In een vergeten hoek van een stad die nooit sliep, waar de lichten flonkerden als sterren en de straten gevuld waren met het gelach van kinderen, stond een oud gebouw met stenen muren die zo dik waren dat ze geheimen konden fluisteren. Het was geen gewoon gebouw; het was een voormalige circusmanege, waar ooit vrolijke clowns en acrobaten hun kunsten vertoonden. Nu was het een schuilplaats voor de vergeten dromen van de stad.
De muren waren bedekt met graffiti, kleurrijke tekeningen van dieren die dansten en mensen die lachten. Maar diep in de kelder, waar het licht nauwelijks doordrong, lag iets dat nog veel vreemder was dan de kunstwerken op de muren. Het was een toverboek, verborgen onder een laag stof en spinnenwebben. Niemand wist ervan, behalve Anna.
Anna was een nieuwsgierige jongedame van zestien jaar met ogen zo helder als de lucht op een zomerse dag. Ze had altijd al een fascinatie gehad voor het onbekende en het mysterieuze. Op een dag besloot ze om haar vriend Kobe mee te nemen naar het oude gebouw. Kobe was achttien en had net zijn diploma behaald; hij had altijd al gedroomd van avontuur.
“Kom op, Kobe! Dit is onze kans om iets bijzonders te ontdekken!” riep Anna enthousiast terwijl ze hem aan zijn arm trok.
Kobe lachte en volgde haar naar binnen. “Wat als er spookverhalen over dit gebouw bestaan?” vroeg hij met een knipoog.
“Dan zijn we gewoon de dapperste avonturiers die ooit hebben bestaan!” antwoordde Anna vol zelfvertrouwen.
Ze daalden af naar de kelder, waar het donker en vochtig was. De geur van oud hout en schimmel vulde hun neusgaten terwijl ze hun weg baanden door de smalle gangetjes vol rommel. Plotseling stuitten ze op een zware houten deur, half openstaand.
“Zou dit het zijn?” vroeg Anna terwijl ze nieuwsgierig naar binnen gluurde.
Kobe knikte en duwde voorzichtig de deur verder open. Binnenin zagen ze rijen oude boekenplanken vol met boeken die er eeuwenoud uitzagen. Maar wat hun aandacht trok, was niet alleen de boekenwand; in het midden van de kamer stond een grote tafel bedekt met stof.
“Wat is dat?” vroeg Kobe terwijl hij dichterbij kwam.
Anna veegde het stof weg en onthulde een groot boek met gouden letters op de kaft: *Het Boek der Wonderen*. Haar hart klopte sneller van opwinding.
“Dit moet wel magisch zijn!” zei ze terwijl ze voorzichtig het boek opensloeg. De pagina’s waren gevuld met prachtige illustraties van vreemde wezens, betoverde bossen en sprankelende sterrenhemels.
Kobe leunde over haar schouder mee om te kijken. “Dit lijkt wel iets uit een sprookje,” zei hij verwonderd.
Terwijl Anna verder bladerde door het boek, begon ze te lezen over verschillende spreuken en toverspreuken. “Wist je dat je hiermee dingen kunt laten groeien of zelfs vliegen?” zei ze enthousiast.
Kobe grijnsde breed. “Laten we iets proberen! Wat dacht je van… laten we onszelf laten vliegen!”
Anna lachte hardop. “Dat klinkt geweldig! Maar ik weet niet of we dat zomaar kunnen doen.”
Toch kon Kobe’s enthousiasme niet worden weerhouden. Hij wees naar een spreuk die beloofde om mensen te laten zweven als veren in de lucht: *Volo et Fluctuo* – ‘Ik vlieg en zweef’.
“Kom op! We moeten dit proberen!” drong hij aan terwijl hij zich voorbereidde om te lezen wat er nodig was voor deze spreuk.
Met enige aarzeling begon Anna samen met Kobe te reciteren wat er in het boek stond geschreven:
“Volo et fluctuo, Als vogels zo vrij, Laat ons stijgen, De lucht in voorbij!”
Er gebeurde niets… totdat plotseling de lucht om hen heen begon te trillen als wateroppervlak bij een vallende steen! Een felle lichtflits vulde de ruimte en voordat ze het wisten, voelden ze zichzelf omhoog stijgen!
Met gierende lachjes stegen Anna en Kobe omhoog door de kelderruimte heen! De stenen muren leken steeds kleiner te worden naarmate zij hoger gingen zweven. Hun harten bonsden in hun borstkas terwijl ze door het plafond heen braken!
Boven hen ontvouwde zich een wereld vol kleuren: regenboogachtige wolken dansten rond hen terwijl zij door de lucht zweefden als twee blije vogels die net uit hun kooi waren ontsnapt. Ze keken elkaar aan met ogen vol verwondering; dit was geen droom!
“Dit is ongelooflijk!” riep Anna terwijl zij rondjes draaide in de lucht.
Kobe kon alleen maar lachen terwijl hij naast haar zweefde; alles voelde zo vrij! Maar na enkele momenten begonnen ze weer naar beneden te zakken – niet omdat zij dat wilden, maar omdat zij simpelweg niet wisten hoe zij moesten landen!
Met één laatste sprongetje kwamen zij terecht op zachte grasvelden vol bloemen die glinsterden in alle kleuren van de regenboog – alsof zelfs moeder natuur hen verwelkomde na hun avontuur in deze magische wereld!
Ze lagen daar even stilletjes naast elkaar, ademend in wat net gebeurd was – twee vrienden die samen iets hadden ervaren wat niemand anders ooit zou geloven zonder bewijs!
Na enkele minuten stonden ze weer op; hun harten klopten nog steeds snel van adrenaline toen zij terugkeken naar het oude gebouw achter hen – nu leek alles zoveel levendiger dan daarvoor!
“We moeten teruggaan,” zei Anna uiteindelijk met glinsterende ogen vol enthousiasme voor meer avonturen samen!
Kobe knikte instemmend maar wist ook dat dit pas het begin was geweest… Want wie weet wat er nog meer verborgen lag tussen deze oude stenen muren?