Kinderverhaaltje: een plek om te dromen (door een fantasierijke schrijver)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Een plek om te dromen**

Op een zonnige dag in de stad, waar de gebouwen hoog en de straten druk waren, lag een klein plein. Het plein was omringd door kleurrijke huizen met bloemen in de vensterbanken. Kinderen speelden op het plein, terwijl hun ouders op bankjes zaten en met elkaar praatten. Dit was een plek waar dromen konden groeien.

Niels was een jongen van twaalf jaar. Hij had slank, lang golvend blond haar dat in de zon glansde. Niels hield van dit plein. Hij kwam er vaak om te spelen met zijn vrienden of gewoon om te zitten en naar de lucht te kijken. Maar soms voelde hij zich ook verward. Dan dacht hij aan dingen die moeilijk waren, zoals zijn angststoornis. Het maakte hem soms bang om naar school te gaan of nieuwe vrienden te maken.

Op een dag zat Niels op het plein met zijn ukulele. Hij speelde vrolijke deuntjes en probeerde zijn gedachten weg te spelen. Terwijl hij speelde, zag hij een meisje dat alleen op een bankje zat. Ze had ook blond haar, maar het was korter en steiler dan dat van hem. Haar naam was Luna.

Luna kwam uit Polen en had net met haar ouders in deze stad gewoond. Ze droeg vintage kleren die er mooi uitzagen, maar ook een beetje vreemd voor Niels waren. Ze keek naar Niels terwijl hij speelde en glimlachte voorzichtig.

“Wat speel je?” vroeg ze met een zachte stem.

“Een liedje,” antwoordde Niels verlegen. “Ik probeer iets vrolijks te maken.”

Luna knikte en ging dichterbij zitten. “Ik vind het mooi,” zei ze eerlijk.

Niels voelde zich blij door haar woorden. “Dank je! Wil je me helpen? Ik zoek inspiratie voor mijn volgende liedje.”

Luna’s ogen glinsterden van enthousiasme. “Ja! Wat als we samen iets schrijven? We kunnen over dit plein schrijven!”

Niels vond het een geweldig idee. Samen gingen ze zitten op het gras en begonnen na te denken over wat ze wilden zeggen in hun liedje.

“Dit plein is zo mooi,” zei Luna terwijl ze naar de bloemen keek.

“Ja! En er zijn altijd kinderen die spelen,” voegde Niels toe.

Ze spraken over hun dromen en wat ze wilden worden als ze groot waren. Luna wilde schrijfster worden, net als haar favoriete auteur die verhalen schreef over verre landen en avonturen. Niels vertelde dat hij ook wilde schrijven, maar dan over muziek en gevoelens.

Terwijl ze samen werkten aan hun liedje, merkte Niels dat zijn angst langzaam verdween. Het voelde goed om met iemand anders te praten over wat hen bezig hielden.

Na een tijdje hadden ze hun eerste couplet af:
*Op het plein vol kleuren,*
*Waar kinderen altijd lachen,*
*Dromen komen hier tot leven,*
*Als we samen muziek maken.*

Luna lachte blij toen ze het voorlas. “Dit is leuk! We moeten meer schrijven!”

De dagen gingen voorbij en elke keer als Niels naar het plein ging, was Luna daar ook. Ze schreven meer coupletten en maakten plannen voor hun eerste optreden op het plein.

Maar soms voelde Niels zich nog steeds verward of bang als er veel mensen waren of als hij moest optreden voor anderen. Hij vertelde dit aan Luna tijdens één van hun sessies.

“Ik begrijp je,” zei Luna zachtjes terwijl ze hem aankeek met haar grote ogen vol begrip. “Soms voel ik me ook zo.”

Niels voelde zich opgelucht dat hij niet alleen was in zijn gevoelens van angst.

“Wat helpt jou?” vroeg hij nieuwsgierig.

“Ik probeer diep adem te halen,” zei Luna terwijl ze haar handen op haar buik legde om het uit te leggen. “En ik denk aan iets moois.”

Niels knikte langzaam, denkend aan wat zij zei. Misschien kon hij ook proberen diep adem te halen voordat hij zou optreden?

De dag van hun eerste optreden kwam snel dichterbij en beide kinderen waren nerveus maar vastberaden om hun muziek met anderen te delen.

Op de dag zelf stonden ze samen op het plein voor een klein publiek van vrienden en ouders die hen aanmoedigden met glimlachen en klappen.

Niels begon te spelen op zijn ukulele terwijl Luna zong:
*Op het plein vol kleuren,*
*Waar kinderen altijd lachen,*
*Dromen komen hier tot leven,*
*Als we samen muziek maken.*

Toen ze klaar waren, klonk er luid applaus vanuit het publiek! Niels voelde zich trots en gelukkig; al zijn angsten leken even weggevlogen toen hij de blije gezichten zag.

Na hun optreden kwamen veel kinderen naar hen toe om hen complimenten te geven over hun muziek.

“Jullie waren geweldig!” riep een jongen enthousiast.

Luna bloosde terwijl ze naar Niels keek; zij voelde zich net zo blij als hij deed.

Vanaf die dag werd het plein nog specialer voor hen beiden – niet alleen omdat ze daar muziek maakten, maar omdat zij daar elkaar hadden gevonden als vrienden die elkaar hielpen bij hun angsten en dromen.

En zo groeide er op dat kleine plein niet alleen muziek maar ook vriendschap – een plek waar dromen echt konden bloeien zonder geheimen of magie, gewoon door samen te zijn zoals zij waren: twee kinderen vol hoop in een drukke stad.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes