De zon scheen fel op de rivier, die als een glinsterende slang door het landschap kronkelde. Timo zat op een grote, gladde steen aan de oever, zijn voeten bungelend boven het water. Hij had altijd al een fascinatie gehad voor rivieren; ze waren als aderen van de aarde, vol leven en verhalen. Vandaag was hij niet alleen. Naast hem zat Hugo, zijn beste vriend, met een zelfgemaakte vlieger in zijn handen. De vlieger was van oude kranten en takken, maar dat maakte hem niet minder bijzonder.
“Denk je dat hij zal vliegen?” vroeg Timo terwijl hij naar de lucht keek. De lucht was blauw en helder, perfect voor een vlieger.
“Zeker weten!” antwoordde Hugo met een brede glimlach. “Als we hem maar goed omhoog krijgen.”
Timo knikte en samen maakten ze zich klaar om te proberen de vlieger te laten stijgen. Terwijl ze hun best deden om de vlieger in de lucht te krijgen, kwam Livia aanlopen. Ze had haar lange haren in een vlecht en droeg een kleurrijke jurk die wapperde in de wind.
“Wat zijn jullie aan het doen?” vroeg ze nieuwsgierig.
“We proberen deze vlieger te laten vliegen!” zei Hugo enthousiast.
Livia lachte en ging naast hen zitten. “Mag ik helpen?”
“Natuurlijk!” zei Timo terwijl hij haar een stuk touw gaf. Samen trokken ze aan het touw terwijl Hugo de vlieger omhoog hield.
Na enkele pogingen steeg de vlieger eindelijk op. Het voelde alsof ze samen iets groots hadden bereikt. De kleuren van de vlieger dansten in de lucht terwijl ze zich verheugden over hun kleine overwinning.
Maar plotseling hoorde Timo iets ritselen in het gras achter hen. Hij draaide zich om en zag iets glinsteren tussen de bladeren. Nieuwsgierig stond hij op en liep ernaartoe.
“Wat is dat?” vroeg Livia terwijl ze hem volgde.
Timo bukte zich en tilde voorzichtig een klein zakje op dat half verborgen lag onder wat takken. Het was gemaakt van leer en had ingewikkelde patronen erop gebrandmerkt.
“Een schat?” opperde Hugo met twinkeling in zijn ogen.
Timo opende het zakje voorzichtig en vond er verschillende kralen in van verschillende kleuren: diepblauw, felrood, sprankelend groen en zonnig geel. Ze leken wel te gloeien in het zonlicht.
“Wow,” fluisterde Livia terwijl ze dichterbij kwam om te kijken.
“Wat zouden we ermee kunnen doen?” vroeg Hugo terwijl hij één van de kralen oppakte en deze tussen zijn vingers draaide.
“Ik weet het niet,” zei Timo terwijl hij naar de kralen keek. “Misschien kunnen we er iets mee maken?”
Livia knikte enthousiast. “Ja! We kunnen armbanden maken!”
En zo begonnen ze aan hun nieuwe project aan de rivierkant. Terwijl ze bezig waren met het rijgen van kralen op touwtjes, vertelde Livia verhalen over haar grootouders die vroeger ook kralen maakten voor speciale gelegenheden.
Hugo luisterde aandachtig, maar Timo merkte dat Livia af en toe naar hem keek met een bezorgde blik. Hij wist dat zij soms twijfelde of hij wel mee kon komen met hun spelletjes; Timo had namelijk één arm die niet helemaal goed functioneerde door een ongelukje toen hij jonger was geweest.
“Wat is er?” vroeg Timo toen hij haar blik ving.
“Oh niets,” zei Livia snel, maar Timo kon zien dat ze zich zorgen maakte over hoe hij zich voelde bij hun spelletjes.
“Ik kan dit ook,” zei hij vastberaden terwijl hij met zijn andere hand behendig verder ging met het rijgen van kralen zonder enige hulp nodig te hebben.
Livia glimlachte nu echt, opgelucht dat Timo zich niet anders voelde dan zij of Hugo. “Dat zie ik! Je doet het geweldig!”
Uren gingen voorbij terwijl ze kralen rijgden en verhalen vertelden over hun dromen voor later: avonturen die hen zouden brengen naar verre landen of misschien zelfs naar sterrenstelsels ver weg in het universum.
De zon begon langzaam onder te gaan toen hun armbanden eindelijk af waren – kleurrijk en vol leven net als zijzelf. Ze keken trots naar hun creaties; elk stuk uniek zoals zij waren als vrienden.
“Dit is echt leuk,” zei Hugo tevreden terwijl hij zijn armband bewonderde die schitterde in het laatste licht van de dag.
Timo knikte instemmend maar voelde ook iets anders – iets wat meer was dan alleen plezier; dit was vriendschap zonder grenzen of beperkingen, gewoon drie kinderen die samen waren aan de oever van een rivier vol mogelijkheden.
Terwijl ze terugliepen naar huis, voelden ze zich verbonden door meer dan alleen hun nieuwe armbanden; dit moment zou altijd bij hen blijven als herinnering aan wat vriendschap kan betekenen – geen geheimen of magie nodig om dat te begrijpen.