Kinderverhaaltje: Verloren in het labyrint (door een goudsmid)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Verloren in het Labyrint**

In de oude stad Florence, waar de daken als een zee van terracotta golfden, woonde een jonge man genaamd Luca. Hij was slank en lang, met kort krullend haar dat vaak onder een kleurrijk hoedje verdween. Luca had een passie voor optiek; hij werkte in de kleine winkel van zijn vader, die al generaties lang brillen maakte. De winkel was niet groot, maar het had karakter. De muren waren bedekt met oude foto’s van klanten die trots hun nieuwe brillen droegen.

Luca had altijd al een fascinatie gehad voor de wereld achter de glazen. Hij vond het heerlijk om te experimenteren met verschillende lenzen en monturen. Maar er was iets dat hem soms somber maakte: zijn fysieke beperking. Hij had één been verloren bij een ongeluk toen hij jonger was, en sindsdien liep hij met een prothese. Het hinderde hem niet in zijn werk, maar het gaf hem soms het gevoel dat hij anders was dan anderen.

Op een dag besloot Luca om naar het dak van de winkel te gaan. Het was zijn favoriete plek om na te denken en te schuilen voor de drukte van de straat beneden. Terwijl hij omhoog klom via de smalle trap, voelde hij de zon op zijn gezicht en hoorde hij het zachte gefluit van vogels die tussen de daken fladderden.

Eenmaal boven aangekomen, keek hij uit over de stad. De torens staken trots omhoog tegen de blauwe lucht en de geur van versgebakken pizza kwam vanuit een nabijgelegen pizzeria. Luca genoot van dit uitzicht; het gaf hem een gevoel van vrijheid dat hij soms miste op straat.

Terwijl hij daar stond, viel zijn blik op iets vreemds aan de andere kant van het dak. Een oude deur die half openstond, verborgen achter een stapel oude dozen en verwaaid gras. Zijn nieuwsgierigheid werd gewekt en zonder er verder over na te denken, besloot hij dichterbij te gaan kijken.

De deur kraakte toen hij deze opende duwde. Wat zich achter deze deur bevond, leek wel een labyrint van gangen en trappen die naar verschillende delen van het gebouw leidden. Het was donker binnenin, maar er waren genoeg ramen om wat licht binnen te laten vallen.

Luca stapte voorzichtig naar binnen en voelde meteen dat dit geen gewone ruimte was. De muren waren bedekt met oude spiegels in verschillende vormen en maten; sommige waren gebroken, andere glanzend schoon. Het leek alsof elke spiegel zijn eigen verhaal vertelde.

Hij begon door het labyrint te dwalen, nieuwsgierig naar wat er nog meer verborgen lag achter deze mysterieuze deuren. Terwijl hij verder liep, merkte hij dat sommige spiegels hem terugkeken met ogen vol vragen; anderen leken gewoon leeg te zijn.

Na enige tijd kwam Luca bij een grote spiegel die anders was dan alle andere. Deze spiegel had gouden randen en leek bijna te stralen in het schemerige licht. Toen hij dichterbij kwam, zag hij niet alleen zichzelf; er verschenen beelden uit zijn verleden: momenten waarop hij schaken speelde met zijn vader of samen met vrienden op school zat.

De beelden maakten hem blij maar ook somber; ze herinnerden hem aan tijden waarin alles eenvoudiger leek te zijn voordat zijn leven zo veranderde door zijn ongeluk.

Luca draaide zich om om verder te gaan toen iets hem tegenhield: een zacht geluid dat uit één van de andere kamers kwam. Nieuwsgierig volgde hij het geluid tot hij bij een kleine ruimte kwam waar iemand zat te schaken tegen zichzelf.

Het was een oudere man met grijs haar en bril die zo groot was dat je bijna niet kon zien wie erachter zat. De man keek op toen Luca binnenkwam en glimlachte vriendelijk.

“Wil je meedoen?” vroeg de man terwijl hij naar het bord wees dat vol stond met stukken in verschillende kleuren.

Luca aarzelde even maar knikte toen voorzichtig. “Ik heb al jaren niet meer gespeeld,” zei hij terwijl hij zich naast de man neerzette.

Ze begonnen hun spel terwijl ze praatten over alles wat hen bezig hield: over brillen maken, over levensverhalen en over hoe je soms verloren kunt raken in jezelf net zoals in dit labyrint van spiegels.

De uren verstreken terwijl ze samen speelden; elke zet bracht hen dichter bij elkaar ondanks hun verschillende levenspaden. Luca voelde zich vrijer dan ooit tevoren terwijl ze samen lachten om hun zetten of elkaar plaagden als iemand iets doms deed.

Uiteindelijk verloor Luca – maar dat maakte niet uit; wat telde was het gesprek dat ze hadden gehad tijdens hun spelletje schaken op deze onverwachte plek bovenop Florence.

Toen ze klaar waren stond Luca op om afscheid te nemen van de man die zo vriendelijk tegen hem geweest was tijdens hun spelletje.
“Kom gerust terug,” zei de man terwijl Luca weer richting de deur liep.
“Ik ben hier altijd.”

Met die woorden verliet Luca het labyrint achter zich en stapte weer naar buiten op het dak waar alles begon.
De zon scheen nu helder boven Florence terwijl ik terugkeek naar alle spiegels die me herinnerden aan mijn verleden.
Maar nu wist ik ook dat ik niet alleen hoefde te spelen – zelfs als ik soms verloren raak in mijn gedachten of mijn beperkingen voel.
Er is altijd iemand daarbuiten die bereid is om samen met mij te spelen – zelfs als we onszelf verliezen in ons eigen labyrint.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes