Er was eens een jongen genaamd Ruben. Ruben was twaalf jaar oud en hij hield van sterren en planeten. Hij had een grote droom: hij wilde ooit naar de ruimte. Ruben was anders dan veel andere kinderen. Hij was autistisch, wat betekende dat hij de wereld op een unieke manier zag. Soms vond hij het moeilijk om met anderen te praten, maar hij had drie goede vrienden: Lisa, Tom en Sam.
Lisa was altijd vrolijk en had veel energie. Ze kon goed tekenen en maakte vaak mooie tekeningen van sterren en raketten. Tom was rustig en hield van boeken. Hij las alles over ruimtevaart en astronauten. Sam was de grappenmaker van de groep. Hij kon iedereen aan het lachen maken, zelfs Ruben.
Op een dag zaten ze samen in het park. Het was een zonnige middag en ze keken naar de lucht. "Wat als we naar de ruimte konden gaan?" vroeg Lisa met glinsterende ogen.
"Dat zou geweldig zijn!" zei Tom enthousiast. "We zouden de aarde van boven kunnen zien!"
"En we zouden aliens kunnen ontmoeten!" voegde Sam toe met een grote glimlach.
Ruben keek naar zijn vrienden en voelde zich blij. "Ik heb een idee," zei hij langzaam, terwijl hij nadacht over wat hij wilde zeggen. "Wat als we zelf een raket bouwen?"
De vrienden keken elkaar aan, hun ogen groot van verbazing. "Een raket bouwen? Dat klinkt moeilijk," zei Lisa.
"Maar niet onmogelijk," zei Tom vastberaden. "Als we samenwerken, kunnen we het doen."
Ruben knikte langzaam. Hij voelde zich opgewonden bij het idee om samen te werken met zijn vrienden aan iets groots.
De volgende dag kwamen ze bij Ruben thuis om te beginnen met hun project. Ruben had al veel ideeën in zijn hoofd over hoe ze de raket konden maken. Ze begonnen met het verzamelen van materialen: karton, plastic flessen, tape en verf.
Ruben leidde het team terwijl ze aan de raket werkten. Hij vertelde hen hoe ze de vormen moesten knippen en plakken. Soms vond hij het moeilijk om te zeggen wat hij dacht, maar zijn vrienden luisterden goed naar hem.
“Dit is onze cockpit,” zei Ruben terwijl hij een grote doos liet zien die ze hadden gemaakt van karton.
“En hier komt de motor!” riep Sam terwijl hij een lege plastic fles omhoog hield.
Ze werkten hard en lachten veel samen. Lisa maakte mooie tekeningen van hoe hun raket eruit zou zien als deze klaar was voor vertrek.
Na dagenlang werken was hun raket eindelijk af! Het zag er geweldig uit: groot, kleurrijk en vol dromen over avonturen in de ruimte.
“Nu moeten we onze raket testen,” zei Tom opgewonden.
“Ja! Laten we doen alsof we echt gaan vliegen!” riep Sam terwijl hij deed alsof hij in de cockpit stapte.
Ruben voelde zich gelukkig toen hij naar zijn vrienden keek die zo enthousiast waren over hun project.
Ze besloten om op zaterdagavond hun ‘ruimtereis’ te maken in het park bij hen in de buurt. Ze maakten vuurwerk klaar voor effect en nodigden alle kinderen uit om te komen kijken.
Die avond verzamelde iedereen zich rond hun raket in het park onder de sterrenhemel. De lucht was donkerblauw met duizenden twinkelende sterren die leken te glimlachen naar hen.
“Welkom aan boord!” riep Sam terwijl hij iedereen begroette als kapitein van hun ruimteschip.
Ruben stond naast hem met een grote glimlach op zijn gezicht. “We gaan nu vertrekken,” zei hij zachtjes maar vastberaden.
Lisa telde af: “Drie… twee… één… VUUR!”
Op dat moment staken ze het vuurwerk aan dat knalde boven hun hoofd als sterren die ontploffen in kleuren van rood, groen en blauw. Iedereen juichte en klapte in handen terwijl ze omhoog keken naar het spektakel boven hen.
Ruben voelde zich vrijer dan ooit tevoren; dit moment samen met zijn vrienden maakte hem gelukkig.
Na het vuurwerk gingen ze zitten rond een klein kampvuur dat ze hadden gemaakt met toestemming van volwassenen in het park. Ze deelden verhalen over wat ze zouden doen als ze echt naar de ruimte gingen.
“Ik zou willen wandelen op de maan,” zei Lisa dromerig terwijl ze naar de sterren keek.
“Ik wil leren surfen op Saturnus!” lachte Sam, wat iedereen aan het lachen maakte.
Tom dacht na voordat hij sprak: “Ik zou willen weten of er echt leven is buiten onze aarde.”
Ruben luisterde aandachtig naar zijn vrienden; hun dromen maakten hem blijer dan woorden konden zeggen. Hij voelde zich veilig bij hen, alsof niets hen ooit kon scheiden – zelfs niet als zij allemaal verschillende dingen wilden doen in de ruimte.
Plotseling kwam er een heldere ster voorbij schieten; iedereen stopte even met praten om deze prachtige gebeurtenis te bekijken.
“Dat is ons teken!” riep Sam enthousiast uit! “We moeten onze droom waarmaken!”
Ruben knikte instemmend; dit moment zou altijd bij hem blijven – samen met zijn vrienden onder de sterrenhemel, dromend over avonturen die nog moesten komen.
Die nacht sliepen ze onder de sterren, dicht bij elkaar gewikkeld in dekens vol dromen over ruimtevaart, vriendschap en avontuur – wetende dat zolang zij samen waren, alles mogelijk was!
En zo eindigde hun eerste ruimtereis – niet echt door echte sterrenstelsels of planeten – maar door hun verbeelding die hen leidde naar nieuwe werelden vol mogelijkheden!