Op een heuveltop, hoog boven de drukke stad, woonde een jongen genaamd Milan. Milan had krullend haar dat altijd in de war zat, en hij droeg kleurrijke kleren die hem vrolijk maakten. Hij hield van schilderen. Elke dag nam hij zijn verf en penselen mee naar buiten om de wereld om hem heen vast te leggen op doek.
Milan was een dromer. Hij keek vaak naar de lucht en zag daar vormen in de wolken. Soms zag hij een olifant of een vliegende vis. Hij kon urenlang naar de lucht staren en dan weer terugkeren naar zijn schilderij met nieuwe ideeën. Maar soms voelde Milan zich ook neerslachtig. De stad beneden was druk en lawaaierig, en soms voelde hij zich alleen.
Op een dag, terwijl Milan aan het schilderen was, kwam er een meisje voorbij. Haar naam was Mireille. Ze had ook krullend haar, maar het was iets langer dan dat van Milan. Mireille droeg ook kleurrijke kleren, net als Milan. Ze stopte even om te kijken naar wat hij aan het maken was.
"Wat schilder je?" vroeg ze nieuwsgierig.
Milan keek op en glimlachte. "Ik probeer de lucht te vangen," zei hij. "Kijk, daar is een olifant!" Hij wees naar zijn doek waar hij met felle kleuren een grote olifant had geschilderd die door de lucht zweefde.
Mireille lachte. "Dat is mooi! Ik hou van olifanten." Ze ging naast hem zitten en keek aandachtig naar zijn schilderij.
Milan voelde zich blij dat iemand zijn werk waardeerde. "Wil je helpen?" vroeg hij voorzichtig.
"Ja, dat wil ik!" zei Mireille enthousiast.
Samen begonnen ze te schilderen. Mireille had ook veel ideeën over wat ze konden maken. Ze schilderden samen bloemen die dansten in de wind en vogels die vrolijk zongen in de lucht. Hun creaties werden steeds kleurrijker en levendiger.
Terwijl ze aan het schilderen waren, vertelde Mireille over haar leven in de stad beneden. "Soms voel ik me ook alleen," zei ze zachtjes. "De mensen rennen altijd zo snel voorbij."
Milan knikte begrijpend. "Ja, het lijkt soms alsof niemand echt kijkt," zei hij terwijl hij met zijn penseel over het doek streek.
Ze praatten verder over hun dromen en wat ze later wilden worden. Milan wilde graag een beroemde schilder worden die mensen gelukkig maakte met zijn kunst. Mireille droomde ervan om verhalen te vertellen aan kinderen over verre landen en magische wezens.
De dagen gingen voorbij en elke keer als ze elkaar zagen op de heuveltop, maakten ze samen mooie schilderijen vol kleur en fantasie. Hun vriendschap groeide sterker met elke penseelstreek die ze zetten.
Maar op een dag kwam er iets onverwachts tussen hen in: het weer veranderde snel van zonnig naar bewolkt en donkergrijs. De lucht werd zwaar en dreigend, alsof er iets niet klopte.
"Wat gebeurt er?" vroeg Mireille bezorgd terwijl ze naar de lucht keek.
"Ik weet het niet," antwoordde Milan met een frons op zijn gezicht.
Plotseling begon het te regenen, eerst zachtjes maar al snel harder. De druppels vielen als kleine bommetjes op hun schilderijen en maakten alles nat.
"We moeten weg!" riep Mireille terwijl ze haar spullen bij elkaar raapte.
Ze renden samen van de heuvel af richting hun huizen in de stad beneden, maar toen gebeurde er iets vreemds: terwijl ze renden leek het alsof er schaduwen achter hen aan kwamen uit de donkere wolken boven hen.
"Wat is dat?" vroeg Mireille angstig terwijl ze achterom keek.
"Ik weet het niet," zei Milan met een trillende stem, maar diep van binnen voelde hij dat deze schaduwen niets goeds betekenden voor hun dromen of hun vriendschap.
Toen ze eindelijk thuis waren aangekomen, keken ze elkaar aan door hun natte haren heen. "We moeten onze dromen beschermen," zei Milan vastberaden.
"Ja! We mogen ons niet laten stoppen door deze schaduwen," antwoordde Mireille met glinsterende ogen vol hoop.
De volgende dag besloten ze om terug te gaan naar hun heuveltop ondanks het slechte weer dat nog steeds dreigde boven hen te hangen. Ze namen extra verf mee; felle kleuren die zelfs in het donker zouden stralen!
Terwijl ze samen aan hun nieuwe kunstwerk werkten – een grote zon boven hun stad – voelden ze zich sterker dan ooit tevoren. De schaduwen leken minder eng nu zij samen waren; zij waren vrienden die elkaar hielpen om licht te brengen waar duisternis dreigde te komen.
Langzaam maar zeker begon de zon weer door te breken tussen de wolken heen, alsof zij hen steunde in hun strijd tegen de schaduw van de stad beneden hen.
En zo bleven Milan en Mireille elke dag samen komen op hun heuveltop om te schilderen en verhalen te vertellen over olifanten die door de lucht zweefden of bloemen die dansten in de wind – altijd vol kleur en hoop voor morgen!
Hun vriendschap bloeide als nooit tevoren; zij waren geen dromers meer alleen – zij waren dromers samen! En zo leefden zij verder onder de stralende zon boven hun stad vol schaduwen, altijd klaar om nieuwe avonturen tegemoet te treden met verf op hun handen en dromen in hun harten.