Het was een zonnige dag in de zomer. De lucht was blauw en de vogels zongen vrolijk. Sven en Fenna waren op avontuur. Ze waren al vroeg opgestaan en hadden hun fietsen gepakt. Hun bestemming was de grote waterval aan de rand van het dorp. Het water viel met een daverend geluid naar beneden, en de zon liet het water glinsteren als duizenden diamanten.
Sven had bruin haar dat in de zon glansde. Hij droeg een simpel T-shirt en een korte broek. Fenna had ook bruin haar, dat in een staart zat, en ze droeg een vrolijke jurk met bloemen. Ze fietsten snel over het pad dat naar de waterval leidde. Hun harten klopten van opwinding.
Toen ze bij de waterval aankwamen, stonden ze even stil om te genieten van het uitzicht. Het water viel met veel kracht naar beneden en spatte omhoog in kleine druppels die als parels in de lucht dansten. Sven keek naar Fenna en zei: "Wat is het hier mooi!"
Fenna knikte enthousiast. "Ja! Laten we dichterbij gaan!" Ze renden naar de rand van het water, waar ze hun voeten in het koele water konden steken.
Na een tijdje spelen, zagen ze iets bijzonders aan de andere kant van de waterval. Een klein eilandje lag daar, bedekt met groene bomen en kleurrijke bloemen. "Kijk daar!" riep Sven terwijl hij wees naar het eilandje. "Zou dat een echt eiland zijn?"
Fenna knikte weer, haar ogen glinsterend van nieuwsgierigheid. "Laten we erheen gaan!" zei ze vastberaden.
Ze keken om zich heen en zagen dat er geen brug was om naar het eiland te komen. Maar Sven had een idee. "Wat als we over de rotsen springen? Misschien kunnen we zo aan de andere kant komen."
Fenna vond het een goed idee, dus samen begonnen ze voorzichtig over de gladde rotsen te springen. Het was spannend, maar ook leuk! Ze lachten terwijl ze hun best deden om niet uit te glijden.
Na enkele sprongetjes stonden ze eindelijk aan de andere kant van de waterval, op het kleine eilandje. Het was er stil en vredig. De bomen stonden vol met bladeren die zachtjes ritselden in de wind.
"Dit is echt een vergeten eiland," zei Sven terwijl hij rondkeek.
Fenna knielde neer om naar een paar kleurrijke bloemen te kijken die tussen de stenen groeiden. "Kijk eens hoe mooi deze zijn!" zei ze blij.
Terwijl ze verder verkenden, hoorden ze plotseling iemand praten. Het klonk als een oude man met een vriendelijke stem. Ze volgden het geluid en kwamen uit bij een open plek waar een man zat op een grote steen.
De man had grijs haar en droeg eenvoudige kleding zoals Sven en Fenna zelf deden. Hij keek hen aan met twinkelende ogen en glimlachte breed.
"Welkom op mijn eiland," zei hij vriendelijk.
Sven en Fenna keken elkaar verbaasd aan maar voelden zich meteen op hun gemak bij deze man.
"Wie ben jij?" vroeg Fenna nieuwsgierig.
"Ik ben Arjan," antwoordde hij met trots in zijn stem. "Ik ben hier al heel lang en ik vertel verhalen over dit eiland."
Sven vroeg: "Wat voor verhalen?"
Arjan leunde iets voorover, alsof hij hen iets heel belangrijks ging vertellen. "Dit eiland is speciaal omdat niemand hier ooit komt," begon hij zijn verhaal te vertellen terwijl hij zijn handen gebruikte om alles nog levendiger te maken.
Hij vertelde over dieren die alleen op dit eiland leefden: vogels die nooit eerder waren gezien, vissen die konden dansen onderwater, en bomen die zo oud waren dat ze geheimen konden fluisteren als je goed luisterde.
Sven luisterde aandachtig terwijl Fenna afgeleid werd door een vlinder die voorbij fladderde. De verhalen waren eenvoudig maar vol fantasie; Arjan vertelde over avonturen die je kon beleven als je je verbeelding gebruikte.
Na enige tijd vroeg Sven: “Kunnen wij ook avonturen beleven?”
Arjan lachte zachtjes: “Natuurlijk! Elk avontuur begint met nieuwsgierigheid.”
Sven voelde zich gelukkig bij deze woorden; hij wist dat dit moment bijzonder was geweest voor hen beiden.
Toen Arjan klaar was met vertellen, vroegen Sven en Fenna of zij iets terug konden doen voor hem omdat hij zo’n mooie verhalen had verteld.
“Jullie kunnen me helpen,” zei Arjan met twinkeling in zijn ogen, “door dit eiland schoon te houden.”
Sven knikte enthousiast; dat kon hij doen! Samen met Fenna verzamelde hij takken en afval dat door anderen achtergelaten was rondom hun nieuwe vriend Arjan’s plek.
Ze werkten hard maar hadden plezier samen terwijl ze opruimden; lachen om kleine dingen zoals hoe vaak ze bijna uitglijden of hoe ver weg sommige dingen lagen!
Toen alles weer netjes was, bedankte Arjan hen hartelijk: “Jullie hebben goed werk geleverd!”
Het begon al donkerder te worden toen Sven zei: “We moeten teruggaan voordat onze ouders zich zorgen maken.”
Fenna knikte instemmend; ze vonden het fijn geweest om Arjan te ontmoeten maar wisten ook dat thuis wachten stond vol lekkernijen gemaakt door hun moeders!
Ze namen afscheid van Arjan die hen beloofde altijd verhalen klaar te hebben wanneer zij terugkwamen naar zijn vergeten eiland.
Met blije harten sprongen Sven en Fenna weer over de rotsen terug naar hun eigen wereld bij de waterval waar alles begon – tevreden over hun ontdekking van dit bijzondere plekje vol verhalen!