Kinderverhaaltje: Het avontuur met de vliegende schotel (door een rustige tuinman)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Het avontuur met de vliegende schotel**

Er was eens een jongen genaamd Tim. Tim was twaalf jaar oud en woonde in een klein dorpje. Hij had altijd al van avontuur gehouden, maar er was iets dat hem vaak tegenhield. Toen hij nog kleiner was, had hij een ongeluk gehad. Hij viel van zijn fiets en brak zijn arm. Sindsdien was hij bang om te vallen. Hij durfde niet meer snel te fietsen of te rennen zoals andere kinderen.

Op een zonnige dag besloot Tim dat het tijd was om zijn angst te overwinnen. Hij ging naar buiten en zag zijn vrienden, Lisa en Max, spelen in het park. Ze speelden met een bal en lachten veel. Tim voelde zich alleen, maar hij wist niet goed hoe hij erbij kon komen.

“Kom je ook spelen, Tim?” vroeg Lisa met een glimlach.

Tim schudde zijn hoofd. “Ik… ik weet het niet,” zei hij zachtjes.

Max kwam naar hem toe en zei: “Waarom kom je niet gewoon bij ons? We hebben veel plezier!”

Tim keek naar de bal die over het gras rolde. Hij wilde meedoen, maar de angst zat in zijn hoofd als een grote steen. “Misschien later,” zei hij en draaide zich om.

Terwijl hij wegliep, zag hij iets glinsteren aan de lucht. Het leek wel een schotel! Een grote vliegende schotel die langzaam dichterbij kwam. Tim stopte en keek omhoog met grote ogen.

“Wat is dat?” vroeg hij zich af.

De schotel zweefde stil boven het park en maakte een zacht zoemend geluid. De kinderen stopten met spelen en keken ook omhoog. Iedereen was verrast.

“Dat is geen gewone vliegtuig!” riep Max.

De schotel daalde langzaam naar beneden en landde op het gras vlakbij hen. De deur van de schotel ging open met een zachte klik, en er kwam een licht uit dat hen verblindde.

“Wat gebeurt er?” vroeg Lisa bang.

Tim voelde iets in zichzelf opborrelen: nieuwsgierigheid! Misschien was dit wel zijn kans om iets bijzonders mee te maken, iets dat hem zou helpen zijn angst te overwinnen.

Een klein wezen stapte uit de schotel. Het had groene huid, grote ogen en lange oren. Het keek rond alsof het op zoek was naar iets of iemand.

“Hallo!” zei het wezen met een hoge stem. “Ik ben Zog van de planeet Glimora! Ik heb jullie hulp nodig!”

De kinderen keken elkaar aan, vol verbazing maar ook vol nieuwsgierigheid.

“Wat kunnen wij doen?” vroeg Max dapper.

Zog glimlachte breed. “Ik ben mijn ster verloren! Zonder die ster kan ik niet terug naar huis.”

Tim voelde ineens dat dit avontuur belangrijk voor hem kon zijn. “Waar is die ster?” vroeg hij vastberaden.

Zog wees naar het bos aan de rand van het park. “Die kant op! Maar pas op voor de donkere schaduw!”

De kinderen keken naar elkaar en knikten toen samen. Dit avontuur zou hen dichter bij elkaar brengen én Tim zou misschien zijn angst kunnen overwinnen!

Ze liepen samen richting het bos, terwijl Zog hen leidde met zijn kleine handje omhoog gestoken als een soort gids. Het bos was donkerder dan ze hadden verwacht; takken kraken onder hun voeten terwijl ze verder liepen.

“Ik ben bang,” fluisterde Tim terwijl ze verder gingen.

Lisa legde haar hand op zijn schouder en zei: “We zijn samen, Tim! We kunnen dit doen.”

Met elke stap voelde Tim zich sterker worden, alsof de steun van zijn vrienden hem hielp om door te gaan ondanks zijn angst.

Na een tijdje kwamen ze bij een open plek in het bos waar de zon door de bomen scheen. Maar daar stond ook iets vreemds: een grote schaduw die hen aankijkend leek te wachten!

“Dat moet de donkere schaduw zijn!” riep Zog geschrokken uit.

De schaduw bewoog langzaam dichterbij en bleek een groot monster te zijn met scherpe tanden en gloeiende ogen!

“Wat willen jullie hier?” gromde het monster dreigend.

Tim voelde weer die steen in zijn buik groeien van angst, maar deze keer dacht hij aan Zog die hen nodig had. Hij nam diep adem en stapte naar voren.

“We willen je niets doen!” zei hij dapperer dan hij zich voelde. “We zoeken alleen Zogs ster!”

Het monster keek even verrast maar begon toen hard te lachen: “Die ster? Die heb ik al lang geleden gepakt! Ik gebruik hem om mijn grot te verlichten.”

Lisa fluisterde tegen Tim: “We moeten slim zijn!”

Tim knikte snel en kreeg ineens een idee: “Als jij ons die ster geeft, dan geven wij jou iets terug!”

Het monster stopte met lachen en keek nieuwsgierig: “Wat hebben jullie voor mij?”

Max sprong naar voren: “Wij kunnen je vertellen over onze wereld! Over spelletjes spelen, lachen… dingen die jij misschien nooit hebt gedaan!”

Het monster dacht na terwijl Zog hoopvol keek naar Tim en de anderen.

“Hmm… dat klinkt interessant,” gromde het monster uiteindelijk. “Oké, als jullie me wat leuke dingen leren, krijg je je ster terug.”

De kinderen juichten van blijdschap! Ze begonnen meteen verhalen te vertellen over hun avonturen in het dorp; hoe ze speelden in parken, hoe ze samen fietsten (wat voor Tim nog steeds spannend was), hoe ze soms bang waren voor dingen maar altijd samen sterk stonden!

Langzaam begon het monster meer te lachen; zelfs de scherpe tanden leken minder eng nu er vreugde in de lucht hing!

Na hun verhalen gaf het monster hen eindelijk Zogs ster terug – deze glinsterde prachtig in het zonlicht!

Zog sprong blij op en neer: “Dank jullie wel! Jullie hebben mij geholpen!”

Met hun nieuwe vriend Zog gingen ze terug naar de vliegende schotel waar alles begon. Toen ze binnen waren, straalde alles van licht!

“Ik zal jullie nooit vergeten,” zei Zog terwijl hij opstond om weg te vliegen naar Glimora.

Toen de schotel weer omhoog steeg in de lucht voelde Tim iets heel anders dan voorheen – geen angst meer maar blijdschap! Dit avontuur had hem geleerd dat samen sterk staan belangrijk is én dat angsten overwonnen kunnen worden als je ervoor kiest om door te gaan!

En zo keerde Zog terug naar huis terwijl Tim samen met Lisa en Max weer vrolijk terugliepen naar hun dorpje – klaar voor nieuwe avonturen zonder angst deze keer!

Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes