In een klein dorpje, omringd door groene velden en hoge bomen, woonden twee beste vrienden: Joris en Lotte. Joris was een nieuwsgierige jongen met een grote bril op zijn neus. Lotte had lange, blonde haren en altijd een glimlach op haar gezicht. Samen waren ze altijd op zoek naar avontuur.
Op een zonnige dag besloten Joris en Lotte om de oude schuur van Joris’ opa te verkennen. De schuur stond vol met oude spullen: fietsen zonder wielen, kratten vol boeken en zelfs een oude radio die niet meer werkte. Terwijl ze rondkeken, ontdekte Lotte iets bijzonders achter een stapel hout.
“Wat is dat?” vroeg ze terwijl ze naar een groot, raar apparaat wees. Het leek wel een machine met knoppen, lampjes en allemaal vreemde metalen onderdelen.
“Dat weet ik niet,” zei Joris terwijl hij dichterbij kwam. “Laten we het onderzoeken!”
Ze keken goed naar de machine. Er stond geen naam op, maar er was wel een grote knop in het midden. “Zou dit een tijdmachine kunnen zijn?” vroeg Lotte met glinsterende ogen.
“Een tijdmachine? Dat zou geweldig zijn!” zei Joris enthousiast. “Stel je voor dat we naar de tijd van de dinosaurussen kunnen gaan!”
Lotte lachte. “Of naar de toekomst! Misschien zien we dan vliegende auto’s!”
Ze besloten om het apparaat uit te proberen. Voorzichtig drukte Joris op de grote knop. Er gebeurde niets. Ze keken elkaar teleurgesteld aan.
“Misschien moeten we iets anders doen,” zei Lotte terwijl ze rondkeek in de schuur.
Joris zag een oud boek liggen op de grond. Het was vol met tekeningen van machines en uitvindingen. “Kijk!” riep hij terwijl hij het boek oppakte. “Misschien staat hier iets in over hoe je deze machine moet gebruiken.”
Ze gingen samen zitten en bladerden door het boek. Na wat zoeken vonden ze een pagina met tekeningen van verschillende tijdmachines. Er stond ook iets over hoe je de machine moest activeren.
“Je moet drie keer op de knop drukken en dan zeggen waar je naartoe wilt,” las Joris hardop voor.
“Dat klinkt eenvoudig!” zei Lotte blij.
Joris telde af: “Eén… twee… drie!” En toen drukte hij snel drie keer op de knop.
“Nu moeten we zeggen waar we naartoe willen!” zei Lotte enthousiast.
“Laten we naar de tijd van de dinosaurussen gaan!” riep Joris.
Met hun harten vol spanning riepen ze samen: “Naar de tijd van de dinosaurussen!”
Er klonk een harde zoemtoon en alles om hen heen begon te draaien als in een wervelwind. Ze voelden zich licht in hun hoofd en voor ze het wisten waren ze verdwenen uit de schuur.
Toen alles weer stil werd, stonden Joris en Lotte in een enorme groene jungle vol met hoge bomen en kleurrijke bloemen. De lucht was warm en vochtig, en overal om hen heen hoorden ze vreemde geluiden.
“Kijk daar!” riep Lotte terwijl ze wees naar iets groots dat tussen de bomen door liep.
Het was een enorme dinosaurussen! Zijn huid was groen met gele vlekken, en hij had lange nekken die boven de bomen uitstaken.
“Wauw! Dit is echt geweldig!” zei Joris vol bewondering.
Ze besloten dichterbij te gaan kijken, maar moesten voorzichtig zijn zodat ze niet ontdekt werden door het grote beest. Terwijl ze zich langzaam voortbewogen, zagen ze nog meer dinosaurussen: sommige liepen rond, anderen aten bladeren van hoge bomen of lagen gewoon in het gras te rusten.
Plotseling hoorden ze een luid gebrul achter zich! Ze draaiden zich snel om en zagen een andere dinosaurus die recht op hen afkwam! Het was veel kleiner dan de eerste maar zag er erg snel uit.
“We moeten weg hier!” gilde Lotte terwijl ze aan Joris trok.
Ze renden zo snel als hun benen konden dragen door het dichte struikgewas totdat ze eindelijk achter een grote boom konden schuilen. Hun harten klopten in hun keel terwijl ze luisterden naar het gebrul dat langzaam wegstierf.
“Ik denk dat we veilig zijn,” fluisterde Joris terwijl hij voorzichtig om de boom keek.
Lotte lachte nerveus. “Dit is spannender dan ik dacht!”
Na even rusten besloten ze verder te verkennen. Ze kwamen bij een grote open plek waar verschillende soorten dinosaurussen samenkwamen om te drinken bij een rivier. Het water glinsterde in het zonlicht, en er waren zelfs kleine dino’s die speelden aan de oever!
Joris nam voorzichtig zijn camera uit zijn tas om foto’s te maken van deze bijzondere dieren. “Dit is zo cool! Niemand zal ons geloven als we terugkomen,” zei hij blij terwijl hij klikte met zijn camera.
Maar plotseling hoorde Lotte iets achter hen bewegen! Ze draaide zich snel om en zag dat er weer eentje dichterbij kwam – deze keer was het nog groter!
“We moeten terug naar onze tijdmachine!” riep Lotte paniekerig terwijl ze aan Joris trok.
Ze renden weer door het bos richting waar zij dachten dat zij hun tijdmachine hadden achtergelaten, maar alles leek nu anders! De bomen stonden niet meer zoals eerder, alles leek veranderd!
“We zijn verdwaald!” zei Joris angstig terwijl hij zich omkeek naar alle onbekende geluiden die hen omringden.
Lotte probeerde kalm te blijven: “We moeten gewoon teruglopen zoals we gekomen zijn.”
Na wat zoeken vonden ze eindelijk weer hun tijdmachine tussen enkele dikke takken verstopt onder bladeren.
“We hebben geluk gehad,” zuchtte Joris opgelucht toen hij bij het apparaat kwam.
“Snel! Druk weer op die knop!” zei Lotte haastig.
Joris deed wat hij moest doen: drie keer drukken op de knop.
“Naar huis!” gilde hij.
De machine begon weer te zoemen, net als eerder toen zij aankwamen.
En voordat zij het wisten waren zij weer terug in de schuur van opa.
Ze keken elkaar aan met grote ogen vol verbazing.
“We hebben echt naar dinosaurussen gekeken!” zei Lotte ongelooflijk blij.
“Ja! En nu hebben wij verhalen voor altijd,” antwoordde Joris lachend.
Ze verlieten snel de schuur voordat iemand hen zou missen.
Die avond zaten zij samen onder sterrenhemel bij hun favoriete boom in het park.
“Ik kan niet wachten tot ons volgende avontuur,” zei Lotte stralend.
Joris knikte enthousiast: “Ja! Maar misschien kiezen wij dan wel voor iets minder gevaarlijks!”
Beiden lachten hardop terwijl zij droomden over nieuwe avonturen die nog komen zouden…