Sara was een meisje van twaalf jaar. Ze woonde in een klein dorpje, omringd door bossen en velden. Haar kamer was gevuld met boeken en tekeningen. Maar er was iets dat Sara altijd achtervolgde. Het was een schaduw uit het verleden, iets wat ze niet kon vergeten.
Op een dag, terwijl ze in haar kamer zat, keek ze naar buiten. De lucht was blauw en de zon scheen fel. Maar Sara voelde zich somber. Ze had altijd gedroomd van avonturen, maar iets hield haar tegen. Het gebeurde jaren geleden, toen ze nog jonger was. Ze had een ongeluk gehad tijdens het spelen in het bos. Sindsdien voelde ze zich vaak bang en alleen.
Die avond, terwijl de sterren aan de hemel verschenen, besloot Sara dat ze iets moest doen. Ze wilde weg van haar angst en op zoek gaan naar iets moois. Ze pakte haar rugzak en vulde deze met wat spullen: een notitieboekje, een potlood en wat snacks.
Sara stapte naar buiten en liep richting het bos. De bomen stonden stil in de nachtelijke lucht. De maan scheen helder en gaf alles een magische gloed. Terwijl ze dieper het bos in liep, voelde ze de spanning in haar buik groeien. Wat zou ze vinden? Zou dit avontuur haar helpen?
Na een tijdje lopen kwam Sara bij een open plek. In het midden stond een grote boom met dikke takken die als armen leken te reiken naar de sterren. Onder de boom lag een zacht grasveld dat uitnodigend leek te zijn.
Sara ging zitten onder de boom en opende haar notitieboekje. Ze begon te schrijven over haar dromen: over verre landen, over kastelen in de lucht en over zeeën vol geheimen. Terwijl ze schreef, voelde ze zich vrijer worden.
Plotseling hoorde ze een zacht gefluister om zich heen. Het klonk als stemmen die met elkaar praatten. Sara keek om zich heen, maar zag niemand. Het gefluister werd sterker en leek te komen vanuit de boom zelf.
"Kom dichterbij," zei een stem met een warme klank.
Sara aarzelde even, maar nieuwsgierigheid dreef haar vooruit. Ze stond op en liep naar de boom toe. Toen ze dichterbij kwam, zag ze dat er kleine lichtjes tussen de takken flonkerden, als vuurvliegjes die dansten in de lucht.
"Wie zijn jullie?" vroeg Sara voorzichtig.
"We zijn de Droombewakers," antwoordde één van de lichtjes met een sprankelende stem. "We zorgen ervoor dat dromen werkelijkheid worden."
Sara's ogen werden groot van verbazing. "Dromen? Hoe dan?"
"Als je ons volgt," zei het lichtje, "kun je naar het land van dromen gaan."
Zonder na te denken knikte Sara enthousiast. De Droombewakers zweefden om haar heen en leidden haar naar de grote boom. Plotseling begon de grond te trillen en er verscheen een opening aan de voet van de boom.
"Stap binnen," zei één van hen.
Sara nam een diepe ademhaling en stapte door de opening heen. Binnenin was het donker, maar al snel vulden duizenden kleuren haar zicht toen ze verder liep.
Ze bevond zich in een wonderlijke wereld vol magie en avontuur! Overal om haar heen waren prachtige landschappen: bergen die glinsterden als diamanten, rivieren die vloeibaar goud leken te zijn en bloemen die zongen als vogels.
"Welkom in het land van dromen!" riep één van de Droombewakers blij.
Sara kon niet geloven wat ze zag! Ze rende door velden vol kleurrijke bloemen die dansend hun geur verspreidden in de lucht. Ze sprong over rivieren vol glinsterend water dat als kristallen leek te zijn.
Maar terwijl zij genoot van deze nieuwe wereld, voelde zij ook weer die schaduw uit het verleden opkomen – herinneringen aan angstige momenten tijdens haar ongeluk in het bos kwamen terug.
De Droombewakers zagen dat Sara even stopte met lachen en vroegen: "Wat is er? Waarom ben je verdrietig?"
Sara zuchtte diep voordat ze antwoordde: "Ik heb ooit iets vreselijks meegemaakt... Ik ben bang voor wat er kan gebeuren."
De Droombewakers keken elkaar aan met begripvolle blikken voordat één van hen sprak: "In dit land kun je jouw angsten onder ogen zien zonder dat je echt gevaar loopt."
Met hun hulp besloot Sara om verder te gaan ontdekken wat deze wereld voor haar kon betekenen.
Ze kwamen bij een grote berg waar donkere wolken rond cirkelden alsof er iets gevaarlijks binnenin verborgen zat.
"Dit is jouw angst," zei één van hen zachtjes terwijl hij naar boven wees.
Sara keek omhoog naar de berg en voelde weer die bekende spanning in haar buik opkomen – maar nu wist zij dat zij niet alleen was.
Met elke stap omhoog voelde zij zichzelf sterker worden; elke stap bracht herinneringen terug aan hoe zij had gevoeld tijdens haar ongeluk – maar nu kon zij deze herinneringen veranderen door simpelweg verder te lopen.
Bijna bovenaan aangekomen hoorde zij opnieuw stemmen – dit keer waren het geen fluisteringen meer maar krachtige woorden die klonken als muziek:
“Je bent sterk! Je kunt dit!”
En toen zag zij eindelijk wat er achter die wolken verborgen zat: geen monster of gevaarlijk wezen zoals zij had gedacht – maar gewoon zichzelf! Een jongere versie van zichzelf die bang was voor wat er zou kunnen gebeuren!
Met één krachtige sprongetje sprong Sara door de wolken heen! En daar stond zij dan – samen met zichzelf – hand in hand!
“Je hoeft niet bang te zijn,” zei jongere Sara met zachte ogen vol begrip. “Je bent nooit alleen.”
En zo stonden beide versies van Sara samen op die bergtop; twee delen van hetzelfde meisje dat eindelijk begreep dat angst niet alles hoefde te bepalen – zelfs niet wanneer je dacht dat alles verloren was!
De Droombewakers juichten vanuit hun plek beneden op aarde; hun taak was geslaagd!
Na deze ervaring voelde Sara zich lichter dan ooit tevoren; alle zorgen leken weggevlogen als bladeren door de wind!
Ze keerde terug naar beneden waar alles nog steeds zo prachtig was als daarvoor; maar nu wist zij ook hoe sterk zij werkelijk was!
De rest van haar avontuur bracht nieuwe ontdekkingen; elk moment gevuld met vreugde zonder enige schaduw meer bovenop haar hoofd!
Uiteindelijk leidde dezelfde weg terug naar huis; onderaan bij die grote boom waar alles begon…
Toen kwam daar weer dat warme licht om hen heen - “Bedankt voor jouw moed,” fluisterden alle Droombewakers samen. “Jouw reis is nog lang niet voorbij!”
En zo keerde Sara terug naar huis - niet langer gebonden door angst of verdriet - maar vol hoop voor nieuwe avonturen…
Want wie weet waar dromen ons nog meer kunnen brengen?