In een park dat zo groot was dat je er gemakkelijk verdwaalde, met bomen die zo hoog waren dat ze de wolken leken te kietelen, zat ik, een ondeugende aap genaamd Flip, op een tak van een oude eik. Mijn staart zwiepte heen en weer terwijl ik de wereld om me heen observeerde. Kinderen renden rond, hun gelach vulde de lucht als muzieknoten die dansten op de wind. Maar vandaag was anders. Vandaag zou ik iets bijzonders meemaken.
Daar, onder de schaduw van mijn favoriete boom, zat Luna. Een meisje met stralende ogen en een verbeelding die zo groot was als het universum zelf. Ze had een schetsboek op schoot en kleurpotloden verspreid om haar heen als sterren in de nacht. Ik kon niet anders dan nieuwsgierig zijn naar wat ze aan het maken was.
“Wat ben je aan het tekenen?” vroeg ik met mijn beste aapachtige charme.
Luna keek op, verrast door mijn plotselinge verschijning. “Oh! Een aap!” zei ze met een lach die zelfs de somberste wolk zou kunnen verdrijven. “Ik ben bezig met een verhaal over een magisch bos vol kleurpotloden.”
“Magische kleurpotloden?” herhaalde ik terwijl ik dichterbij kwam. “Dat klinkt spannend! Wat kunnen ze doen?”
Luna’s ogen glinsterden terwijl ze vertelde over haar fantasie: “Als je met deze potloden tekent, komen de dingen tot leven! Je kunt alles maken wat je maar wilt.”
Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. “En waar vind je deze potloden?”
“Dat weet ik niet precies,” zei ze terwijl ze haar hoofd schuin hield en nadacht. “Misschien in het bos aan de rand van het park? Of misschien in dromen?”
Ik sprong van mijn tak af en landde naast haar met een plof. “Laten we gaan zoeken! Wie weet wat voor avonturen we kunnen beleven!”
Luna lachte opnieuw en knikte enthousiast. “Ja! Laten we Ties erbij halen! Hij houdt ook van avontuur!”
Ties was Luna’s beste vriend, altijd klaar voor actie en vol energie. We vonden hem al snel bij het speeltoestel, waar hij zich had verstopt achter een grote glijbaan.
“Ties!” riep Luna terwijl ze naar hem toe rende. “We gaan op zoek naar magische kleurpotloden!”
Ties’ ogen lichtten op bij het horen van ons plan. “Magische kleurpotloden? Dat klinkt te gek! Ik ben erbij!”
Met onze kleine groep gevormd – Luna, Ties en ik – trokken we richting het bos aan de rand van het park. De bomen stonden als wachters langs ons pad, hun bladeren fluisterden geheimen in de wind.
Na een tijdje lopen kwamen we bij een open plek waar zonnestralen door de takken vielen als gouden stralen licht. In het midden stond een oude boom met knoestige takken die eruitzagen als handen die ons uitnodigden om dichterbij te komen.
“Dit moet wel de plek zijn!” zei Ties enthousiast terwijl hij naar de boom wees.
Luna knielde neer en begon te graven in de aarde onder de boomwortels met haar handen. Na enkele momenten stuitte ze op iets hards.
“Wat is dat?” vroeg ik nieuwsgierig terwijl ik over haar schouder keek.
Ze trok voorzichtig iets uit de grond: drie kleurrijke potloden die glinsterden alsof ze net uit een regenboog waren gevallen.
“Wow!” riep Ties uit terwijl hij ernaar wees alsof hij goud had gevonden. “Dit zijn zeker magische kleurpotloden!”
Luna pakte één van de potloden op en hield deze omhoog tegen het licht. Het leek wel te trillen in haar hand, alsof het vol energie zat.
“Wat zullen we eerst tekenen?” vroeg ze enthousiast.
“Ik wil graag een vliegend schip!” zei Ties zonder enige aarzeling.
“En ik wil een reusachtige banaan!” riep ik uit omdat bananen altijd goed zijn voor aapjes zoals ik!
Met onze ideeën in gedachten begonnen we te tekenen op grote bladeren die we vonden rondom de boom. Luna begon met Ties’ vliegende schip; elke lijn leek te gloeien toen ze het potlood over het blad bewoog.
Plotseling begon het schip te trillen en voor onze ogen steeg het langzaam omhoog vanuit het blad! Het werd groter en groter totdat er echt iemand in kon zitten!
Ties sprong opgewonden omhoog: “Kijk! Het werkt!”
Luna’s ogen waren wijd open van verbazing toen ze ook mijn banaan zag groeien vanuit ons blad – maar dit was geen gewone banaan; deze had vleugels!
“We moeten erin springen!” riep Ties terwijl hij naar zijn vliegende schip rende.
Zonder na te denken sprongen we allemaal aan boord van Ties’ schip dat nu majestueus door de lucht zweefde boven ons magische bos vol kleuren en geluiden die we nog nooit eerder hadden gehoord.
De wereld onder ons leek klein en ver weg terwijl we hoger stegen dan ooit tevoren; bomen werden miniatuurfiguren en mensen leken als mieren die druk bezig waren hun eigen leven te leiden zonder enige notie van onze avonturen boven hen.
“We vliegen!” gilde Luna vol vreugde terwijl ze haar armen wijd openstak zoals vogels die vrij door de lucht zweven.
Maar plotseling begon alles om ons heen te veranderen; kleuren spatten uit elkaar als verfspetters tijdens een storm – alles werd levendig!
De lucht vulde zich met geluiden van zingende bloemen en dansende vlinders die om ons heen fladderden alsof zij onze nieuwe vrienden waren geworden in dit avontuur zonder einde of moraal of wat dan ook!
We vlogen verder dan ooit tevoren totdat we eindelijk weer landden in datzelfde park waar alles begon – maar nu was alles anders: elke boom straalde kleuren uit zoals nooit tevoren; zelfs wijzelf leken veranderd door onze ervaring!
Met onze magische kleurpotloden nog steeds in handen keken we elkaar aan vol verwondering; wat zouden we nu weer gaan creëren?
En zo zaten wij daar – drie vrienden onder één grote eik – klaar voor nog meer avonturen zonder enige zorgen of einddoelen… alleen maar plezier in deze kleurrijke wereld waarin wij samen leefden!
Dus wie weet wat er nog meer mogelijk is? Want soms is avontuur gewoon om hoek… of misschien zelfs onder je voeten verborgen… wachtend tot iemand dapper genoeg is om ervoor te graven!