In een drukke stad, waar de gebouwen als torens naar de lucht reikten, lag een klein park. Het park was niet groot, maar het had iets bijzonders. In het midden stond een oude molen, met zijn wieken die traag draaiden in de wind. De molen was niet meer in gebruik, maar hij gaf het park een charmante uitstraling. Het was hier dat Thijs en Maud vaak samenkwamen.
Thijs was een optimistische wetenschapper met een robuuste bouw en kort krullend haar dat altijd leek te rebelleren tegen de wetten van de zwaartekracht. Hij had een passie voor alles wat met natuurkunde te maken had en kon urenlang praten over de meest complexe onderwerpen. Maud daarentegen was zijn tegenpool. Ze had een visuele beperking en kon de wereld om haar heen niet zien zoals anderen dat deden. Maar dat weerhield haar er niet van om vol enthousiasme door het leven te gaan.
Op een zonnige middag besloten Thijs en Maud om naar het park te gaan. Thijs had net een nieuwe theorie ontwikkeld over de zwaartekracht en wilde deze graag aan Maud uitleggen. Terwijl ze door het park liepen, hoorde Maud het geluid van kinderen die aan het spelen waren en vogels die vrolijk floten.
"Thijs," zei ze met haar warme stem, "wat is dat voor geluid? Klinkt als gelach."
"Dat zijn kinderen," antwoordde Thijs met een glimlach. "Ze spelen op de schommel."
Maud knikte, ook al kon ze niets zien. "Ik hou van kinderen," zei ze. "Ze hebben zoveel energie."
Ze kwamen aan bij de oude molen en gingen op een bankje zitten dat onder een grote boom stond. De schaduw viel koel over hen heen, wat heerlijk was op deze warme dag.
"Vertel me meer over je theorie," vroeg Maud nieuwsgierig.
Thijs leunde naar voren, zijn ogen glinsterend van enthousiasme. "Oké, stel je voor: als we zwaartekracht kunnen manipuleren, kunnen we misschien dingen laten zweven! Denk aan auto's die boven de grond hangen of zelfs mensen die door de lucht zweven!"
Maud lachte zachtjes. "Dat klinkt geweldig! Maar hoe ga je dat doen? Met toverdrank of zo?"
Thijs grinnikte. "Nee, geen toverdrank! Gewoon wetenschap! Maar ik heb nog veel werk te doen voordat ik daar ben."
Terwijl ze praatten, merkte Maud iets vreemds op in de schaduw van de molen. Iemand zat daar stilletjes te luisteren naar hun gesprek. Het was een man met een Zuid-Afrikaans accent die hen nieuwsgierig aankeek.
"Wat zijn jullie aan het bespreken?" vroeg hij met een brede glimlach.
Thijs keek op en zei: "We praten over zwaartekracht! Wat brengt jou hier?"
"Ik ben gewoon aan het genieten van deze mooie dag," antwoordde de man terwijl hij zich voorstelde als Jaco. "Ik ben hier op vakantie en ik vind dit park geweldig."
Maud knikte enthousiast, ook al kon ze Jaco niet zien. "Het is inderdaad mooi hier! Heb je al veel gezien in onze stad?"
Jaco begon te vertellen over zijn avonturen in de stad: hoe hij had genoten van het lokale eten en hoe hij zich verwonderde over alle verschillende mensen die hij had ontmoet.
"En wat doe jij?" vroeg Jaco aan Thijs.
"I k ben wetenschapper," zei Thijs trots. "Ik werk aan nieuwe ideeën over zwaartekracht."
Jaco's ogen glinsterden van interesse. "Dat klinkt fascinerend! Ik heb altijd al willen weten hoe dingen werken."
Maud lachte weer om Jaco's enthousiasme. “Je zou eens moeten horen hoe Thijs ons kan laten geloven dat we kunnen vliegen!”
De drie raakten in gesprek over wetenschap en reizen terwijl ze genoten van hun tijd samen onder de schaduw van de oude molen.
Na enige tijd merkte Maud iets vreemds op in Jaco's stem; er zat iets humoristisch in zijn manier van praten dat haar deed glimlachen.
"Jaco," zei ze speels, "ben jij altijd zo vrolijk of is dit gewoon omdat je op vakantie bent?"
Jaco lachte luidop: “Nou, ik probeer altijd positief te blijven! Zelfs als ik mijn bagage kwijt ben geraakt!”
Thijs grijnsde breed terwijl hij zich voorstelde hoe Jaco’s bagage er waarschijnlijk uitzag na zo’n avontuur: “Misschien zweefde je bagage wel weg!”
De drie vrienden lachten samen totdat hun buik pijn deed van het lachen.
Uiteindelijk besloot Jaco om verder te gaan met zijn verkenningstocht door het park terwijl Thijs en Maud nog even bleven zitten onder de schaduwrijke boom.
“Wat denk je?” vroeg Thijs terwijl hij naar Maud keek. “Zou je ooit willen vliegen?”
“Ja,” antwoordde ze zonder aarzeling, “maar dan moet jij me wel helpen.”
“Deal!” zei Thijs enthousiast terwijl hij begon na te denken over manieren om zijn theorie tot leven te brengen.
De zon begon langzaam onder te gaan achter de gebouwen van de stad toen Thijs en Maud hun gesprek voortzetten over wetenschap en dromen onder de oude molen in het park.
En zo ging hun dag voorbij; gevuld met gesprekken vol hoop en dromen zonder geheimen of magie – alleen maar twee vrienden die samen dachten aan wat mogelijk zou kunnen zijn in deze wereld vol wonderen.