In een mooie vallei, omringd door hoge bergen, lag een tuin. Deze tuin was niet zomaar een tuin. Het was een vergeten tuin. De bloemen waren verwelkt en de planten stonden scheef. Er groeide onkruid overal. Niemand kwam er meer, en dat was jammer.
Ruben en Noa waren twee kinderen die in de vallei woonden. Ze speelden vaak buiten, maar ze keken nooit naar de vergeten tuin. Op een dag, terwijl ze aan het spelen waren met hun vliegers, zag Ruben iets glinsteren tussen het onkruid.
“Wat is dat?” vroeg Ruben nieuwsgierig.
“Ik weet het niet,” zei Noa. “Laten we gaan kijken!”
Ze renden naar de vergeten tuin. Toen ze dichterbij kwamen, zagen ze dat het een oude tuinschop was. De schop was roestig en vol met aarde, maar het glinsterde nog steeds in de zon.
“Wie zou zoiets hier laten liggen?” vroeg Noa.
“Misschien is dit van de tuinier,” zei Ruben. “Ik heb gehoord dat er ooit een tuinier was die deze tuin verzorgde.”
De kinderen keken om zich heen en zagen dat de tuin nog steeds mooi kon zijn als iemand hem zou verzorgen. Ze besloten om de tuinier te zoeken.
Na wat vragen in de vallei kwamen ze uit bij een klein huisje aan de rand van de vallei. Voor het huisje stond een man met grijs haar en een baard. Hij droeg formele kleding en keek bezorgd.
“Hallo,” zei Ruben voorzichtig. “Bent u de tuinier van de vergeten tuin?”
De man knikte langzaam. “Ja, ik ben Mehmet,” zei hij met een zachte stem. “Maar ik ben al jaren niet meer in die tuin geweest.”
“Waarom niet?” vroeg Noa nieuwsgierig.
Mehmet zuchtte diep en keek naar zijn voeten. “Ik heb pijn,” zei hij zachtjes. “Chronische pijnklachten maken het moeilijk voor mij om te werken.”
Ruben en Noa keken elkaar aan. Ze voelden medelijden met Mehmet, maar ze wilden ook helpen.
“Misschien kunnen wij helpen!” stelde Ruben voor.
Mehmet keek op, verrast door hun aanbod. “Dat is heel vriendelijk van jullie,” zei hij met een glimlachje, hoewel zijn ogen nog steeds somber waren.
Ze spraken af dat ze elke zaterdag zouden komen helpen in de vergeten tuin. De kinderen waren enthousiast! Ze maakten plannen voor wat ze zouden doen: onkruid wieden, bloemen planten en alles weer mooi maken.
De eerste zaterdag gingen ze aan de slag. Mehmet gaf hen instructies terwijl hij op een stoel zat om uit te rusten van zijn pijn.
“Begin daar bij het onkruid,” zei hij wijzend naar een grote hoop gras dat overgroeid was met distels.
Ruben en Noa werkten hard en zongen vrolijke liedjes terwijl ze aan het wieden waren. Na enkele uren zagen ze al verschil! De grond kwam weer tevoorschijn en er verschenen zelfs enkele kleurrijke bloemen tussen het onkruid.
Mehmet keek toe met blijdschap in zijn ogen, ook al voelde hij zich nog steeds neerslachtig door zijn pijnklachten.
“We moeten meer bloemen planten!” riep Noa enthousiast naarmate hun werk vorderde.
“Ja! En misschien ook wat groenten!” voegde Ruben toe.
Mehmet knikte goedkeurend en vertelde hen over verschillende soorten bloemen en groenten die goed zouden groeien in de vallei. Hij vertelde verhalen over hoe hij vroeger kookte met verse ingrediënten uit zijn eigen tuin voordat hij ziek werd.
Na weken van hard werken begon de vergeten tuin weer tot leven te komen! De kleuren bloeiden op en er groeide zelfs fruit aan sommige bomen die ooit verwaarloosd waren geweest.
Op een dag besloot Mehmet iets speciaals te doen voor Ruben en Noa als dank voor hun hulp. Hij nodigde hen uit voor een maaltijd in zijn huisje.
Toen ze binnenkwamen, rook het heerlijk! Mehmet had gekookt met verse groenten uit de tuin die zij samen hadden verzorgd: tomatensoep met kruiden, salade met komkommer en paprika’s, en zelfs zelfgebakken brood!
Terwijl ze aten vertelde Mehmet verhalen over zijn jeugd in Turkije, waar hij leerde koken van zijn moeder. Zijn ogen glinsterden even toen hij sprak over al die heerlijke gerechten die hij maakte toen hij jonger was.
Ruben en Noa luisterden aandachtig terwijl ze genoten van het eten dat zo vol smaak zat dankzij alle liefde die Mehmet erin had gestopt.
Na het eten bedankten ze hem hartelijk voor deze heerlijke maaltijd. Mehmet glimlachte breder dan ooit tevoren; zelfs al voelde hij zich soms neerslachtig door zijn pijnklachten, deze momenten maakten alles beter voor hem.
Langzaam maar zeker werd Mehmet sterker door hun vriendschap – of beter gezegd: hun samenwerking – in de vergeten tuin. Hij begon weer zelf kleine klusjes te doen terwijl Ruben en Noa hielpen waar nodig was.
De weken gingen voorbij en elke zaterdag werd er harder gewerkt aan de vergeten tuin totdat deze geen ‘vergeten’ plek meer was maar juist dé plek waar iedereen graag wilde komen!
Op een dag zaten Ruben, Noa én Mehmet samen onder een grote boom in de schaduw van hun prachtige werkplek te genieten van vers fruit uit hun eigen oogst terwijl ze plannen maakten voor nieuwe groenten om te planten volgend seizoen!
En zo werd niet alleen de vergeten tuin weer levendig; ook Mehmet vond weer vreugde in zijn leven dankzij twee kinderen die hem hielpen herinneren hoe mooi dingen kunnen worden als je samenwerkt – zelfs zonder magie of geheimen!