In een klein dorpje, verscholen tussen glooiende heuvels en uitgestrekte velden, lag een oude eik. Deze eik was niet zomaar een boom; hij was de oudste bewoner van het dorp en had meer verhalen gehoord dan de meeste mensen ooit zouden kunnen vertellen. Zijn takken reikten hoog de lucht in, als armen die de hemel omhelsden. En onder deze eik zat ik, een slimme uil met een scherp oog voor detail en een nog scherpere pen. Mijn naam is Ulysses, en ik ben hier om jullie het verhaal te vertellen van Niels, een jongen met dromen die verder reikten dan de horizon.
Niels was geen gewone jongen. Hij had altijd al een fascinatie voor geschiedenis gehad, vooral voor het Oude Egypte. Terwijl zijn leeftijdsgenoten zich vermaakten met spelletjes en avonturen in het dorp, zat Niels vaak op zijn favoriete plek onder de oude eik met boeken vol hiërogliefen en verhalen over farao's. Zijn beste vriendin Tess kwam vaak bij hem zitten. Ze vond het leuk om naar zijn verhalen te luisteren, ook al begreep ze niet altijd wat hij zei.
Op een dag, terwijl de zon langzaam onderging en de lucht zich vulde met tinten van oranje en paars, vertelde Niels Tess over zijn grootste wens: "Ik wil naar het Oude Egypte reizen," zei hij met glinsterende ogen. "Ik wil de piramides zien en leren hoe ze werden gebouwd! Ik wil de geheimen van de farao's ontdekken!"
Tess lachte zachtjes. "Dat klinkt geweldig, maar hoe ga je dat doen? Je kunt niet zomaar in een tijdmachine stappen."
Niels zuchtte. "Dat weet ik wel," antwoordde hij somber. "Maar stel je voor dat er een manier is! Wat als we gewoon... konden dromen?"
Die avond, terwijl Niels in bed lag met zijn hoofd vol gedachten over piramides en mummies, viel hij in slaap met het boek over het Oude Egypte op zijn schoot. De sterren buiten twinkelden als diamanten aan de nachtelijke hemel.
Plotseling werd Niels wakker in een wereld die totaal anders was dan die van hemzelf. De lucht was warm en gevuld met geuren van specerijen en wierook. Voor hem stond een enorme piramide die glinsterde in het zonlicht als goud. Verbaasd wreef hij over zijn ogen; dit kon niet waar zijn! Was dit echt? Had hij gedroomd of was hij daadwerkelijk naar het Oude Egypte gereisd?
Met grote stappen liep Niels naar de piramide toe. De stenen waren zo groot als huizen en leken eeuwenoud te zijn. Terwijl hij dichterbij kwam, hoorde hij stemmen – mensen die druk bezig waren met hun dagelijkse leven: bouwers die stenen hieven, vrouwen die water haalden uit de nabijgelegen Nijl en kinderen die speelden in de schaduw van deze immense structuren.
Niels voelde zich klein tussen al deze mensen maar ook opgewonden; dit was precies waar hij altijd al van had gedroomd! Hij besloot om rond te kijken en meer te leren over deze fascinerende cultuur.
Terwijl hij door de straten liep, ontmoette hij Senn, een jongen van ongeveer dezelfde leeftijd als hijzelf. Senn had donkere ogen vol nieuwsgierigheid en droeg eenvoudige kleren gemaakt van linnen.
"Wie ben jij?" vroeg Senn terwijl hij Niels nieuwsgierig bekeek.
"Ik ben Niels," antwoordde hij enthousiast. "Ik kom uit... ver weg."
Senn knikte begrijpend; ver weg betekende niets voor hem behalve dat iemand anders misschien iets interessants te vertellen had.
"Wat doe je hier?" vroeg Senn verder.
"Ik wil leren hoe jullie leven," zei Niels oprecht. "En hoe jullie deze enorme piramides bouwen!"
Senn lachte breeduit. "Kom mee! Ik kan je alles laten zien!" En zo begon hun avontuur samen door het oude Egypte.
Senn leidde Niels door smalle straatjes vol kleurige markten waar handelaars hun waren aanprezen: kleurrijke stoffen, geurige oliën en glanzend aardewerk dat schitterde in de zon. Ze proefden zoete dadels en dronken koel water uit grote kruiken terwijl ze elkaar verhalen vertelden over hun levens – twee jongens uit totaal verschillende werelden maar verbonden door nieuwsgierigheid.
Na enkele uren wandelen kwamen ze aan bij de bouwplaats van de piramide zelf. Het was indrukwekkend om te zien hoe mannen samenwerkten om enorme blokken steen op elkaar te stapelen onder leiding van ervaren opzichters.
"Hoe doen jullie dat?" vroeg Niels verwonderd terwijl hij toekeek hoe ze hun kracht gebruikten om zware stenen te tillen.
"Het is teamwork," legde Senn uit terwijl hij zelf ook hielp bij het tillen van een kleinere steen. "Iedereen heeft zijn rol; zonder samenwerking kunnen we niets bereiken."
Niels knikte instemmend; dit principe leek universeel te zijn ongeacht tijd of plaats.
De dagen verstreken terwijl Niels meer leerde over het leven in het oude Egypte – over goden zoals Ra en Osiris, over rituelen rond leven en dood, over kunstwerken die verhalen vertelden zonder woorden.
Op een dag nam Senn hem mee naar de oever van de Nijl waar ze samen vis vingen met netten gemaakt van rietstengels. Terwijl ze daar zaten onder de warme zonneschijn bespraken ze hun dromen: Senn wilde ooit architect worden zodat hij nog grotere bouwwerken kon ontwerpen dan alleen piramides; Niels droomde ervan om schrijver te worden zodat iedereen kon leren over wat er gebeurde in andere tijden en plaatsen.
Maar naarmate dagen voorbijgingen begon Niels zich steeds meer af te vragen wanneer hij terug zou keren naar huis – naar Tess onder die oude eik waar alles begon.
Op een avond toen ze samen opkeken naar duizenden sterren boven hen zei Senn: “Je moet teruggaan voordat je vergeten bent wie je bent.”
Die woorden raakten iets diep binnenin Niels; misschien was het tijd om afscheid te nemen van deze prachtige wereld waarin alles zo levendig voelde maar toch niet echt thuis was geweest.
De volgende ochtend nam Senn hem mee naar dezelfde plek waar ze elkaar hadden ontmoet – vlakbij de grote piramide – waar alles begon voor hen beiden.
“Dit is mijn afscheid,” zei Niels terwijl er tranen in zijn ogen stonden bij het idee om weg te gaan maar tegelijkertijd voelde hij ook vreugde omdat dit avontuur onvergetelijk zou blijven.
“Tot ziens,” zei Senn glimlachend terwijl ze elkaar stevig omhelsden voordat alles weer vervaagde rondom hen…
En toen werd alles zwart voor even totdat er weer licht verscheen…
Niels schrok wakker onder dezelfde oude eik waar Tess nog steeds zat te wachten met haar boek open naast haar schoot alsof er niets gebeurd was!
“Niels!” riep Tess blij toen ze zag dat haar vriend teruggekeerd was na zoveel tijd “Waar ben je geweest?”
Met glinsterende ogen vertelde Niels haar alles wat er gebeurd was – niet als een droom maar als iets wat echt gebeurd leek!
En zo eindigt ons verhaal hier… of misschien begint het pas echt?