gehoord over die zandloper.” Ze keek naar het object dat nu nog meer glansde in het zonlicht. “Maar ik ben bang dat hij gevaarlijk is.”
“Gevaarlijk?” vroeg Senn met grote ogen vol verwondering. “Hoezo?”
“Nou,” begon Minoes terwijl ze zich meer op haar gemak voelde bij deze twee dappere kinderen, “ik heb gehoord van andere muizen die probeerden tijd terug te draaien… En toen verdwenen ze gewoon!”
Laura’s ogen werden groot van schrik. “Verdwenen? Dat klinkt eng!”
“Ja,” zei Minoes snel om hun angst weg te nemen. “Maar misschien kunnen we samen ontdekken wat er aan de hand is! We moeten wel voorzichtig zijn.”
Met hun nieuwe vriend aan hun zijde besloten Senn en Laura om samen met Minoes verder onderzoek te doen naar de zandloper. Ze kropen dichterbij en ontdekten inscripties op de basis ervan: "De tijd is kostbaar; verlies hem niet."
“Wat betekent dit?” vroeg Senn verwonderd terwijl hij zijn vinger over de letters liet glijden.
“Ik denk,” zei Minoes bedachtzaam, “dat we moeten oppassen hoe we deze zandloper gebruiken.”
Laura knikte heftig en stelde voor: “Laten we hem gewoon even draaien! Wat kan er misgaan?”
Voordat iemand iets kon zeggen, had Laura al snel aan de bovenkant van de zandloper gedraaid! Een felle lichtstraal kwam uit het glas omhoog en vulde alles om hen heen met sprankelende sterrenstof!
Minoes voelde zich duizelig worden toen alles om hen heen begon te vervagen – kleuren draaiden door elkaar alsof iemand verf in water gooide! Toen alles weer stil viel, stonden ze plotseling midden op dezelfde brug… maar nu leek alles anders!
“Waar zijn we?” vroeg Senn verwilderd terwijl hij om zich heen keek.
De lucht was donkerder dan eerder en er waren geen mensen meer op straat – alleen maar schaduwen die langs hen leken te flitsen als spoken in de nacht.
“We hebben iets verkeerd gedaan!” piepte Minoes paniekerig.
Laura keek wanhopig naar Senn en zei: “We moeten terug! Hoe draaien we dit ding weer terug?”
Senn greep naar de zandloper die nog steeds in Laura’s handen zat; hij merkte dat er geen zand meer in zat – alleen maar sterrenstof!
“We moeten hem opnieuw draaien!” riep hij vastberaden.
Maar voordat iemand kon reageren, hoorden ze plotseling voetstappen naderen – zware stappen die dreigend klonken!
“Verstop je!” fluisterde Minoes terwijl ze zich achter een pilaar van de brug duwden.
Drie grote schaduwen verschenen voor hen – drie katten uit Flonkerstein! De katten waren berucht in hun buurt omdat zij altijd op jacht waren naar muizen zoals Minoes!
“Mmm… ik ruik iets lekkers,” miauwde één van hen met een grijns op zijn gezicht.
Laura’s hart bonsde zo hard dat zij dacht dat iedereen het wel moest horen!
“We moeten snel weg hier!” fluisterde Senn wanhopig terwijl hij naar de zandloper keek die nog steeds schitterend bleef stralen ondanks hun benarde situatie.
Met één snelle beweging greep hij naar het glas en draaide het opnieuw rond!
Dit keer vulden sprankelende sterren hen opnieuw met licht; maar dit keer voelden ze geen duizeligheid – eerder alsof zij werden getrokken door een magische kracht!
En toen gebeurde er iets ongelooflijks: alles rondom hen vervaagde opnieuw tot zwartheid…
Toen zij weer bij bewustzijn kwamen stonden zij weer veilig op dezelfde oude brug waar alles begon!
“We hebben het gehaald!” juichte Laura opgelucht terwijl zij dansend rondjes draaide.
Minoes zuchtte diep van opluchting: “Ik dacht echt dat we nooit meer terug zouden komen!”
Senn grinnikte terwijl hij naar hun nieuwe vriend keek: “Weet je wat? Dit avontuur heeft ons geleerd hoe belangrijk tijd is… En hoe belangrijk vrienden zijn!”
Minoes glimlachte breed; misschien was zij toch niet zo bange muis meer als vroeger…
En vanaf die dag gingen Senn, Laura én Minoes elke week terug naar die oude brug waar hun avontuur begon; soms speelden zij spelletjes of vertelden verhalen over andere avonturen die zij zouden beleven (met of zonder magische zandlopers).
En wie weet? Misschien zouden zij ooit weer eens ontdekken welk geheim deze verloren tijd nog verder verborgen hield…
En zo eindigde dit verhaal vol magie, spanning én vriendschap tussen drie onwaarschijnlijke vrienden onderaan dezelfde oude brug in Flonkerstein...