Kinderverhaaltje: Max en de Vliegende Draak (door een vrolijke postbode)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Max en de Vliegende Draak**

Aan de oever van de zee, waar de golven hun eeuwige dans uitvoerden en de zon zijn gouden stralen over het water liet glinsteren, lag een klein, kleurrijk dorpje genaamd Zeebries. De huizen waren geschilderd in alle kleuren van de regenboog, en de lucht was altijd gevuld met het vrolijke gekwetter van vogels die hun eigen melodieën zongen. De bewoners van Zeebries waren een bijzonder stel; ze waren niet alleen vriendelijk, maar ook vol fantasie. En dat was precies wat Max zo leuk vond aan zijn thuis.

Max was een jongen met een levendige verbeelding en een hart vol avontuur. Zijn beste vriend Joris was net zo dromerig als hijzelf. Samen brachten ze hun dagen door met het verkennen van de stranden, het bouwen van zandkastelen die hoger waren dan hun dromen en het verzamelen van schelpen die glinsterden als sterren in de nacht.

Op een dag, terwijl ze langs de kust liepen, ontdekten ze iets vreemds in het zand. Het leek wel een ei, maar dan niet zomaar een ei; dit ei had een glanzende schil die alle kleuren van de regenboog weerspiegelde. Max knielde neer om het beter te bekijken. "Wat denk je dat dit is?" vroeg hij aan Joris.

"Misschien is het wel een drakenei!" zei Joris met grote ogen vol verwondering.

"Een drakenei? Dat zou geweldig zijn!" antwoordde Max enthousiast. "Stel je voor dat er straks een draak uit komt!"

Ze besloten om het ei mee naar huis te nemen en te verstoppen in Max' kamer, onder zijn bed tussen zijn stapel boeken over avonturen en helden. Die nacht konden ze niet slapen; hun gedachten draaiden alleen maar om wat er uit het ei zou komen.

De volgende ochtend werden ze wakker door een vreemd gekraak. Het geluid kwam uit Max' kamer! Ze keken elkaar aan met opwinding in hun ogen en renden naar binnen. Tot hun verbazing zagen ze dat er scheuren in het ei zaten en dat er iets binnenin zich aan het bewegen was.

"Het komt eruit!" riep Joris terwijl hij op zijn tenen ging staan om beter te kunnen kijken.

Met één laatste kraak brak de schil open en daar kwam iets heel bijzonders tevoorschijn: een kleine draak! Hij was niet groter dan een kitten en had schubben die glansden als parels in de zon. Zijn vleugels waren nog klein en kwetsbaar, maar je kon al zien dat hij zou kunnen vliegen zodra hij groot genoeg was.

"Wat gaan we hem noemen?" vroeg Max terwijl hij voorzichtig naar de draak toe reikte.

"Maud," stelde Joris voor. "Dat klinkt mooi."

En zo werd Maud geboren – niet alleen als draak, maar ook als hun nieuwe beste vriend.

De dagen verstreken terwijl Max, Joris en Maud samen avonturen beleefden. Maud groeide snel; haar vleugels werden sterker en haar schubben kregen steeds meer kleur. Ze leerde al snel hoe ze kon vliegen – eerst slechts enkele meters boven het strand, maar al snel vloog ze hoog boven de zee met haar vrienden die juichten vanaf beneden.

Op een dag besloten ze om verder te vliegen dan ooit tevoren. Ze stegen op vanuit Zeebries en vlogen over uitgestrekte bossen, glinsterende meren en zelfs hoge bergen die hen leken toe te lachen vanuit de verte. De wereld onder hen leek wel een schilderij dat voortdurend veranderde met elke draai die Maud maakte.

Terwijl ze boven een prachtig eiland vlogen dat nog nooit eerder door mensen was betreden, zagen ze iets vreemds: enorme rotsformaties die eruitzagen als torens van oude kastelen. "Laten we daarheen gaan!" riep Max enthousiast.

Maud daalde af naar het eiland en landde zachtjes op het zachte gras tussen de torens. Terwijl ze rondkeken, ontdekten ze dat er overal vreemde symbolen op de rotsen stonden gegraveerd – tekeningen van draken die vlogen door wolken of speelden met sterren.

"Dit moet wel een plek zijn waar draken vroeger leefden," zei Joris terwijl hij één van de symbolen aanraakte.

Plotseling hoorden ze geritsel achter hen. Een oude draak verscheen uit de schaduw van één van de torens! Hij had grote vleugels die leken op oude leren boeken vol verhalen uit vervlogen tijden. Zijn ogen waren wijs en diep als oceanen vol geheimen.

"Wie zijn jullie?" vroeg hij met een stem die klonk als donder in de verte.

"We zijn Max, Joris en Maud," antwoordde Max dapper ondanks zijn zenuwen. "We hebben Maud gevonden aan het strand."

De oude draak knikte begrijpend. "Ah, jonge Maud! Je hebt je vrienden goed gekozen." Hij keek naar hen beiden met goedkeurende ogen. "Jullie hebben moed getoond door hierheen te komen."

Max voelde zich trots bij deze woorden; dit was geen gewone ontmoeting meer – dit was magisch!

De oude draak vertelde hen verhalen over andere draken die ooit vrij rondvlogen over deze eilanden voordat mensen kwamen om hen te vangen of weg te jagen naar onbekende plekken. Maar nu waren zij hier – drie vrienden samen met Maud – klaar om nieuwe avonturen te beleven zonder angst voor wat anderen zouden denken of doen.

Ze brachten uren door met luisteren naar verhalen over verloren schatten onder zeeën vol geheimen of verborgen grotten waar sterrenstof lag opgeslagen zoals goudstof in dromen.

Toen begon de zon onder te gaan achter horizon; gouden stralen kleurden alles rondom hen warm geel-oranje terwijl Maud zich naast haar vrienden nestelde op het gras tussen hen in – veilig geborgen tussen twee harten vol avontuur!

En zo bleef deze bijzondere dag gegrift staan in hun herinneringen: drie vrienden verbonden door fantasie & magie… En wie weet wat morgen zou brengen?

Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes