In een mooie vallei, omringd door hoge bergen, woonde een jongen genaamd Ruben. Ruben was een vrolijke jongen met een grote glimlach en altijd veel energie. Hij had steil zwart haar dat vaak in de war zat, omdat hij nooit stilzat. Ruben had ADHD, wat betekende dat hij soms moeilijk kon opletten. Maar dat maakte hem niet minder leuk. Integendeel! Hij had altijd de beste grappen klaar en kon iedereen aan het lachen maken.
Ruben had een beste vriendin, Nina. Nina was een meisje met een vintage kledingstijl. Ze droeg vaak kleurrijke jurken en haar lange, slanke figuur maakte haar nog mooier. Nina had ook een bijzondere eigenschap: ze kon heel goed luisteren. Als Ruben weer eens te veel praatte of te druk was, kon zij hem rustig maken met haar zachte stem.
Op een zonnige dag besloten Ruben en Nina om naar de tuin van de oude tuinier te gaan. De tuinier heette meneer Karel en hij was altijd bezorgd over zijn planten. Hij zorgde ervoor dat alles er perfect uitzag in zijn tuin. Maar soms leek het alsof hij meer om zijn planten gaf dan om mensen.
“Wat als we hem eens helpen?” stelde Nina voor terwijl ze naar de kleurrijke bloemen in de tuin keek.
“Dat is een geweldig idee!” riep Ruben enthousiast. “Misschien kunnen we hem laten lachen!”
Dus gingen ze naar meneer Karel toe. Hij stond gebogen over een rozenstruik en keek heel serieus.
“Meneer Karel!” riep Ruben vrolijk. “We willen u helpen!”
Meneer Karel keek op en zijn gezicht ontspande iets. “Oh, hallo kinderen,” zei hij met een zucht. “Dat is heel aardig van jullie, maar ik heb geen tijd voor spelletjes.”
“Geen spelletjes!” zei Nina snel. “We willen echt helpen! Wat kunnen we doen?”
Meneer Karel dacht even na en zei toen: “Nou, als jullie echt willen helpen, kunnen jullie wat onkruid wieden.”
Ruben trok zijn neus op bij het horen van het woord ‘onkruid’. “Dat klinkt saai,” zei hij met een grijns.
Nina lachte en zei: “Misschien kunnen we het leuk maken! We doen alsof we superhelden zijn die onkruid bestrijden!”
Ruben vond dat idee geweldig! Ze deden alsof ze superhelden waren die de tuin moesten redden van het kwaadaardige onkruid. Terwijl ze aan het werk waren, maakten ze grappen over hun superkrachten.
“Ik heb de kracht om onkruid te laten verdwijnen met mijn lach!” riep Ruben terwijl hij hard lachte.
Nina deed alsof ze met haar handen zwaaide en zei: “En ik kan bloemen laten bloeien door gewoon te kijken!”
Meneer Karel begon te glimlachen terwijl hij hen aan het werk zag. Het was fijn om te zien hoe de kinderen plezier hadden in zijn tuin.
Na een tijdje waren ze klaar met wieden en keken trots naar hun werk. De tuin zag er weer mooi uit!
“Meneer Karel,” vroeg Nina nieuwsgierig, “waarom bent u zo bezorgd over uw planten?”
Meneer Karel zuchtte weer en zei: “Planten hebben liefde nodig, net als mensen. Als ik niet voor hen zorg, zullen ze verwelken.”
Ruben knikte begrijpend maar voegde er snel aan toe: “Maar mensen hebben ook vrienden nodig! U moet meer lachen!”
Meneer Karel lachte nu echt hardop. Het klonk als muziek in de oren van Ruben en Nina.
“Jullie hebben gelijk,” gaf meneer Karel toe. “Misschien moet ik vaker lachen.”
Vanaf die dag kwamen Ruben en Nina elke week terug om meneer Karel te helpen in zijn tuin. Ze maakten grappen en vertelden elkaar verhalen terwijl ze werkten.
Op een dag vroeg Nina: “Wat is uw favoriete bloem?”
Meneer Karel dacht even na en antwoordde: “Ik hou van zonnebloemen omdat ze altijd naar de zon kijken.”
Ruben sprong op en zei: “Dan moeten wij ook meer naar de zon kijken! Laten we buiten gaan spelen!”
En zo deden ze dat ook vaak na hun werk in de tuin; ze speelden verstoppertje of maakten lange wandelingen door de vallei terwijl ze genoten van elkaars gezelschap.
De zomer ging voorbij en langzaam kwam de herfst eraan. De bladeren begonnen te vallen van de bomen en alles kreeg mooie kleuren van geel tot rood.
Op een dag besloot meneer Karel iets speciaals voor Ruben en Nina te doen als dank voor hun hulp.
“Jullie hebben mijn leven zoveel leuker gemaakt,” zei hij terwijl hij twee kleine potjes gaf aan hen beide.
“Wat is dit?” vroeg Ruben nieuwsgierig.
“Dit zijn zaadjes voor zonnebloemen,” legde meneer Karel uit met twinkeling in zijn ogen. “Als jullie deze planten, zullen jullie zien hoe mooi ze worden.”
Ruben sprong op van blijdschap! “Dank u wel! We zullen ervoor zorgen dat onze zonnebloemen groot worden!”
Nina knikte enthousiast mee; zij vond het ook geweldig!
Ze gingen meteen naar huis om hun zaadjes te planten in hun eigen tuintje achterin hun huisjes in de vallei.
De weken verstreken en al snel kwamen er kleine groene sprietjes omhoog uit de grond waar zij hun zaadjes hadden geplant.
“Ze groeien!” riep Nina blij uit toen zij samen met Ruben naar buiten keek.
“Ja! En kijk hoe hoog mijn plant al is!” riep Ruben trots terwijl hij naast zijn plant stond die al bijna tot zijn middel reikte.
Ze zorgden goed voor hun zonnebloemen door water te geven en af en toe tegen hen te praten zoals meneer Karel hen had geleerd.
Toen eindelijk de zonnebloemen bloeiden, waren ze prachtig! Gouden bloemen die zich naar de zon keerden stonden fier rechtop in hun tuintje.
“Meneer Karel zal zo trots op ons zijn!” zei Nina blij terwijl zij naar haar bloem keek die net zo groot was als zijzelf!
Die middag gingen ze weer naar meneer Karel’s tuin om hem hun prachtige zonnebloemen te laten zien.
“Meneer Karel!” riep Ruben enthousiast toen zij aankwamen bij zijn huisje tussen alle bloemen. “We hebben onze zonnebloemen geplant!”
Meneer Karel kwam naar buiten met grote ogen vol verbazing toen hij zag hoe groot hun bloemen waren geworden. “Wauw! Jullie hebben fantastisch werk geleverd!” zei hij vol bewondering.
Ruben grijnsde breed terwijl hij trots vertelde over hoe zij ervoor hadden gezorgd. Nina voegde eraan toe: "En nu weten we dat liefde net zo belangrijk is voor bloemen als voor vrienden!"
Meneer Karel knikte instemmend. "Ja," zei hij zachtjes. "Vriendschap is misschien wel het mooiste wat er is."
En zo groeide niet alleen hun vriendschap maar ook die van hen drieën samen. In die mooie vallei waar alles bloeide, wisten Ruben, Nina én meneer Karel één ding zeker: Vriendschap is iets wat je moet koesteren... Een vriend voor altijd!