Kinderverhaaltje: De reis van Emma naar het verre eiland (door een fantasierijke verhalenverteller)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**De reis van Emma naar het verre eiland**

Op een heldere dag, toen de zon zijn gouden stralen over de wereld verspreidde, zat Emma op de top van een heuvel. De heuvel was niet bijzonder hoog, maar het uitzicht was adembenemend. Voor haar strekte zich een uitgestrekt landschap uit, met glooiende velden en een glinsterende zee in de verte. De lucht was helder en blauw, en de wolken leken wel van katoen. Emma had altijd al een verlangen gehad om verder te kijken dan wat haar ogen konden zien.

Terwijl ze daar zat, met haar benen over de rand van de heuvel gehangen, dacht ze aan het verre eiland dat ze ooit had gehoord. Het eiland zou vol wonderen zijn, met stranden die zo wit waren als sneeuw en bomen die vruchten droegen in alle kleuren van de regenboog. Ze had geen idee hoe ver het eiland was of hoe ze er moest komen, maar dat maakte haar niet uit. Het idee alleen al vulde haar met een gevoel van avontuur.

Dario, een jongen uit het dorp dat aan de voet van de heuvel lag, kwam voorbij lopen. Hij zag Emma zitten en besloot even te stoppen om met haar te praten. "Wat doe je hier zo alleen?" vroeg hij nieuwsgierig.

Emma keek op en glimlachte. "Ik droom over het verre eiland," antwoordde ze terwijl ze naar de horizon wees. "Ik wil erheen."

Dario trok zijn wenkbrauwen op. "Het verre eiland? Dat klinkt interessant! Maar hoe ga je daar komen?"

"Dat weet ik nog niet," zei Emma eerlijk. "Misschien kan ik een boot bouwen of iets anders verzinnen."

Dario dacht even na en zei toen: "Ik kan je helpen! Ik heb wel wat ideeën." En zo begon hun gesprek over plannen maken voor hun reis naar het verre eiland.

De dagen verstreken terwijl Emma en Dario hun plannen verder uitwerkten. Ze verzamelden materialen om een boot te bouwen: takken, bladeren en alles wat ze konden vinden in de omgeving. Ze werkten samen op de heuveltop, waar niemand hen kon storen en waar ze hun dromen konden laten groeien.

Juna, een andere jongen uit het dorp die vaak met Dario optrok, kwam ook af en toe langs om te kijken wat ze aan het doen waren. "Wat is dit voor project?" vroeg ze nieuwsgierig terwijl ze hen observeerde.

"We bouwen een boot!" riep Dario enthousiast. "En we gaan naar het verre eiland!"

Juna lachte zachtjes maar zei: "Dat klinkt leuk! Maar hebben jullie al nagedacht over hoe jullie terugkomen?"

Emma schudde haar hoofd. "Dat maakt niet uit," zei ze vastberaden. "We gaan gewoon."

De weken gingen voorbij en uiteindelijk was hun boot klaar – of tenminste zo goed als mogelijk voor drie kinderen zonder enige ervaring in scheepsbouw. Het was meer een vlot dan een echte boot, maar dat maakte hen niet uit; hun enthousiasme was aanstekelijk.

Op een dag besloten ze dat het tijd was om hun avontuur te beginnen. Ze sleepten hun vlot naar beneden naar de kustlijn waar de zee kalm lag te wachten op hun komst.

"Zijn jullie er klaar voor?" vroeg Dario terwijl hij zijn handen wreef om zich warm te houden in de koele bries.

Emma knikte vastberaden terwijl Juna naast hen stond met glinsterende ogen vol verwachting.

Ze stapten voorzichtig op het vlot en duwden zich af van de kustlijn. De eerste paar minuten waren spannend; het vlot wiebelde onder hen terwijl ze zich verder van het strand verwijderden.

"Dit is geweldig!" riep Emma terwijl ze naar achteren keek naar de heuveltop die steeds kleiner werd.

De zee was kalm en glinsterde als duizenden diamanten onder de zonnestralen die erop vielen. Terwijl ze verder peddelden – of beter gezegd: duwden – voelde Emma zich vrijer dan ooit tevoren.

Uren gingen voorbij terwijl ze peddelden over het water dat hen zachtjes wiegde als een kind in zijn wieg. De horizon leek nooit dichterbij te komen; soms leek het alsof ze gewoon rondjes dreven zonder echt vooruitgang te boeken.

"Misschien moeten we even pauzeren," stelde Juna voor na verloop van tijd toen iedereen moe begon te worden van het peddelen.

Ze stopten met peddelen en lieten zich drijven op het vlot terwijl ze genoten van de zon die op hun huid scheen en de frisse lucht die hen omringde.

"Wat als we nooit aankomen?" vroeg Dario plotseling met een frons op zijn gezicht.

Emma haalde haar schouders op. "Dan hebben we in ieder geval iets gedaan wat niemand anders heeft gedaan."

Na enige tijd weer verder gepeddeld te hebben, zagen ze eindelijk iets in de verte – iets wat leek op land! Hun harten sloegen sneller toen ze beseften dat dit misschien wel het verre eiland kon zijn waarover Emma altijd had gedroomd.

Toen ze dichterbij kwamen, zagen ze dat er inderdaad zandstranden waren die uitnodigend leken om ontdekt te worden. Ze landden veilig aan wal en sprongen enthousiast van hun vlot af.

Het eiland was prachtig; palmbomen wuifden zachtjes in de wind en kleurrijke bloemen bloeiden overal om hen heen. Ze renden over het strand, voelden het warme zand tussen hun tenen en lachten luidkeels bij elke stap die zij zetten.

Ze verkenden elk hoekje van dit nieuwe paradijs; klommen op rotsen, verzamelden schelpen langs de kustlijn en genoten simpelweg van elkaars gezelschap zonder enige zorgen of verplichtingen achter zich te laten.

De zon begon langzaam onder te gaan toen Dario plotseling stopte bij een grote rotsformatie aan zee. “Kijk!” riep hij enthousiast terwijl hij wees naar iets glinsterends tussen twee stenen.

Ze kropen dichterbij om beter te kunnen kijken en ontdekten dat er kleine visjes rondzwommen in kristalhelder water tussen de rotsen – levendige kleuren die schitterden als edelstenen onder water.

“Dit is ongelooflijk!” zei Juna verwonderd terwijl zij haar hand uitstak om één van de visjes aan te raken dat nieuwsgierig dichterbij kwam zwemmen.

Emma voelde zich gelukkig; dit moment was precies zoals zij altijd had voorgesteld – vrij zijn op een plek vol schoonheid zonder enige zorgen of verantwoordelijkheden die hen zouden kunnen afleiden van deze ervaring.

Naarmate de avond viel, zaten Emma, Dario en Juna samen rond een klein vuurtje dat zij hadden gemaakt met takken die zij hadden verzameld tijdens hun verkenningstocht over het eiland.

“Wat nu?” vroeg Juna na enkele momenten stilte waarin zij allemaal dromerig naar het vuur keken.

“Nu genieten we,” antwoordde Dario simpelweg.

En zo deden zij; zij genoten samen van deze bijzondere avond onder sterrenhemel zonder enig idee wat morgen zou brengen of hoe lang zij hier zouden blijven.

De nacht viel langzaam over hen heen terwijl zij daar zaten bij elkaar rondom vuurlicht - drie vrienden verbonden door avontuur zonder enige verplichtingen of verwachtingen.

En zo ging hun reis voort - niet gericht op bestemming maar puur gericht op genieten van elk moment dat deze nieuwe wereld hen bood.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes