In een groene vallei, omringd door hoge bergen, woonde een jongen genaamd Ruben. Ruben was een gewone jongen met kort zwart haar en een gemiddeld postuur. Hij droeg altijd hippe streetwear, met kleurrijke sneakers en een capuchontrui. Ruben had iets bijzonders: hij was een beetje anders dan de meeste kinderen. Soms begreep hij dingen niet zo goed, en dat maakte hem soms verveeld. Maar als hij lachte, dan lachte iedereen mee.
Ruben had een beste vriendin, Tess. Tess was vrolijk en altijd in voor avontuur. Ze had lange vlechten en droeg vaak een spijkerbroek met een vrolijk T-shirt. Samen waren ze een geweldig team. Op deze druilerige dag in de vallei besloten ze om iets te doen.
“Wat zullen we doen?” vroeg Tess terwijl ze naar de regen keek die tegen het raam tikte.
Ruben haalde zijn schouders op. “Ik weet het niet,” zei hij met een zucht. “Het is zo saai.”
Tess dacht even na. “Laten we naar de kookwinkel gaan! Daar is die avontuurlijke kok!” zei ze enthousiast.
Ruben knikte. De avontuurlijke kok heette Mehmet en hij kwam uit Turkije. Hij droeg altijd een grote witte koksmuts en had een baard die bijna net zo groot was als zijn hoofd! Mehmet maakte de lekkerste gerechten en vertelde altijd grappige verhalen.
Ze trokken hun regenjassen aan en stapten naar buiten. De regen viel met bakken uit de lucht, maar dat kon hen niet schelen. Ze sprongen in plassen en gilden van plezier terwijl ze naar de kookwinkel renden.
Toen ze binnenkwamen, rook het heerlijk naar kruiden en gebakken brood. Mehmet stond achter de toonbank met zijn grote glimlach.
“Hallo daar! Wat brengt jullie hier op deze natte dag?” vroeg hij terwijl hij zijn handen afveegde aan zijn schort.
“Leuk? Dat kan ik wel regelen!” zei Mehmet met twinkelende ogen. “Wat denken jullie van… pannenkoeken bakken?”
Ruben sprong op van blijdschap. “Ja! Pannenkoeken!”
Mehmet leidde hen naar de keuken achterin de winkel. Het was er warm en gezellig, ondanks het weer buiten. De muren waren volgekalkt met recepten van over de hele wereld.
“Eerst hebben we ingrediënten nodig,” zei Mehmet terwijl hij alles bij elkaar zocht: meel, eieren, melk en suiker.
Terwijl ze alles verzamelden, vertelde Mehmet over zijn leven in Turkije. Hij vertelde over markten vol kleuren en geuren, over dansende mensen en feestelijke maaltijden.
“En toen ik hier kwam,” zei hij lachend, “dacht ik dat ‘pannenkoek’ gewoon ‘een plat brood’ betekende!”
Ruben lachte hardop. “Dat is grappig!”
Tess keek naar Ruben en grinnikte ook om zijn enthousiasme.
Ze begonnen te koken onder Mehmet’s leiding. Ruben mengde het beslag terwijl Tess de eieren kapot klopte.
“Pas op voor je vingers!” riep Mehmet toen Ruben bijna in het beslag knoeide.
“Ik ben geen chef-kok zoals jij!” antwoordde Ruben met een grijns op zijn gezicht.
Na wat geknoei waren ze eindelijk klaar om te bakken. De geur van pannenkoeken vulde de keuken terwijl ze sissend in de pan lagen te bakken.
“Dit is leuk!” zei Tess terwijl ze haar handen wreef in het beslag dat op haar schort zat.
“Ja! En als we klaar zijn, kunnen we ze versieren!” voegde Ruben toe terwijl hij zich voorbereidde om nog meer beslag te maken voor hun volgende ronde pannenkoeken.
Mehmet keek hen aan met trots in zijn ogen. “Jullie zijn geweldige hulpjes!”
Uiteindelijk waren alle pannenkoeken klaar: stapels goudbruine lekkernijen lagen op tafel te wachten om gegeten te worden.
“Wat willen jullie erop?” vroeg Mehmet terwijl hij verschillende toppings liet zien: stroop, fruit, chocoladepasta… alles wat je maar kon bedenken!
“Ik wil alles!” riep Tess uitgelaten terwijl ze haar ogen groot maakte van verlangen naar al die lekkernijen.
Ruben knikte instemmend maar dacht even na voordat hij antwoord gaf: “Ik wil alleen chocoladepasta.”
Ze begonnen hun pannenkoeken te versieren alsof het kunstwerken waren: Tess deed stroop én fruit én chocoladepasta op haar stapel, terwijl Ruben voorzichtig alleen chocoladepasta toevoegde – precies zoals hij het wilde hebben.
Toen ze eindelijk gingen zitten om hun creaties op te eten, begon Mehmet weer te vertellen over zijn avonturen als kok in verschillende landen – hoe hij ooit per ongeluk chilipepers had gebruikt in plaats van paprika’s!
Iedereen lachte hardop toen Mehmet deed alsof hij vuur spuwde van al die hete pepers die hij had gegeten zonder dat hij het wist!
De regen viel nog steeds buiten, maar binnen was het warm en gezellig vol gelach en heerlijke geuren van pannenkoeken die werden gegeten door twee blije kinderen samen met hun nieuwe vriend Mehmet.
Na hun maaltijd voelden Ruben en Tess zich voldaan maar ook moe van al het lachen en koken samen met Mehmet.
“We moeten dit vaker doen,” zei Tess met volle mond vol pannenkoek.
Ruben knikte instemmend terwijl hij nog snel een laatste hap nam voordat ook zij moesten gaan.
Buiten stopte het eindelijk met regenen toen zij weer naar huis liepen.
De lucht was nu helderblauw geworden.
“We hebben echt iets leuks gedaan vandaag,” zei Ruben blij.
Tess glimlachte breed terug: “Ja! En wie weet wat we morgen gaan doen?”
En zo eindigde hun dag vol avontuur in de regen – niet omdat er iets groots gebeurde of omdat er belangrijke lessen geleerd werden – maar gewoon omdat twee vrienden samen plezier hadden gehad onder leiding van hun avontuurlijke kok!