Kinderverhaaltje: de jongen met de rode fiets (door een bezorgde tuinier)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**De jongen met de rode fiets**

In een stad, onder de schaduw van een grote berg, woonde een jongen genaamd Ruben. Ruben was een tenger jongetje met lang, bruin haar dat altijd in een staart zat. Hij droeg vaak losse kleren in bohemian stijl. Ruben hield van poëzie. Hij schreef gedichten over de dingen die hij zag en voelde. Soms waren zijn woorden vrolijk, soms waren ze verdrietig. Maar altijd waren ze echt.

Ruben had iets dat hem anders maakte dan andere kinderen. Hij had autisme. Dit betekende dat hij de wereld op zijn eigen manier zag. Soms vond hij het moeilijk om met andere kinderen te praten of te spelen. Maar dat maakte hem niet minder bijzonder.

Op een zonnige dag besloot Ruben om op zijn rode fiets te gaan rijden. De fiets was zijn trots en vreugde. Hij had hem gekregen van zijn moeder op zijn tiende verjaardag. De fiets glom in de zon en was snel als de wind.

Ruben trapte hard en voelde de frisse lucht door zijn haren waaien. Hij reed door de straten van de stad, langs kleurrijke huizen en bloeiende tuinen. De mensen keken naar hem en glimlachten, want iedereen hield van de jongen met de rode fiets.

Terwijl hij fietste, zag hij Zara zitten op een bankje in het park. Zara was een meisje met krullend haar en heldere ogen die altijd straalden van nieuwsgierigheid. Ze zat met een notitieboekje op schoot en schreef iets neer.

Ruben stopte bij haar en vroeg: "Wat schrijf je?"

Zara keek op en glimlachte naar hem. "Ik schrijf gedichten," zei ze enthousiast.

"Ik ook!" zei Ruben blij. "Mag ik lezen wat je hebt geschreven?"

Zara knikte en gaf hem haar notitieboekje. Ruben las het gedicht hardop voor:

"In het park waar bloemen bloeien,
Waar vogels fluiten in de lucht,
Voel ik mijn hart zo vrij als luchtballonnen,
En dansen als bladeren in de zucht."

Ruben vond het mooi en zei: "Je schrijft echt goed!"

Zara bloosde een beetje en zei: "Dank je! Wil je samen schrijven? We kunnen elkaar helpen."

Ruben dacht even na, maar toen knikte hij enthousiast. "Ja! Dat lijkt me leuk!"

Ze gingen samen aan het werk, elk met hun eigen notitieboekje naast elkaar op het bankje. Terwijl ze schreven, kwamen er verschillende mensen voorbij: kinderen die speelden, ouders die wandelden met hun baby’s in kinderwagens, en zelfs een bezorgde tuinier die bezig was met het snoeien van rozenstruiken.

De tuinier heette meneer Jansen en had altijd een vriendelijke glimlach op zijn gezicht. Hij kwam vaak naar dit park om voor de bloemen te zorgen.

"Hallo daar!" zei meneer Jansen terwijl hij hen voorbij liep. "Wat zijn jullie aan het doen?"

"We schrijven gedichten!" antwoordde Zara enthousiast.

"Dat klinkt geweldig!" zei meneer Jansen terwijl hij even stopte om naar hen te kijken. "Poëzie maakt alles mooier."

Ruben voelde zich blij door deze woorden van meneer Jansen. Het leek alsof iedereen om hen heen ook blij was dat ze aan het schrijven waren.

Na een tijdje vroeg Zara: "Wat is jouw favoriete onderwerp om over te schrijven?"

Ruben dacht even na voordat hij antwoordde: "Ik schrijf graag over fietsen! En over vrijheid."

Zara knikte begrijpend en schreef snel iets op in haar notitieboekje.

"En jij?" vroeg Ruben nieuwsgierig.

"Iedereen zegt dat ik veel over bloemen schrijf," zei Zara lachend.

Ze lachten samen terwijl ze verder schreven, hun woorden vulden het park met kleur zoals de bloemen om hen heen.

Na enige tijd besloot Ruben dat het tijd was om weer te gaan fietsen. "Ik ga nog even rondrijden," zei hij tegen Zara.

"Dat is goed! Ik blijf hier nog even schrijven," antwoordde ze vrolijk.

Ruben sprong weer op zijn rode fiets en trapte weg door het park, langs bomen die zachtjes wiegden in de wind. Hij voelde zich vrij als nooit tevoren; elke trap bracht hem dichter bij nieuwe avonturen.

Terwijl hij fietste, dacht hij aan alle mooie dingen die hij had gezien: de glinsterende zon boven de bergen, de lachende gezichten van mensen in het park, en vooral aan Zara's poëzie die zo vol leven zat.

Uiteindelijk kwam Ruben weer terug bij Zara, die nog steeds druk bezig was met schrijven.

"Hoe gaat het?" vroeg hij nieuwsgierig.

"Goed! Ik heb al drie nieuwe gedichten geschreven," zei ze trots.

"Wil je er eentje voorlezen?" vroeg Ruben enthousiast.

Zara knikte en begon:

"In mijn dromen vlieg ik hoog,
Boven bergen, onder sterrenpracht.
Met mijn pen als vleugels zo groot,
Schrijf ik verhalen vol kracht."

Ruben klapte in zijn handen toen ze klaar was. "Wauw! Dat is prachtig!"

Zara lachte blij om zijn complimenten terwijl ze samen verder schreven tot de zon onderging achter de bergen.

Die avond ging Ruben tevreden naar huis met nieuwe ideeën voor gedichten in zijn hoofd en een glimlach op zijn gezicht. De wereld leek groter dan ooit tevoren; vol kleuren, woorden en mogelijkheden – net zoals zijn rode fiets die altijd klaarstond voor nieuwe ritten onder de sterrenhemel.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes