Er was eens een verlaten kasteel, hoog op een heuvel. Het kasteel had grote, oude muren en torens die de lucht in staken. De ramen waren gebroken en de deuren piepten als je ze opende. Maar wat het kasteel echt bijzonder maakte, was de tuin eromheen. De tuin was wild en vol leven. Er groeide van alles: bloemen in alle kleuren, hoge bomen met groene bladeren en zelfs een klein vijvertje met glinsterend water.
Joris en Tess waren twee vrienden die vaak samen speelden. Joris had blond haar dat altijd in de war zat, terwijl Tess volslank was met kort bruin haar dat ze vaak in een bun droeg. Ze hield van kleurrijke kleding en droeg vaak vrolijke jurken met bloemen erop. Op een dag besloten ze om het verlaten kasteel te verkennen.
“Wat als er iets spannends is?” vroeg Joris enthousiast.
“Of wat als het gewoon saai is?” antwoordde Tess, terwijl ze haar schouders ophaalde. Ze voelde zich soms een beetje gevoelig en verveeld, maar Joris kon haar altijd aanmoedigen om nieuwe dingen te proberen.
Ze liepen naar het kasteel en duwden de zware deur open. Het kraakte luid toen ze naar binnen stapten. De lucht rook stoffig en oud, maar dat maakte hen niet uit. Ze waren nieuwsgierig naar wat ze zouden vinden.
In het kasteel ontdekten ze grote kamers met hoge plafonds en oude meubels bedekt met stof. Maar het meest bijzondere was de deur aan de achterkant van het gebouw. Deze deur leek anders dan de andere deuren; hij was versierd met mooie houtsnijwerken van bloemen en dieren.
“Zou je deze deur openmaken?” vroeg Joris terwijl hij naar Tess keek.
Tess knikte voorzichtig en duwde tegen de deur. Tot hun verbazing ging hij open! Achter de deur lag een trap die leidde naar beneden, naar een donkere kelder.
“Laten we gaan!” zei Joris enthousiast.
Ze daalden af in de kelder, waar ze een grote ruimte vonden vol met potten, aarde en zaden. Het leek wel een tuincentrum! Maar wat hen echt verraste, was dat er ook een man stond te werken tussen al die potten.
De man had grijs haar en droeg een lange schort vol aarde. Hij keek op toen hij Joris en Tess zag.
“Hallo daar! Ik ben meneer Van der Meer,” zei hij vriendelijk. “Wat doen jullie hier?”
“We verkennen het kasteel,” antwoordde Joris snel.
Meneer Van der Meer glimlachte breed. “Dat is geweldig! Dit is mijn geheime tuin.”
“Geheime tuin?” vroeg Tess nieuwsgierig.
“Ja,” zei meneer Van der Meer terwijl hij zijn handen afveegde aan zijn schort. “Ik heb deze tuin gemaakt om mensen te leren over planten en hoe je voor ze zorgt.”
Tess voelde zich meteen beter bij deze man; zijn geduldige manier van praten maakte haar gerustgesteld. “Kunnen we helpen?” vroeg ze enthousiast.
“Zeker!” zei meneer Van der Meer terwijl hij hen uitnodigde om dichterbij te komen. “Jullie kunnen helpen met planten water geven of zaden zaaien.”
Joris sprong opgewonden op zijn plek terwijl Tess glimlachte van blijdschap. Ze hielpen meneer Van der Meer urenlang in de tuin. Ze leerden over verschillende soorten bloemen, hoe je moest snoeien en wanneer je moest water geven.
Terwijl ze werkten, vertelde meneer Van der Meer verhalen over elke plant die ze verzorgden. Hij sprak over hoe sommige planten alleen bloeiden in de zomer of hoe andere planten speciale verzorging nodig hadden om te groeien.
Tess vond het heerlijk om te luisteren naar zijn verhalen terwijl ze haar handen in de aarde stak. Het voelde goed om iets nuttigs te doen in plaats van zich verveeld te voelen thuis of op school.
Na enkele weken kwamen Joris en Tess elke middag terug naar het kasteel om mee te helpen in de tuin van meneer Van der Meer. Ze werden echte vrienden met hem en leerden veel over planten, maar ook over geduld hebben – iets waar Tess soms moeite mee had.
Op een dag besloot meneer Van der Meer hen iets speciaals te laten zien: “Vandaag gaan we onze eerste bloemen plukken!”
Joris sprong opgewonden rondjes terwijl Tess even stil bleef staan om na te denken over wat dit voor hen betekende: hun harde werk had vruchten afgeworpen! Samen plukten ze kleurrijke bloemen uit de tuin – rode rozen, gele zonnebloemen en paarse lavendel – allemaal prachtig!
Met hun armen vol bloemen liepen ze terug naar het dorpje verderop waar hun vrienden speelden in het park. Toen zij aankwamen met hun boeket, waren alle kinderen onder de indruk van wat zij hadden gedaan.
“Mogen wij ook helpen?” vroegen enkele kinderen nieuwsgierig.
Tess glimlachte breed; dit was precies wat zij wilde! “Ja! Kom maar mee!”
Zo werd hun groep groter, elke middag kwamen er meer kinderen helpen in de magische tuin van meneer Van der Meer bij het kasteel op de heuvel. Iedereen leerde samen over planten verzorgen, geduld hebben én genieten van elkaars gezelschap.
De magische tuin groeide steeds mooier door al hun inspanningen; er kwamen meer kleuren bij dan ooit tevoren! En zo werd niet alleen hun kennis groter maar ook hun vriendschap sterker dan ooit tevoren.
En zo leefden Joris, Tess en hun nieuwe vrienden gelukkig verder – samen zorgend voor hun magische tuin vol leven, kleur én liefde voor elkaar!