Op een zonnige ochtend zat Bram op het plein. Het plein was groot en open, omringd door oude gebouwen met kleurige gevels. De lucht was blauw en de zon scheen fel. Bram had zijn favoriete plek gevonden, een houten bankje onder een grote boom. De bladeren ritselden zachtjes in de wind, en de schaduw viel als een koele deken over hem heen.
Bram was niet zomaar een jongen. Hij was een dromer. Zijn hoofd zat vol met verhalen en beelden die hij niet altijd kon uitleggen. Soms voelde hij zich gevoelig, alsof de wereld om hem heen te veel was. Andere keren was hij boos op zichzelf omdat hij niet altijd kon doen wat hij wilde. Hij had vaak last van vermoeidheid, wat het moeilijk maakte om te spelen of te rennen zoals andere jongens.
Vandaag droeg Bram zijn vintage kleding: een lichtblauwe blouse met knopen en een paar versleten jeans. Zijn lange golvende blonde haar viel over zijn schouders en danste in de wind. Hij keek naar de mensen die voorbijliepen, elk met hun eigen verhaal.
Aan de andere kant van het plein zat Jinthe op een ander bankje. Ze had ook vintage kleding aan, met een mooie rok die wapperde als ze bewoog. Jinthe verzamelde oude boeken net als Bram, maar ze kende elkaar nog niet goed. Ze keek af en toe naar Bram, nieuwsgierig naar wat hij deed.
Bram had zijn notitieboekje bij zich. Het was versleten en vol met krabbels en tekeningen. Hij schreef graag verhalen over verre landen en magische wezens, maar soms kwam er niets uit zijn pen. Vandaag voelde hij zich moe, alsof zijn gedachten in slow motion gingen.
Terwijl hij daar zat te schrijven, kwam er een man voorbijlopen. De man had een lange baard en droeg een hoed vol veren. Hij leek wel uit een verhaal te komen! Bram kon het niet helpen; zijn nieuwsgierigheid nam het over.
“Hallo!” zei Bram tegen de man.
De man stopte en glimlachte breed. “Hallo daar! Wat schrijf je?”
“Ik probeer een verhaal te maken,” antwoordde Bram verlegen.
“Een verhaal? Dat klinkt geweldig! Waar gaat het over?” vroeg de man terwijl hij naast Bram op het bankje ging zitten.
Bram haalde diep adem en vertelde over zijn ideeën: over dappere ridders, betoverde bossen (ook al was er geen bos in de buurt), en prinsessen die hun eigen weg zochten in de wereld.
De man luisterde aandachtig en knikte af en toe goedkeurend. “Je hebt veel fantasie,” zei hij uiteindelijk. “Dat is belangrijk voor schrijvers.”
Bram voelde zich trots maar ook onzeker tegelijk. Wat als niemand ooit zijn verhalen zou lezen? Wat als ze niet goed genoeg waren? Die gedachten maakten hem soms boos op zichzelf.
“Wat is jouw naam?” vroeg de man ineens.
“Bram,” zei hij zachtjes.
“En ik ben Felix,” zei de man met glinsterende ogen. “Ik ben schrijver.”
“Schrijver?” herhaalde Bram verbaasd.
Felix knikte enthousiast. “Ja! Ik schrijf verhalen voor kinderen zoals jij.”
Bram’s ogen glinsterden nu ook van nieuwsgierigheid. “Wat voor verhalen?”
“Oh, allerlei soorten! Verhalen over avontuur, vriendschap… maar vooral over dromen!” Felix leunde dichterbij alsof hij iets geheimzinnigs ging vertellen.
Jinthe had ondertussen geluisterd naar hun gesprek vanuit haar bankje en besloot dichterbij te komen.
“Mag ik ook luisteren?” vroeg ze met een glimlach.
“Natuurlijk!” zei Felix vrolijk terwijl hij ruimte maakte op het bankje voor Jinthe.
Ze gingen zitten luisteren naar Felix terwijl hij vertelde over hoe je je dromen kunt volgen door te schrijven wat je voelt in je hart – zelfs als dat soms moeilijk is of als je moe bent zoals Bram vaak was door zijn CVS.
Terwijl Felix sprak, voelde Bram iets veranderen binnenin hem; misschien waren al die gevoelens van boosheid of vermoeidheid gewoon deel van wie hij was als dromer? Misschien hoefde dat niet altijd slecht te zijn?
Jinthe luisterde aandachtig mee terwijl ze af en toe naar haar eigen notitieboekje keek waarin ze ideeën opschreef voor nieuwe boeken die ze wilde lezen of schrijven.
Na enige tijd stond Felix op om verder te gaan met zijn wandeling door het plein vol dromen en verhalen die nog verteld moesten worden.
“Blijf schrijven!” riep hij nog voordat hij verdween tussen de mensenmassa op het plein.
Bram keek naar Jinthe die nu naast hem zat met haar notitieboekje open voor nieuwe ideeën.
“Ik vind jouw verhalen vast leuk,” zei Jinthe voorzichtig terwijl ze haar potlood omhoog hield om iets op te schrijven.
Bram glimlachte verlegen terug maar voelde zich nu minder alleen dan eerder deze ochtend.
De zon begon langzaam onder te gaan achter de gebouwen van het plein terwijl twee dromers samen zaten – elk met hun eigen gedachten maar verbonden door hun liefde voor verhalen.
En zo eindigde deze dag voor Bram; niet met grote avonturen of spannende wendingen maar gewoon met woorden die samenkwamen onder de schaduw van een grote boom – waar dromen geboren werden in stilte.