Kinderverhaaltje: Tommy en de tijdmachine in de tuin (door een dappere ridder)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Tommy en de tijdmachine in de tuin**

Aan de rand van een rustig meer, omringd door weelderige groene velden, woonde een jongen genaamd Tommy. Tommy was een nieuwsgierige jongen van twaalf jaar, met een hoofd vol dromen en een hart vol avontuur. Zijn dagen bracht hij door met het verkennen van de natuur rondom het meer, het vangen van kikkers en het bouwen van hutten van takken en bladeren. Maar wat Tommy het meest fascineerde, was de oude schuur in de tuin van zijn huis.

De schuur was al jaren niet meer gebruikt. Het hout was vergrijsd door de tijd en de deur piepte als je hem opende. Tommy had altijd al willen weten wat er binnenin verborgen lag. Op een zonnige middag besloot hij dat het tijd was om zijn nieuwsgierigheid te bevredigen.

Met een stevige ademhaling duwde hij de deur open. Het licht viel naar binnen en onthulde een rommelige verzameling van oude gereedschappen, verroeste fietsen en vergeten meubels. Maar wat zijn aandacht trok, was iets dat half verborgen lag onder een oude zeilboot: een glimmend apparaat dat leek op een combinatie van een machine en een stoel.

Tommy liep dichterbij en veegde het stof weg. Het apparaat had knoppen, schakelaars en zelfs een schermpje dat flikkerde met vreemde symbolen. "Wat is dit?" mompelde hij tegen zichzelf terwijl hij zijn vingers over de knoppen liet glijden.

Net op dat moment kwam Kieran, Tommy's beste vriend, aanlopen. "Hé Tommy! Wat ben je aan het doen?" vroeg Kieran nieuwsgierig terwijl hij over Tommys schouder keek.

"Ik weet het niet precies," antwoordde Tommy terwijl hij nog steeds naar het apparaat staarde. "Maar ik denk dat dit... misschien wel een tijdmachine is."

Kieran lachte hardop. "Een tijdmachine? Kom op! Dat bestaat niet echt."

"Misschien niet," zei Tommy met vastberadenheid in zijn stem, "maar wat als het wel zo is? Laten we het gewoon proberen!"

Kieran rolde met zijn ogen maar kon Tommys enthousiasme niet weerstaan. "Oké dan! Wat moeten we doen?"

Tommy begon te experimenteren met de knoppen en schakelaars op de machine. Na enkele minuten drukken en draaien gebeurde er iets onverwachts: er klonk een zoemend geluid en het schermpje begon te flitsen in verschillende kleuren.

"Wat heb je gedaan?" vroeg Kieran nerveus terwijl hij achteruit stapte.

"Geen idee!" riep Tommy terug, maar voordat ze verder konden praten werden ze omhuld door een fel licht dat hen deed knipperen met hun ogen.

Toen het licht eindelijk verdween, stonden ze niet langer in de schuur maar op een andere plek – aan dezelfde rand van hetzelfde meer, maar alles zag er anders uit. De lucht was helderder, de bomen waren groter en er waren geen huizen of wegen te zien.

"Waar zijn we?" vroeg Kieran verwonderd terwijl hij zich omkeek.

"Ik denk... dat we terug in de tijd zijn gegaan," zei Tommy met grote ogen.

Ze liepen verder langs het meer en ontdekten al snel dat ze niet alleen waren. Een groep kinderen speelde aan de oever; ze leken ongeveer even oud als Tommy en Kieran maar droegen kleding die eruitzag alsof ze uit een geschiedenisboek kwamen.

"Wat is dit voor gekke plek?" fluisterde Kieran terwijl ze dichterbij kwamen.

Een meisje met lange vlechten kwam naar hen toe gelopen. "Hallo! Ik ben Pleun! Jullie komen hier niet vaak voor mijn gevoel."

Tommy glimlachte terug. "Wij... ehm... zijn hier net aangekomen."

Pleun keek hen nieuwsgierig aan. "Jullie zien eruit alsof jullie uit de toekomst komen! Wat is er anders daar?"

Tommy dacht even na voordat hij antwoord gaf. "Nou, we hebben technologie zoals smartphones en computers."

Pleun's ogen werden groot van verbazing. "Wat is dat? Kun je ons laten zien?"

Kieran grinnikte bij het idee om hun moderne gadgets uit te leggen aan deze kinderen uit vervlogen tijden, maar voordat ze verder konden praten klonk er plotseling geschreeuw vanuit het water.

Een jongen die verderop stond te vissen had per ongeluk zijn hengel laten vallen in het meer, waar deze dreigde weg te drijven op de golven.

Zonder aarzelen sprongen Tommy en Kieran in actie. Ze renden naar de oever waar Pleun hen volgde met grote ogen vol bewondering voor hun moed.

“Wacht!” riep Pleun hen na terwijl ze zelf ook richting water rende.

Tommy dook naar voren om te proberen de hengel te grijpen voordat deze volledig onder water verdween. Met één krachtige beweging slaagde hij erin om hem vast te pakken net voordat deze onderging.

“Ja!” juichte Kieran terwijl hij zich oprichtte met de hengel in handen als bewijs van hun heldhaftigheid.

De jongen die had gevist kwam naar hen toe gerend met blijdschap op zijn gezicht toen hij zag dat zijn hengel veilig was teruggebracht. “Dank jullie wel! Ik ben Joris,” zei hij enthousiast terwijl hij hen bedankte voor hun hulp.

De kinderen begonnen al snel verhalen uit te wisselen over hun levens – over hoe zij speelden zonder technologie of hoe zij hun dagen vulden met avonturen in plaats van schermen – iets wat voor Tommy en Kieran heel anders voelde dan hun eigen leven thuis.

De zon begon langzaam onder te gaan boven het meer toen Pleun hen uitnodigde om mee te spelen bij haar favoriete spel: tikkertje langs de oeverlijn waar iedereen samenkwam om plezier te maken zonder zorgen of verplichtingen.

Tommy voelde zich vrijer dan ooit tevoren; geen drukte of verwachtingen zoals thuis – alleen maar lachen, rennen en genieten van elk moment samen met nieuwe vrienden die zo anders waren dan zijzelf maar toch zo gelijkwaardig voelden in hun verlangen naar avontuur.

Uren gingen voorbij zonder dat ze zich ervan bewust waren totdat uiteindelijk zelfs Joris zei: “Dit is geweldig! Maar ik moet nu echt naar huis.”

De jongens keken elkaar aan; ook zij wisten dat ze moesten gaan – hoe moeilijk ook om afscheid te nemen na zo’n bijzondere dag vol vreugde samen met nieuwe vrienden die hen zoveel hadden geleerd over simpel plezier zonder technologie of zorgen over morgen…

Terwijl ze terugliepen naar waar ze dachten dat ze vandaan kwamen voelde alles nog steeds zo levendig; alsof elke stap hen dichter bij huis bracht maar tegelijkertijd ook verder weg…

Bijna automatisch leidden hun voeten hen weer naar die mysterieuze machine die nog steeds daar stond zoals altijd – stilletjes wachtend tot iemand weer zou proberen hem tot leven te brengen…

“Zullen we?” vroeg Kieran aarzelend toen ze bij de schuur aankwamen waar alles begon…

“Ja,” antwoordde Tommy vastberaden terwijl hij opnieuw alle knoppen bekeek; “Laten we gewoon gaan.”

En zonder enige verdere woorden drukten ze samen op één laatste knop waarna opnieuw fel licht hen omhulde…

En toen…

Was alles weer stil…

Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes