Kinderverhaaltje: Het Avontuur met de Tijdloze Klok (door een avontuurlijke astronaut)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Het Avontuur met de Tijdloze Klok**

In een klein dorpje, omringd door groene velden en hoge bergen, woonde een jongen genaamd Amir. Amir was twaalf jaar oud en had een grote glimlach. Hij had bruin haar en donkere ogen die altijd glinsterden van nieuwsgierigheid. Amir kwam uit een gezin dat niet lang geleden naar Nederland was verhuisd. Zijn ouders waren uit Marokko gekomen op zoek naar een beter leven.

Amir had veel vrienden in het dorp. Ze speelden vaak voetbal op het plein of fietsten samen naar de rivier. Maar er was één plek waar Amir altijd alleen naartoe ging: de oude kloktoren aan het einde van het dorp. De toren was oud en vervallen, maar Amir vond het fascinerend. De klok tikte langzaam en maakte een diep geluid dat door de lucht galmde.

Op een zonnige middag besloot Amir om de kloktoren van dichterbij te bekijken. Hij liep erheen met zijn hart vol spanning. Toen hij bij de toren aankwam, zag hij dat de deur openstond. Dit was vreemd, want de deur was meestal dicht.

Amir keek om zich heen en zag niemand. Zijn nieuwsgierigheid nam het overhand en hij stapte naar binnen. Het was donker binnenin, maar zijn ogen moesten wennen aan het licht. De muren waren bedekt met stof en spinnenwebben hingen in de hoeken.

In het midden van de kamer stond de grote klok. Het was een prachtige klok met ingewikkelde versieringen en gouden cijfers. Maar wat Amir echt opviel, was iets anders: er stond een klein bordje naast de klok met daarop geschreven: "De Tijdloze Klok - Wie deze klok draait, kan terug in de tijd."

Amir kon zijn oren niet geloven! Terug in de tijd? Dat klonk als een geweldig avontuur! Hij keek nog eens goed naar de klok en zag dat er een grote hendel aan zat. Voorzichtig stak hij zijn hand uit en draaide aan de hendel.

Plotseling begon alles te draaien! De kamer draaide om hem heen en voor hij het wist, voelde hij zich licht in zijn hoofd. Een flits van licht omhulde hem en toen alles weer stil werd, stond hij niet meer in de oude kloktoren.

Amir keek om zich heen en zag dat hij in hetzelfde dorp stond, maar alles leek anders te zijn. De huizen waren nieuw, mensen droegen andere kleren en er waren geen auto's te zien op straat.

"Waar ben ik?" vroeg Amir zich af.

Hij liep verder het dorp in en merkte al snel dat mensen hem vreemd aankeken. Ze spraken ook een andere taal die hij niet begreep. Na enige tijd kwam hij bij een groep kinderen die aan het spelen waren.

"Hallo!" riep Amir enthousiast.

De kinderen keken verbaasd naar hem. Een meisje met lange vlechten kwam naar hem toe.

"Wie ben jij?" vroeg ze nieuwsgierig.

"Ik ben Amir," zei hij trots. "Ik kom uit... eh... mijn dorp."

De kinderen keken elkaar aan en lachten zachtjes.

"Je spreekt raar," zei één van hen.

Amir voelde zich ongemakkelijk, maar besloot door te vragen: "Wat doen jullie hier?"

"We spelen altijd hier," zei het meisje met vlechten. "Maar je bent wel heel anders."

Amir begreep dat ze bedoelden dat hij er anders uitzag dan zij deden. Maar dat maakte hem niet uit; hij wilde gewoon vrienden maken.

"Mag ik meedoen?" vroeg Amir hoopvol.

De kinderen keken elkaar weer aan, maar uiteindelijk knikten ze ja. Ze lieten hem meespelen met hun spelletjes, maar Amir merkte al snel dat ze heel anders speelden dan hij gewend was.

Na een tijdje voelde Amir zich moe worden van al het rennen en spelen. Hij besloot even te gaan zitten op een bankje in het park waar ze speelden.

Terwijl hij daar zat, dacht hij na over hoe bijzonder dit avontuur was geweest tot nu toe. Maar hoe zou hij terug kunnen gaan? Hij moest terug naar zijn eigen tijd!

Plotseling hoorde hij iemand achter zich praten in zijn eigen taal! Verrast draaide Amir zich om en zag een jongen staan die eruitzag als iemand uit zijn eigen dorp!

"Jij komt ook uit Nederland?" vroeg Amir blij verrast.

"Ja!" zei de jongen enthousiast. "Ik ben Youssef! Ik ben hier gekomen omdat mijn ouders ook verhuisd zijn."

Amir kon zijn geluk niet geloven! Hij had eindelijk iemand gevonden die hem begreep!

Youssef vertelde over hoe zij ook vaak terugdroomden naar hun thuisland Marokko, waar hun grootouders woonden. Ze spraken over hun dromen en avonturen terwijl ze samen op het bankje zaten.

Na enige tijd vertelde Youssef over iets bijzonders: "Er is hier ook een oude klok zoals die bij jou in het dorp! Misschien kunnen we samen teruggaan?"

Amir's ogen glinsterden van enthousiasme: "Dat is geweldig! Laten we gaan!"

Ze renden samen naar de oude klok die Youssef beschreef, diep verborgen tussen bomen aan de rand van het park waar ze speelden.

Toen ze bij de klok aankwamen, zagen ze dezelfde hendel als bij Amirs klok thuis staan!

“Zullen we samen draaien?” vroeg Youssef enthousiast.

“Ja!” antwoordde Amir vol vertrouwen.

Ze pakten beide de hendel vast en draaiden deze tegelijkertijd rond alsof ze samen één waren met hun dromen van avontuur!

Een fel licht omhulde hen opnieuw terwijl alles begon te draaien…

En toen… stonden ze weer in Amirs eigen dorp! De zon scheen helder boven hen terwijl ze elkaar blij aankeken!

“We hebben het gedaan!” riep Youssef blij uit!

Amir lachte breeduit: “Dit was echt geweldig!”

Ze spraken af om elkaar vaker te zien; nu wisten ze dat vriendschap geen grenzen kent – zelfs niet als je door tijd reist!

Vanaf die dag gingen Amir en Youssef vaak samen op avontuur – zowel in hun eigen tijd als daarbuiten – altijd op zoek naar nieuwe verhalen om te delen onder vrienden… En wie weet wat voor andere geheimen er nog verborgen lagen achter andere klokken?

Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes