Kinderverhaaltje: de vriend die altijd bleef (door een energieke danser)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**De vriend die altijd bleef**

Aan de rand van een klein dorpje, waar de huizen dicht bij elkaar stonden en de straten vol met kinderen waren, woonde Joris. Joris was een gewone jongen. Hij hield van voetballen, fietsen en het spelen van spelletjes met zijn vrienden. Maar er was één ding dat hem anders maakte dan de meeste jongens: hij had een vriend die altijd bleef.

Die vriend was Luna. Luna was een energieke danser met kort haar en sportieve kleding. Ze zat in een rolstoel, maar dat weerhield haar er niet van om te stralen. Ze had een krachtig gebouwde bovenlichaam en haar armen waren sterk van het dansen. Luna vertelde geweldige verhalen over haar avonturen en ze inspireerde iedereen om te geloven in hun dromen.

Op een zonnige zaterdag besloten Joris en Luna om naar het park aan de rand van het dorp te gaan. Het park had een groot grasveld, schommels en zelfs een speeltuin. Joris vond het leuk om met Luna naar het park te gaan, omdat ze altijd samen plezier hadden.

“Zullen we dansen?” vroeg Luna terwijl ze naar de open ruimte keek.

“Ja! Maar ik kan niet zo goed dansen als jij,” antwoordde Joris lachend.

“Dat maakt niet uit! We kunnen samen iets leuks doen,” zei Luna met een glimlach.

Ze draaide haar rolstoel naar het grasveld en begon te bewegen op de muziek die in haar hoofd speelde. Joris keek naar haar en voelde zich geïnspireerd. Hij begon mee te bewegen, al was het niet zo elegant als Luna’s danspassen.

“Kom op, Joris! Je kunt het!” moedigde ze hem aan terwijl ze vrolijk danste.

Joris lachte en deed zijn best om mee te doen. Het voelde goed om samen te zijn, zonder zorgen of angsten. Ze dansten totdat ze moe waren, maar dat maakte niet uit; ze hadden plezier.

Na hun danssessie gingen ze op het gras zitten om wat water te drinken. “Weet je wat ik leuk vind aan jou?” vroeg Joris terwijl hij naar Luna keek.

“Wat?” vroeg ze nieuwsgierig.

“Je laat me altijd lachen, zelfs als ik me niet goed voel,” zei hij eerlijk.

Luna knikte begrijpend. “Dat is wat vrienden doen! En jij bent ook altijd daar voor mij.”

Na hun pauze besloot Luna dat ze iets avontuurlijks wilden doen. “Laten we de heuvel opklimmen!” stelde ze voor.

Joris keek naar de heuvel die steil omhoog liep. “Maar hoe ga jij dat doen? Je hebt geen trap.”

Luna glimlachte breed. “Ik heb mijn rolstoel! En jij kunt me helpen.”

Joris knikte enthousiast en samen maakten ze zich klaar voor hun avontuur. Hij duwde Luna’s rolstoel voorzichtig omhoog terwijl zij hem aanmoedigde met verhalen over avonturen die ze had meegemaakt in andere steden waar ze had gedanst.

Het was zwaar werk, maar Joris gaf niet op. Toen ze eindelijk bovenaan de heuvel stonden, keken ze uit over het dorp en zagen alles zo klein onder hen liggen.

“Wauw! Kijk daar!” riep Joris terwijl hij naar beneden wees.

Luna lachte blij terwijl ze rondkeek. “Dit is geweldig! Ik voel me vrij!”

Ze besloten even uit te rusten op de top van de heuvel en genoten van het uitzicht. Terwijl ze daar zaten, vertelde Luna verhalen over Suriname, waar haar familie vandaan kwam. Ze sprak over kleurrijke markten vol fruit en vrolijke mensen die dansten op straatfeesten.

Joris luisterde aandachtig; hij vond het fascinerend hoe levendig alles klonk in haar verhalen. Het leek wel alsof hij zelf door die markten liep, tussen al die kleuren en geluiden.

Na een tijdje besloten ze weer terug te gaan naar beneden. Dit keer ging het veel sneller; Joris duwde Luna’s rolstoel met veel enthousiasme omlaag terwijl zij gilde van blijdschap.

Toen ze weer veilig beneden waren, voelden ze zich voldaan na hun avontuur op de heuvel. “Wat nu?” vroeg Joris terwijl hij zijn handen afveegde aan zijn broek.

“Laten we teruggaan naar het park! Ik wil je iets leren,” zei Luna geheimzinnig.

Ze gingen terug naar hun favoriete plek in het park waar niemand hen stoorde. Daar leerde Luna Joris enkele eenvoudige danspassen die hij kon proberen zonder zich ongemakkelijk te voelen.

Uren gingen voorbij terwijl zij samen dansten onder de zonnestralen die door de bomen schenen. De wereld om hen heen vervaagde; alleen zij telden nog maar in dit moment vol vreugde en energie.

Toen de zon begon onder te gaan, wisten beide vrienden dat dit weer een dag was geweest om nooit te vergeten—een dag vol avontuur, lachen en samen zijn zonder grenzen of beperkingen.

En zo ging elke zaterdag voor Joris en Luna: vol dansen, verhalen vertellen en genieten van elkaars gezelschap aan de rand van hun dorpje—een plek waar vriendschap bloeide zoals bloemen in volle bloei tijdens de lente.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes