Bij de waterkant, waar de zon opkomt, Stond een kasteel, groot en mooi. De muren waren van steen, zo sterk en koud, En de torens reikten hoog, als een droom zo blij.
Yannick en Liv, twee kinderen vol vreugd, Besloten te spelen bij het kasteel. De lucht was blauw, de vogels zongen, Hun harten klopten snel van vreugde en doel.
“Laten we het kasteel verkennen!” zei Yannick met een lach. Liv knikte enthousiast en sprong omhoog. Ze renden naar de grote poort, zo zwaar en groot, Met hun kleine handen duwden ze tegen het hout.
De poort ging open met een krakend geluid. Binnen was het stil, heel stil en leeg. De muren waren versierd met schilderijen van mensen, Die ooit leefden in dit grote paleis.
“Wat een mooie plek!” zei Liv met glanzende ogen. Yannick knikte en wees naar een trap. “Laten we naar boven gaan,” zei hij vol blijdschap. Ze renden samen de trap op, stap voor stap.
Boven aangekomen zagen ze een grote zaal. Een lange tafel stond in het midden van de ruimte. Stoelen stonden eromheen, groot en oud. Liv stelde zich voor hoe feesten hier waren geweest.
“Zou er nog eten zijn?” vroeg Yannick met een grijns. Liv lachte: “Misschien wat koekjes of taart!” Ze keken in alle hoeken van de zaal, maar vonden niets. Alleen stof en schaduw waren hun gezelschap daar.
“Laten we verder gaan,” zei Yannick vol moed. Ze liepen door gangen die leken te kronkelen. Soms hoorden ze het geluid van water dat druppelde, En soms was er alleen maar stilte om hen heen.
In een andere kamer zagen ze iets glinsteren: Een grote spiegel die straalde als sterrenlicht! Liv keek erin en zag haar eigen gezicht: “Wat ben ik mooi!” riep ze blij uit.
Yannick lachte: “Ja! Maar ik ben ook mooi!” Ze maakten gekke gezichten naar elkaar in de spiegel. Hun lachen vulde de kamer met vrolijkheid; Het kasteel leek te leven door hun spelletjes daarbinnen.
Na veel rondlopen kwamen ze bij een raam. Vanuit daar konden ze kijken over het water zo blauw. De zon kwam langzaam omhoog aan de horizon; Het licht danste op het water als gouden sprankels.
“Wat is dit prachtig,” fluisterde Liv vol verwondering. Yannick knikte: “Ja! Het lijkt wel magie.” Maar geen magie was hier; alleen natuur zo mooi; Een moment om te koesteren voor altijd in hun hart.
Ze besloten even te rusten op de vensterbank; Hun voeten bungelden vrolijk in de lucht omhoog. De zon verwarmde hun huid als een zachte omhelzing; En samen genoten ze van dit mooie uitzicht zo groot.
Na een tijdje stonden ze weer op om verder te gaan; Er waren nog meer kamers te ontdekken in dit kasteel! Ze vonden oude boeken vol verhalen over vroeger; En speelgoed dat ooit werd gebruikt door kinderen zoals zij.
In één kamer lag zelfs een oude bal; Die rolde vrolijk over de vloer toen Yannick hem raakte! Liv lachte hard en begon te rennen achter de bal aan; Ze speelden samen tot ze moe waren van al dat plezier.
Uiteindelijk besloten ze dat het tijd was om te gaan; De zon stond hoog aan de hemel nu al zo fel! Met blije harten verlieten ze het kasteel; Hun avontuur was voorbij maar hun herinneringen bleven wel.
Bij de waterkant namen ze afscheid van elkaar; Yannick zwaaide naar Liv terwijl hij terugliep naar huis. Het kasteel bleef achter hen staan in al zijn pracht; Een plek vol vreugde die nooit vergeten zal zijn!
Zo eindigt ons verhaal bij zonsopgang aan het water; Waar Yannick en Liv speelden zonder enige zorgen of spijt. Het avontuur in het Kasteel van Verlangen is voorbij; Maar elke dag kan weer nieuw zijn met nieuwe avonturen dichtbij!