Er was eens een tunnel, maar niet zomaar een tunnel. Nee, deze tunnel was zo oud dat zelfs de stenen zich afvroegen of ze ooit nog een beetje fris konden worden. De ingang was bedekt met een dikke laag mos en omringd door een wirwar van takken die leken te strijden om de aandacht van voorbijgangers. En laat me je vertellen, het enige wat je daar voorbij zag komen waren de nieuwsgierige blikken van kinderen die dachten dat ze op avontuur gingen.
Op een zonnige dag, toen de lucht zo blauw was dat je er bijna in zou willen duiken, stonden twee vrienden voor deze mysterieuze ingang: Jordi en Jasmijn. Jordi had altijd al het idee gehad dat hij geboren was met een kompas in zijn hoofd, maar het probleem was dat het kompas vaak naar alle kanten wees behalve naar waar hij eigenlijk heen wilde. Jasmijn daarentegen had haar eigen unieke manier van navigeren; ze volgde gewoon haar nieuwsgierigheid en liet zich leiden door wat er op dat moment het meest interessant leek.
"Wat denk je dat er achter deze tunnel zit?" vroeg Jasmijn terwijl ze met haar vingers over de ruwe stenen wand streek.
"Zou het een verborgen schat zijn? Of misschien wel een geheime wereld vol met pratende dieren?" Jordi's ogen glinsterden bij de gedachte aan avontuur.
"Of gewoon meer mos," antwoordde Jasmijn met een grijns. "Maar laten we gaan kijken!"
En zo stapten ze samen de tunnel binnen, hun harten kloppend van opwinding en hun hoofden vol dromen over goudstukken en juwelen. De tunnel was donker en vochtig, maar naarmate ze verder liepen, begon er iets te glinsteren aan de andere kant.
"Wat is dat?" vroeg Jordi terwijl hij zijn hand boven zijn ogen hield om beter te kunnen zien.
"Ik weet het niet! Maar ik wil het ontdekken!" riep Jasmijn enthousiast terwijl ze sneller liep dan Jordi kon volgen. Dit was typisch voor haar; als iets haar interesseerde, kon niets of niemand haar stoppen.
Na wat leek op een eeuwigheid (maar in werkelijkheid slechts enkele minuten was), kwamen ze aan bij een grote open ruimte in de tunnel. En daar lag het: een oude houten kist bedekt met spinnenwebben en stof. Het leek wel alsof de kist hen uitdaagde om dichterbij te komen.
"Zou dit... zou dit de schat kunnen zijn?" vroeg Jordi met ingehouden adem.
Jasmijn knikte enthousiast en sprong naar voren om de kist open te maken. Met één krachtige beweging trok ze het deksel omhoog en daar lag iets wat eruitzag als... ja hoor, je raadt het al: een schatkaart!
"Wow! Kijk eens!" riep Jasmijn terwijl ze de kaart omhoog hield alsof het een gouden medaille was die ze net had gewonnen bij een wedstrijd voor snelste eter van pannenkoeken (wat overigens ook iets is waar Jordi goed in zou kunnen zijn).
Jordi leunde over haar schouder om beter te kijken. "Dit ziet eruit als... nou ja, ik heb geen idee wat dit is," zei hij eerlijk terwijl hij naar de krabbels op de kaart keek die meer leken op kunstwerken van kleuters dan op aanwijzingen voor verborgen rijkdommen.
"Maar kijk! Hier staat 'X'!" zei Jasmijn terwijl ze met haar vinger op een plek op de kaart drukte die eruitzag als… nou ja… iets wat je zou verwachten in een kindertekening van een eiland vol palmbomen en piraten.
“Dat betekent dat we moeten gaan graven!” zei Jordi enthousiast, nu helemaal in zijn element.
“Ja! Maar waar?” vroeg Jasmijn terwijl ze rondkeek in hun nieuwe ontdekkingsplek.
“Hier!” riep Jordi terwijl hij naar beneden wees waar enkele stenen lagen die eruitzagen alsof iemand er ooit overheen had gelopen – of misschien waren het gewoon stenen die toevallig daar lagen omdat moeder natuur besloot dat dit hun nieuwe thuis moest zijn.
En zo begonnen onze twee avonturiers aan hun zoektocht naar schatten zonder enige idee waar te beginnen – behalve dan bij hun enthousiasme (en misschien ook wel bij hun gebrek aan geduld). Terwijl zij druk bezig waren met graven (of beter gezegd: proberen niet te veel zand in elkaars gezicht te gooien), merkte Jasmijn plotseling iets hards onder haar handen.
“Wat is dit?” vroeg ze nieuwsgierig terwijl ze verder groef tot er eindelijk iets zichtbaar werd: Een oude metalen kist!
“Dit kan niet waar zijn!” riep Jordi uit terwijl hij zich haastig oprichtte en bijna over zijn eigen voeten struikelde. “We hebben echt iets gevonden!”
Met veel moeite tilde Jasmijn het zware ding omhoog en samen duwden ze hem open. Wat erin zat? Nou, laten we zeggen dat je nooit teveel moet verwachten van dingen die eruitzien als schatten – want binnenin vonden zij alleen maar oude munten die meer roest hadden dan glans en enkele verroeste kettingen waarvan niemand meer wist waar zij ooit toe dienden.
“Dit is geen echte schat,” zei Jordi teleurgesteld terwijl hij één van de munten oppakte en deze bestudeerde alsof hij verwachtte dat deze zou veranderen in goud zodra hij er goed genoeg naar keek.
“Nee,” zei Jasmijn met een glimlach die breder werd naarmate zij meer munten ontdekte. “Maar kijk eens hoe leuk dit is! We hebben onze eigen ‘schat’ gevonden!”
Jordi kon niet anders dan lachen om haar enthousiasme. “Ja, ik bedoel… wie heeft er nu geen zin om rond te lopen met roestige munten?”
En zo verlieten onze twee vrienden uiteindelijk de tunnel – niet met goud of juwelen, maar met verhalen vol avontuur en herinneringen die hen nog lang zouden bijblijven. Want soms is het avontuur zelf veel waardevoller dan wat je ook maar kunt vinden aan het einde ervan – zelfs als je ADHD hebt zoals Jordi soms had (en geloof me, soms kon hij echt niet stilzitten).
Dus als jij ooit langs die oude tunnel komt en iemand vraagt waarom jij daar staat te kijken… vertel hen dan vooral over twee vrienden die dachten dat zij piraten waren voor één dag – want wie weet? Misschien ligt jouw eigen avontuur wel net om de hoek!