Lotte was een meisje van twaalf jaar. Ze had altijd al een grote fantasie. Ze kon urenlang naar de sterren kijken en dromen over verre werelden. Op een avond, terwijl ze op het dak van haar huis zat, zag ze iets bijzonders. Een felgroene ster flitste door de lucht en viel met een zachte plof in het bos achter haar huis.
Lotte voelde een sprankeling in haar buik. "Dit moet ik onderzoeken!" dacht ze vastberaden. Ze sprong van het dak en rende naar het bos. De bomen stonden stil en de maan scheen helder. Lotte volgde het pad dat naar de plek leidde waar de ster was gevallen.
Na een tijdje kwam ze bij een open plek. Daar lag iets glinsterends op de grond. Het was geen gewone steen, maar een klein, stevig voorwerp dat licht gaf in alle kleuren van de regenboog. Lotte raakte het aan en voelde een warme gloed door haar lichaam trekken.
Plotseling gebeurde er iets vreemds. De lucht om haar heen begon te trillen en voor ze het wist, werd Lotte omringd door licht. Toen het licht verdween, stond ze niet meer in het bos, maar op een vreemde planeet.
De lucht was paars en er waren bomen met blauwe bladeren. Dieren die Lotte nog nooit had gezien, sprongen vrolijk rond. "Wauw!" riep ze uit, "ik ben op een nieuwe planeet!"
Lotte begon te verkennen. Ze liep verder en ontdekte dat alles hier anders was dan op aarde. De grond was zacht als gras, maar ook veerkrachtig als trampolines. Terwijl ze rondsprong, voelde ze zich vrij en blij.
Na een tijdje kwam Lotte bij een grote boom met gouden takken. Onder de boom zat een klein meisje met stevige armen en benen. Ze leek Filipijns te zijn, met glanzend zwart haar dat tot aan haar schouders viel.
"Hallo!" zei Lotte enthousiast.
"Hallo," antwoordde het meisje met een grijns. "Ik ben Mia."
"Ik ben Lotte! Wat doe jij hier?"
Mia keek boos naar de lucht boven hen. "Ik ben hier omdat ik niet terug kan naar huis," zei ze met gefronste wenkbrauwen.
"Waarom niet?" vroeg Lotte nieuwsgierig.
Mia zuchtte diep en vertelde dat er monsters waren die deze planeet beschermden tegen indringers zoals zijzelf. "Ze willen niet dat we weggaan," zei ze vastberaden.
Lotte voelde medelijden voor Mia, maar ook nieuwsgierigheid naar die monsters. "Wat voor monsters zijn het?" vroeg ze.
Mia wees naar de horizon waar donkere schaduwen zich verzamelden tussen de bomen. "Ze zijn groot en sterk," zei ze bang.
Lotte dacht na over wat Mia had gezegd. Ze wilde helpen! “We moeten iets doen,” zei ze vastberaden.
Mia keek Lotte aan met grote ogen vol hoop en angst tegelijk. “Maar hoe? We zijn maar twee meisjes.”
“Dat maakt niet uit!” antwoordde Lotte enthousiast. “We hebben geen beperking! We kunnen samen werken!”
Mia knikte langzaam, maar bleef twijfelen.
“Kom op!” zei Lotte terwijl ze Mia’s hand pakte. “We gaan die monsters confronteren!”
Ze liepen samen richting de schaduwen die steeds dichterbij kwamen. Terwijl ze dichterbij kwamen, zagen ze dat de monsters eigenlijk niet zo groot waren als gedacht; eerder klein maar stevig gebouwd, met schubben die glinsterden in het paarse licht van de lucht.
De monsters keken hen aan met grote ogen vol nieuwsgierigheid in plaats van boosheid zoals Mia had gezegd.
“Wat willen jullie?” vroeg één van hen met een hoge stem.
Lotte stapte naar voren en zei: “Wij willen gewoon terug naar huis!”
De monsters keken elkaar aan en leken te overleggen in hun eigen taal van klanken en gebaren.
Na enkele momenten kwam één van hen dichterbij: “Wij willen ook terug! Maar we kunnen niet zonder hulp.”
Lotte keek verbaasd naar Mia en toen weer naar de monsters: “Wat hebben jullie nodig?”
“We hebben hulp nodig om onze wereld te beschermen tegen andere indringers,” legde één monster uit terwijl hij zijn scherpe tanden liet zien in wat leek op een glimlach.
Mia keek Lotte aan: “Misschien kunnen we samenwerken?”
“Ja!” riep Lotte enthousiast uit terwijl haar hart sneller klopte van spanning.
Dus maakten Lotte, Mia en de monsters plannen om hun wereld te beschermen tegen indringers die kwaad wilden doen of schade wilden toebrengen aan hun mooie planeet.
Ze werkten samen om vallen te maken van takken en bladeren om hun wereld veilig te houden voor iedereen die kwaad bedoelde.
Na dagen hard werken waren ze eindelijk klaar voor hun eerste test: er kwam iemand aan! Het was geen monster of indringer; het was gewoon een ander meisje dat verdwaald was geraakt tijdens haar reis door het universum!
Met behulp van hun vallen konden zij dit meisje veilig begeleiden naar hun kamp waar zij uitleg gaven over hun samenwerking tussen meisjes en monsters.
Het nieuwe meisje vertelde verhalen over andere planeten waar zij geweest was; verhalen vol avontuur die iedereen inspireerden om verder te dromen over wat er nog meer mogelijk zou zijn in dit enorme universum.
Uiteindelijk besloten alle meisjes – inclusief Mia – dat zij samen moesten blijven werken om deze nieuwe wereld veilig te houden voor iedereen die zou komen.
En zo groeide er vriendschap tussen hen allemaal; tussen meisjes zonder beperking én kleine stevige monsters.
Lotte wist nu dat avontuur overal kon beginnen; zelfs op onbekende planeten vol verrassingen.
Met elke nacht onder de paarse lucht leerde zij meer over vriendschap én moed – zonder ooit echt bang te hoeven zijn.
En zo leefden zij nog lang gelukkig op deze bijzondere planeet vol sterrenlicht én dromen!