Het plein voor het stadhuis was een drukke plek, vol met mensen die hun dagelijkse beslommeringen hadden. De geur van versgebakken brood en de klanken van marktkramers vulden de lucht. Maar voor mij, een nieuwsgierige vos met een vacht zo rood als de ondergang van de zon, was dit niet zomaar een plein. Dit was mijn uitkijkpunt, mijn observatorium. Hier kon ik alles in de gaten houden: de mensen, hun verhalen en vooral hun dromen.
Ik zat op een hoge stenen rand, half verscholen achter een grote pot met kleurrijke bloemen. Mijn ogen glinsterden terwijl ik Daan en Eva observeerde, twee kinderen die altijd samen waren. Daan had een ondeugende glimlach en zijn haren stonden alle kanten op, terwijl Eva met haar lange vlechten en heldere ogen altijd vol vragen zat. Ze waren mijn favoriete onderwerp om naar te kijken.
“Wat denk je dat er achter die bergen ligt?” vroeg Eva terwijl ze naar de verre horizon wees. Haar stem klonk als muziek in mijn oren.
Daan haalde zijn schouders op. “Misschien wel een verborgen eiland! Een eiland vol schatten en geheimen!”
Eva’s ogen glinsterden bij het idee. “Laten we het gaan zoeken!” riep ze enthousiast.
Ik voelde mijn hart sneller kloppen. Een verborgen eiland? Dat klonk als het avontuur waar ik op had gewacht! Terwijl Daan en Eva verder praatten over hun plannen, begon ik te fantaseren over wat er allemaal te ontdekken viel op dat eiland. Misschien waren er wel vruchten die zoetiger waren dan honing of dieren die nog nooit door mensen waren gezien.
Die avond kon ik niet slapen. De gedachte aan het vergeten eiland hield me wakker. Wat als ik hen kon helpen? Wat als ik hen kon laten zien dat er meer was dan alleen hun dorpje? Ik besloot dat ik hen zou volgen de volgende dag.
De volgende ochtend was het nog vroeg toen Daan en Eva zich voorbereidden voor hun avontuur. Ze hadden rugzakken gevuld met sandwiches, waterflessen en een oude kaart die ze in de zolder van Daan’s huis hadden gevonden. Ik volgde hen stilletjes vanuit de schaduw van de bomen.
Ze liepen naar buiten het dorp, richting de bergen die in de verte oprijzen als reusachtige wachters over het landschap. De zon scheen helder aan de hemel, en terwijl ze verder liepen, voelde ik mijn eigen nieuwsgierigheid groeien.
Na uren wandelen bereikten ze eindelijk de voet van de bergen. “Hier begint ons avontuur!” zei Daan met een brede glimlach.
Eva knikte enthousiast maar keek ook wat nerveus om zich heen. “Wat als we verdwalen?” vroeg ze bezorgd.
“Geen zorgen,” zei Daan zelfverzekerd terwijl hij zijn kaart bestudeerde. “We volgen gewoon deze rivier omhoog; hij leidt ons vast naar iets bijzonders.”
En zo begonnen ze aan hun tocht langs de rivier, terwijl ik hen op afstand volgde, stilletjes genietend van hun enthousiasme en onschuldige dromen.
De rivier kronkelde door dichte bossen en langs steile rotswanden totdat ze uiteindelijk bij een grote waterval kwamen die met donderend geweld naar beneden stortte in een helderblauwe poel. Het water spatte omhoog in sprankelende druppels die in het zonlicht dansten.
“Dit is prachtig!” riep Eva uit terwijl ze haar handen in het koele water doopte.
Daan knikte instemmend maar keek al snel weer naar zijn kaart. “We moeten hier verder omhoog,” zei hij vastberaden.
Ze klauterden over gladde stenen en trotseerden takken die hen probeerden tegen te houden totdat ze eindelijk bovenop een heuvel stonden met uitzicht op wat leek op… ja! Een eiland! Het lag daar ver weg in zee, omringd door glinsterend blauw water dat uitnodigend leek te zijn.
“Daar is het!” riep Daan enthousiast terwijl hij naar het eiland wees.
Eva’s ogen straalden van vreugde toen ze het zag. “We moeten erheen!”
Maar hoe? De zee lag tussen hen en hun doel; er was geen boot of brug te bekennen.
“Misschien kunnen we zwemmen?” stelde Daan voor, maar Eva schudde haar hoofd.
“Ik weet niet of dat veilig is,” zei ze voorzichtig.
Terwijl zij discussieerden over hoe ze het eiland konden bereiken, kwam er plotseling een oude man voorbijgewandeld met een kleine houten bootje achter zich aan slepend.
“Jongeren!” riep hij met een krakende stem toen hij hen zag staan bij de heuveltop. “Zoek je avontuur?”
Daan sprong meteen naar voren: “Ja! We willen naar dat eiland daar!”
De oude man grijnsde breed en knikte goedkeurend. “Stap aan boord dan! Maar wees gewaarschuwd: niet alles is zoals je denkt.”
Met enige aarzeling stapten Daan en Eva in de kleine boot terwijl ik me verstopte onder een struik dichtbij om alles goed te kunnen volgen zonder gezien te worden.
De oude man peddelde stevig door het water totdat we dichterbij kwamen bij het vergeten eiland dat nu steeds duidelijker zichtbaar werd: groene bomen leken te dansen in de wind en kleurrijke bloemen bloeiden overal rondom hen heen.
Bij aankomst stapten Daan en Eva uit de boot alsof ze net uit dromen waren gestapt; hun gezichten straalden van verwondering toen ze voet zetten op dit nieuwe terrein vol leven en kleur.
Ze verkenden elk hoekje van het eiland: zwommen in kristalhelder water, plukten vruchten die zoet smaakten als honing - zoals ik had gedacht - en ontdekten zelfs kleine dieren die zich verstopten tussen bladeren en takken; dieren die nooit eerder door mensenhanden waren aangeraakt!
Uren gingen voorbij zonder dat zij zich bewust waren van tijd of ruimte; alleen maar spelenderwijs ontdekkend wat dit vergeten eiland allemaal te bieden had – zonder geheimen of magie – enkel natuur in al zijn pracht!
Toen de zon begon onder te gaan achter de horizon besloten Daan en Eva terug te keren naar huis; moe maar voldaan na hun onvergetelijke avontuur op dit prachtige eiland waar geen enkele moraal of boodschap aan verbonden was – enkel pure vreugde!
Terwijl zij terugpeddelden richting hun dorp bleef ik nog even zitten kijken vanaf mijn plek onder de struik; tevreden over wat zij hadden ontdekt zonder ooit echt iets mysterieus of magisch nodig te hebben gehad – alleen nieuwsgierigheid leidde hen hierheen… En misschien zou ook ik ooit eens durven ontdekken wat er verderop lag dan alleen dit plein voor het stadhuis…