Boven op het dak van een hoog gebouw in de stad, waar de lucht altijd vol geluiden was, zat Bram. Hij was een jongen van twaalf met een grote liefde voor tekenen. Zijn schetsboek lag open op zijn schoot, maar vandaag had hij geen inspiratie. De drukte van de stad om hem heen maakte het moeilijk om zich te concentreren. Auto’s toeterden, mensen praatten en de wind blies door de straten. Het was allemaal zo luid dat hij het gevoel had dat zijn hoofd zou ontploffen.
Bram keek om zich heen. Het dak was zijn favoriete plek. Van hieruit kon hij de skyline van de stad zien, met zijn hoge gebouwen en kleine daken. Maar vandaag voelde alles anders aan. Hij zuchtte en sloeg zijn schetsboek dicht.
Plotseling hoorde hij een zacht geluid naast zich. Hij draaide zich om en zag Jinthe zitten. Jinthe was een meisje met lange, slanke benen en zwart krullend haar dat als een waterval over haar schouders viel. Ze droeg kleurrijke kleding die haar vrolijkheid uitstraalde, zelfs op deze drukke dag.
“Wat is er aan de hand?” vroeg ze terwijl ze naar hem keek met haar grote, heldere ogen.
“Het is zo druk,” antwoordde Bram terwijl hij naar beneden wees. “Ik kan niet tekenen.”
Jinthe knikte begrijpend. “Ik snap het,” zei ze zachtjes. “Soms is het moeilijk om te luisteren als er zoveel geluid is.”
Bram keek naar haar en vroeg zich af wat ze bedoelde met ‘luisteren’. Hij wist dat ze soms moeite had om goed te horen door een klein gehoorverlies, maar ze leek altijd zo goed te begrijpen wat er om haar heen gebeurde.
“Hoe doe je dat?” vroeg Bram nieuwsgierig.
Jinthe glimlachte en leunde iets naar voren. “Ik luister niet alleen met mijn oren,” zei ze geheimzinnig. “Ik luister ook met mijn ogen en mijn hart.”
Bram fronste zijn wenkbrauwen. “Met je hart?”
“Ja!” riep Jinthe enthousiast. “Kijk naar die mensen daar beneden.” Ze wees naar de straat vol leven en beweging. “Ze praten, lachen en soms schreeuwen ze zelfs zonder woorden.”
Bram volgde haar blik en zag een groep kinderen spelen in het park aan de overkant van de straat. Ze renden rond, hun stemmen mengden zich tot één groot gelach.
“Als je goed kijkt,” ging Jinthe verder, “zie je hun gezichten veranderen als ze blij of verdrietig zijn.”
Bram knikte langzaam terwijl hij probeerde te begrijpen wat Jinthe bedoelde.
“En als ik schilder,” vervolgde Jinthe terwijl ze haar verfdozen uit haar tas haalde, “luister ik naar wat kleuren zeggen.” Ze opende een potje met felroze verf en begon voorzichtig te mengen met andere kleuren op haar palet.
“Wat zeggen kleuren?” vroeg Bram nieuwsgierig.
Jinthe glimlachte weer, dit keer breder dan voorheen. “Elke kleur heeft een gevoel! Roze is vrolijk, blauw is rustig en geel maakt je blij.” Ze pakte een penseel en begon te schilderen op een leeg doek dat naast haar lag.
Bram keek toe terwijl Jinthe bezig was met haar kunstwerk. De manier waarop ze werkte was bijna hypnotiserend; elke streek van haar penseel leek vol emotie te zitten.
“Maar hoe weet je welke kleur je moet gebruiken?” vroeg Bram na enige tijd.
“Ik luister naar wat ik voel,” zei Jinthe terwijl ze verder schilderde zonder op te kijken. “Als ik me gelukkig voel, gebruik ik felle kleuren zoals geel of groen.” Ze stopte even om na te denken voordat ze verder ging: “Als ik me verdrietig voel, gebruik ik meer grijstinten.”
Bram dacht na over wat Jinthe zei terwijl hij opnieuw naar beneden keek naar de mensen in de straat. Hij merkte nu pas hoe hun gezichten veranderden afhankelijk van hun emoties: blije lachjes bij het spelen of fronsende wenkbrauwen bij ruzies.
“Ik wil ook leren luisteren zoals jij,” zei Bram vastberaden.
Jinthe draaide zich naar hem toe en glimlachte opnieuw warmhartig. “Dat kan! Begin gewoon met kijken naar wat er om je heen gebeurt.”
Ze gaf hem een penseel en enkele kleuren verf uit haar tas aan hem door terwijl zij zelf verder schilderde aan haar eigen werk.
Bram nam het penseel in zijn hand en voelde hoe het gewicht ervan hem geruststelde. Hij keek weer naar beneden; nu zag hij niet alleen maar mensen die rondliepen – hij zag verhalen in hun gezichten: vreugde bij kinderen die samen speelden, frustratie bij iemand die in gesprek was met iemand anders.
Langzaam begon hij te schilderen op het lege blad voor hem; eerst enkele lijnen hier en daar – niets bijzonders – maar toen kwam er meer kleur bij kijken: geel voor blijdschap, blauw voor rust… En al snel vulde zijn doek zich met beelden die hij eerder nooit had gezien omdat hij nooit echt had geluisterd.
Jinthe keek af en toe op van haar eigen werk om te zien hoe Bram vorderde; elke keer als ze dat deed, straalde er trots uit haar ogen wanneer zij zag hoe creatief hij werd door simpelweg beter te kijken én luisteren.
Uren gingen voorbij zonder dat ze het merkten; beiden verdiept in hun eigen wereld van creativiteit bovenop het dak van het gebouw waar alles mogelijk leek zolang je maar goed luisterde – niet alleen met je oren maar ook met je ogen én hart!
Toen de zon begon onder te gaan achter de skyline van de stad, keken Bram en Jinthe samen naar hun kunstwerken: twee doeken vol leven die spraken zonder woorden – elk kleur vertelde hun eigen verhaal over luisteren in al zijn vormen.
En zo leerde Bram niet alleen over kunst maken maar ook over iets veel belangrijkers: de kunst van het luisteren – iets wat niet alleen mooi was voor zichzelf maar ook voor anderen om hen heen!