Er was eens een groot, groen bos. In dat bos woonden veel dieren. Er waren vogels, konijnen, herten en ook schapen. Maar er was ook een wolf. De wolf heette Wout. Wout was groot en sterk. Hij had scherpe tanden en een dikke vacht. De schapen waren altijd bang voor Wout.
Eén van die schapen heette Sam. Sam was klein en wit met een pluizige vacht. Hij had grote, ronde ogen en was altijd nieuwsgierig. Maar Sam had één probleem: hij kon niet goed lezen of schrijven. Soms maakte hij fouten met woorden. Dat vond hij vervelend, maar hij gaf niet op.
Op een dag liep Sam verder van de groep schapen weg dan normaal. Hij wilde de wereld ontdekken! Terwijl hij rondkeek, hoorde hij plotseling iets achter zich. Het was Wout de wolf! Sam kreeg het meteen koud van angst.
“Help! Een wolf!” riep Sam.
Wout kwam dichterbij, maar in plaats van te grommen of te bijten, keek hij naar Sam met grote ogen.
“Waarom ben je zo bang?” vroeg Wout.
“Jij bent een wolf! Wolven eten schapen!” zei Sam met trillende stem.
Wout zuchtte diep. “Ja, dat klopt,” zei hij zachtjes. “Maar ik ben niet zoals andere wolven.”
Sam keek Wout aan en zag dat zijn ogen vriendelijk waren. “Wat bedoel je?” vroeg hij nieuwsgierig.
“Ik hou niet van schapen eten,” zei Wout met een glimlach. “Ik hou meer van vrienden maken.”
Sam kon het niet geloven. Een wolf die vrienden wilde maken? Dat leek wel een sprookje! Maar iets in de stem van Wout maakte hem nieuwsgierig.
“Wil je echt vrienden zijn?” vroeg Sam voorzichtig.
“Ja,” antwoordde Wout enthousiast. “Laten we samen spelen!”
Sam dacht even na. Het was eng om met een wolf te spelen, maar zijn nieuwsgierigheid won het van zijn angst.
“Oke,” zei Sam met kleine stemmetjes.
Ze begonnen samen te spelen in het bos. Ze renden tussen de bomen door en speelden verstoppertje achter grote rotsen. Sam ontdekte dat Wout heel snel kon rennen, maar ook heel goed kon verstoppen!
Na een tijdje voelde Sam zich steeds meer op zijn gemak bij Wout. Ze praatten over hun leven in het bos en wat ze leuk vonden om te doen.
“Ik vind het leuk om te rennen,” zei Sam blij.
“Ik ook!” antwoordde Wout met glinsterende ogen.
Maar toen kwam er iets wat hun vriendschap op de proef stelde. Een paar dagen later zagen de andere schapen dat Sam met Wout speelde.
“Sam! Kom terug!” blaatte één van de schapen geschrokken. “Dat is een wolf!”
Sam voelde zich verdrietig toen hij naar zijn vrienden keek. Ze begrepen niet dat Wout anders was dan andere wolven.
“Maar ik ben veilig!” riep Sam terug naar de schapen.
De andere schapen keken elkaar aan en bleven bang staan waar ze waren.
Wout merkte dat Sam zich ongemakkelijk voelde en besloot weg te gaan om hem niet in gevaar te brengen.
“Misschien is het beter als ik ga,” zei Wout somber.
“Nee!” riep Sam snel uit, “ik wil jou als vriend!”
Maar het was al te laat; Wout liep weg in de richting van het donkere deel van het bos waar niemand ooit kwam.
Die nacht kon Sam niet slapen. Hij dacht aan zijn nieuwe vriend en hoe moeilijk het was om anders te zijn dan anderen.
De volgende dag besloot hij naar Wout toe te gaan om hem terug te vragen als vriend.
Met elke stap die hij zette, voelde hij zich sterker worden.
Toen hij bij de plek kwam waar ze vaak speelden, zag hij tot zijn verbazing dat er iets vreemds gebeurde.
Een groep jagers had hun tenten opgezet vlakbij.
Sam verstopt zich achter een boom en keek toe hoe ze hun spullen klaarlegden.
Hij zag hoe ze wapens hadden en hoe ze naar het bos keken.
“Oh nee,” dacht Sam bezorgd, “ze willen misschien de dieren vangen!”
Hij wist dat hij iets moest doen.
Snel rende hij terug naar de groep schapen.
“Jongens! We moeten ons verstoppen!” blaatte hij paniekerig.
De andere schapen keken hem verbaasd aan.
“Waarom? Wat is er aan de hand?” vroegen ze.
“Er zijn jagers in het bos! We moeten weg hier!” zei Sam vastberaden.
De schapen geloofden hem eindelijk toen ze zagen hoe serieus hij keek.
Ze volgden hem snel naar een veilige plek verderop in het bos waar ze konden verstoppen onder grote takken en bladeren.
Na enige tijd hoorden ze stemmen dichtbij komen.
De jagers zochten overal naar dieren om te vangen.
Sam hield zijn adem in terwijl ze dichterbij kwamen.
Gelukkig gingen ze uiteindelijk weer weg zonder iets te vinden!
Toen alles weer stil werd, durfde Sam weer naar buiten te komen samen met de andere schapen.
“We hebben geluk gehad,” zei één schaap opgelucht.
“Ik heb nog steeds geen idee waarom jij zo bang bent voor die wolf,” zei een ander schaap sceptisch.
“Ik weet waarom,” zei Sam zelfverzekerd terwijl zijn hart sneller klopte bij het idee om hen over Wout te vertellen,
“Omdat ik weet dat we allemaal anders kunnen zijn.”
En zo vertelde hij hen over zijn bijzondere vriend: de wolf die geen schaap wilde eten maar juist vrienden wilde maken!
De andere schapen luisterden aandachtig terwijl hun ogen groter werden bij elk woord dat uit Sams mond kwam.
Uiteindelijk begrepen ze dat vriendschap soms op onverwachte plaatsen kan komen!
Van die dag af aan accepteerden alle schapen dat er meer mogelijk is dan alleen wat je ziet of denkt!
En wie weet? Misschien zouden zij ook ooit vrienden worden met iemand die heel anders is dan zijzelf!
En zo eindigde dit avontuur tussen Wolf Wout en Schaap Sam; twee vrienden die elkaar hielpen begrijpen wat echte vriendschap betekent!