Op een dag, in de zomer, gingen Lars en zijn vriend Milan naar het strand. Ze woonden in een klein huis aan de zee. Het was een mooie dag. De zon scheen helder en de lucht was blauw. Lars en Milan waren blij. Ze hadden geen school en konden spelen.
"Zullen we naar het verlaten eiland gaan?" vroeg Milan. Lars knikte enthousiast. Het eiland was niet ver weg. Ze konden er met een bootje komen. Ze pakten hun spullen en gingen snel naar de haven.
Toen ze bij de haven aankwamen, zagen ze een klein bootje liggen. "Kijk, dat is ons bootje!" zei Lars. Ze stapten in en begonnen te roeien. Het water was rustig en het zonnetje warmde hun gezichten op.
Na een tijdje kwamen ze aan bij het eiland. Het eiland was klein en had veel bomen, maar ook veel zand. "Wat zullen we doen?" vroeg Milan terwijl hij naar het zand keek.
"Ik wil een zandkasteel bouwen!" zei Lars met glinsterende ogen. "Dat is leuk!" zei Milan, en samen begonnen ze te graven in het zand.
Ze maakten torens en muren van zand. Het kasteel werd steeds groter en mooier. Na een tijdje zagen ze iets glinsteren tussen de bomen.
"Wat is dat?" vroeg Milan nieuwsgierig. "Laten we kijken!" zei Lars enthousiast.
Ze liepen naar de glinstering toe, door het gras en langs de bomen. Toen ze dichterbij kwamen, zagen ze dat het een klein lichtje was dat flikkerde tussen de takken van een boom.
"Wat is dat voor lichtje?" vroeg Milan verbaasd.
"Ik weet het niet," antwoordde Lars, "maar het ziet er interessant uit!"
Ze keken goed naar het lichtje. Het was geen grote lamp of iets dergelijks, maar gewoon een klein puntje dat knipperde als een ster aan de hemel.
"Misschien is het gewoon een reflectie van de zon," zei Milan terwijl hij zijn hand boven zijn ogen hield om beter te kunnen kijken.
"Ja, misschien," zei Lars, "maar laten we dichterbij gaan."
Ze liepen nog wat dichterbij en zagen dat het lichtje kwam van iets op de grond. Toen ze bij de boom stonden, zagen ze dat er iets glinsterde tussen de bladeren: kleine stukjes glas!
"Het zijn gewoon stukjes glas," zei Milan teleurgesteld.
Lars keek goed naar de stukjes glas die in verschillende kleuren glinsterden in het zonlicht: rood, blauw, groen en geel.
"Maar kijk hoe mooi ze zijn!" zei Lars blij terwijl hij één van de stukjes oppakte.
Milan raapte ook wat stukjes op en samen keken ze naar hun vondsten. "We kunnen hier iets mee doen!" stelde Milan voor.
"Ja! We kunnen er sieraden van maken!" riep Lars enthousiast.
Ze gingen terug naar hun zandkasteel met hun nieuwe schatten: de gekleurde stukjes glas. Ze maakten armbanden van touw waar ze de stukjes aan vastknoopten.
Na een tijdje waren ze klaar met hun sieraden en keken trots naar hun werk. "Kijk eens hoe mooi!" zei Milan terwijl hij zijn arm omhoog hield om te laten zien wat hij had gemaakt.
Lars deed hetzelfde met zijn armband vol kleuren: "Dit is echt leuk!"
De zon begon langzaam onder te gaan en alles kreeg een gouden gloed. De lucht kleurde oranje en roze terwijl ze nog steeds op het eiland waren met hun mooie sieraden om hun polsen.
"We moeten teruggaan voordat het donker wordt," zei Milan voorzichtig terwijl hij naar de horizon keek waar de zon langzaam verdween.
Lars knikte: "Ja, laten we gaan."
Ze pakten hun spullen op en liepen terug naar hun bootje met blije gezichten vol herinneringen aan deze bijzondere dag op het eiland.
Toen ze weer in hun boot zaten, keken ze nog één keer achterom naar het eiland waar alles zo leuk was geweest: het zandkasteel, de gekleurde glazen stukjes én natuurlijk het geheimzinnige lichtje dat hen daarheen had geleid.
Terug bij huis vertelden ze iedereen over hun avontuur op het eiland: over hoe zij prachtige sieraden hadden gemaakt van glasstukken die schitterden als sterren in de nacht!
En zo eindigde deze bijzondere dag voor Lars en Milan op hun favoriete plek aan zee – met nieuwe vrienden gemaakt uit kleurig glas!