Kinderverhaaltje: De jongen die met wolken kon praten (door een dappere ridder)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**De jongen die met wolken kon praten**

Er was eens een jongen genaamd Samir. Samir woonde in een klein dorpje aan de rand van een groot bos. Hij was een vrolijke jongen met een grote glimlach en ogen die glinsterden als sterren. Samir had een bijzondere gave: hij kon met wolken praten.

Elke ochtend, als de zon opkwam, ging Samir naar buiten. Hij keek naar de lucht en zag de wolken drijven. Soms waren ze wit en pluizig, soms donker en dreigend. Samir stak zijn hand omhoog en fluisterde: "Hallo, wolken! Hoe gaat het vandaag?" De wolken leken te antwoorden door te bewegen of van vorm te veranderen.

Samir had deze gave ontdekt toen hij nog heel klein was. Op een dag zat hij op het dak van zijn huis en keek naar de lucht. Hij voelde zich alleen en begon te praten tegen de wolken. Tot zijn verbazing begonnen ze te reageren! Ze vormden zich in verschillende figuren: een hond, een vliegtuig, zelfs een grote vis! Sindsdien was Samir nooit meer alleen.

In het dorp kende iedereen Samir. Hij had veel vrienden, maar zijn beste vriend was Amina. Amina kwam uit een ander land, maar ze waren altijd samen. Ze speelden vaak in het bos of liepen langs de rivier. Amina vond het geweldig dat Samir met wolken kon praten. Ze vroeg hem vaak om verhalen te vertellen over wat de wolken zeiden.

Op een dag besloot Samir om Amina mee te nemen naar zijn geheime plek in het bos. Het was een open plek met gras en bloemen, omringd door hoge bomen. Boven hen waren er altijd veel wolken die langzaam voorbij dreven.

"Dit is mijn favoriete plek," zei Samir terwijl hij zich op het gras liet vallen. "Hier kan ik goed met de wolken praten."

Amina keek omhoog naar de lucht en zei: "Wat gaan we vandaag vragen?"

Samir dacht even na en zei toen: "Laten we vragen wat voor weer het morgen wordt." Hij stak zijn hand omhoog en riep: "Wolken! Wat voor weer wordt het morgen?"

De wolken leken even stil te staan voordat ze begonnen te bewegen. Ze draaiden rondjes en vormden uiteindelijk een grote zon met stralen die naar beneden schenen.

"Dat betekent dat het mooi weer wordt!" riep Amina blij.

Samir lachte en knikte. "Ja! We kunnen morgen gaan picknicken!"

De volgende dag was het inderdaad prachtig weer. Samir en Amina namen hun favoriete eten mee: broodjes met kaas, fruit en limonade. Ze gingen terug naar hun geheime plek in het bos.

Terwijl ze aten, vertelde Amina over haar familie die ver weg woonde. "Ik mis ze soms," zei ze zachtjes.

Samir voelde dat Amina verdrietig was. Hij stak zijn hand weer omhoog naar de lucht en vroeg: "Wolken, kunnen jullie iets doen voor mijn vriendin? Ze mist haar familie."

De wolken begonnen langzaam samen te komen en vormden uiteindelijk een hartje boven hen. Amina keek verwonderd omhoog.

"Zie je dat?" zei Samir met glinsterende ogen. "Ze willen je laten weten dat je niet alleen bent."

Amina glimlachte nu breder dan ooit tevoren. "Dank je wel, Samir! Dit is zo speciaal."

Maar niet alles was altijd leuk in het dorpje van Samir en Amina. Soms waren er dagen waarop kinderen gemeen tegen elkaar deden of ruzie maakten over kleine dingen.

Op school gebeurde er iets vervelends tussen twee jongens uit hun klas, Tom en Joris. Ze hadden ruzie over wie beter kon voetballen. De sfeer werd steeds grimmiger, en niemand durfde nog met elkaar te spelen.

Samir vond dit heel jammer en besloot iets te doen. Hij nam Amina mee naar zijn geheime plek in het bos om na te denken over hoe ze konden helpen.

"We moeten de jongens laten zien dat samenwerken leuker is dan ruzie maken," zei hij vastberaden.

Amina knikte enthousiast: "Ja! Laten we de wolken vragen om ons te helpen!"

Ze staken hun handen omhoog naar de lucht: "Wolken! Kunnen jullie ons helpen om Tom en Joris weer vrienden te maken?"

De wolken begonnen snel samen te komen, alsof ze wisten wat er moest gebeuren. Plotseling vormden ze twee grote voetballen naast elkaar!

"Dat is perfect!" riep Amina uitgelaten.

Samir glimlachte breed: "Laten we teruggaan naar school!"

Toen ze terugkwamen op school, zagen ze Tom en Joris nog steeds ruzie maken op het plein. Samir liep recht op hen af met Amina aan zijn zijde.

"Hé jongens!" riep hij vrolijk, "Kijk eens wat wij hebben gezien bij de wolken!"

Tom en Joris keken nieuwsgierig op terwijl Samir hen vertelde over de voetballen die de wolken hadden gemaakt.

"Waarom spelen jullie niet samen?" vroeg Amina vriendelijk.

Na even aarzelen keken Tom en Joris elkaar aan, alsof ze ineens beseften hoe dom hun ruzie eigenlijk was geweest.

"Misschien kunnen we wel samen spelen," zei Tom langzaam.

Joris knikte instemmend: "Ja! Laten we dat doen!"

En zo gebeurde het dat Tom en Joris weer vrienden werden dankzij Samirs bijzondere gave om met wolken te praten.

Vanaf die dag kwamen er meer kinderen bij hen spelen op het plein, allemaal blijer dan ooit tevoren. En elke keer als er iets misging of iemand zich verdrietig voelde, wisten Samir en Amina wat ze moesten doen: gewoon even kijken naar de wolken boven hen voor advies of steun.

Zo groeide hun vriendschap sterker dan ooit terwijl zij samen genoten van elk moment onder de prachtige lucht vol dromen – waar zelfs de wolken soms meededen in hun verhalen van hoop en vriendschap.

En zo leefden zij nog lang gelukkig in hun kleine dorpje aan de rand van het grote bos – altijd luisterend naar wat de wolken hen konden vertellen.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes