Kinderverhaaltje: Onderbroken dromen (door een quilter)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Onderbroken dromen**

Op de top van de hoge duinen, waar de lucht zout en fris was, zat Joris met zijn benen over de rand van het zand. De zee glinsterde in de zon, een eindeloze uitgestrektheid van blauw. Joris had altijd al van de zee gehouden. Het geluid van de golven die tegen de kust sloegen, het ritmische geklots, gaf hem een gevoel van vrijheid. Maar vandaag was hij niet alleen. Naast hem zat Luna.

Luna had bruin haar dat in een staart viel en sproeten die haar wangen sierden als kleine sterren op een heldere nacht. Ze droeg vintage kleding, een lichtblauwe jurk die wapperde in de zeebries. Haar ogen waren dromerig terwijl ze naar de horizon keek. Joris kon zien dat ze ergens anders was, misschien in een wereld waar ze vrij kon schilderen zonder pijn.

Luna had chronische pijn, iets wat haar vaak neerslachtig maakte. Maar op deze plek leek het alsof de zee haar even vergat. Joris wist dat ze graag schilderde, maar het was moeilijk voor haar om zich te concentreren als de pijn weer opspeelde. Hij bewonderde haar talent en hoopte dat ze ooit een groot schilder zou worden.

“Wat zie je daar?” vroeg Joris terwijl hij naar de horizon wees.

“De horizon,” antwoordde Luna met een zachte stem. “Ik zie kleuren die ik wil vastleggen.” Haar ogen glinsterden even voordat ze weer wegdroomde.

Joris knikte en keek ook naar de zee. Hij dacht aan zijn vader, die schipper was geweest. De verhalen over verre landen en avonturen op zee waren altijd bij hem gebleven. Soms voelde hij zich alsof hij zelf op avontuur wilde gaan, maar iets hield hem tegen. Misschien was het zijn verantwoordelijkheidsgevoel of misschien was het gewoon angst voor het onbekende.

“Denk je dat we ooit samen kunnen gaan varen?” vroeg hij voorzichtig.

Luna draaide zich naar hem toe en glimlachte zwakjes. “Dat zou mooi zijn,” zei ze dromerig. “Maar ik weet niet of ik dat kan.”

Joris voelde een steek van verdriet bij haar woorden. Hij wilde zo graag dat zij vrij kon zijn, zonder pijn of beperkingen. Maar hij begreep ook dat dromen soms onderbroken werden door realiteit.

Ze zaten daar samen, stilletjes kijkend naar de zee terwijl de zon langzaam onderging en alles in gouden tinten hulde. De lucht vulde zich met een warme gloed en Joris voelde iets in zijn hart groeien – een verlangen om meer te doen voor Luna.

“Wat als we samen gaan schilderen?” stelde hij voor na een tijdje zwijgen.

Luna keek hem verrast aan. “Schilderen? Maar ik heb geen verf.”

“Dat maakt niet uit,” zei Joris enthousiast terwijl hij opstond en naar beneden liep richting het strand. “We kunnen zand gebruiken! En misschien kunnen we schelpen vinden om mee te werken.”

Luna volgde hem langzaam met een glimlach op haar gezicht die zijn hart verwarmde. Ze verzamelde schelpen terwijl Joris met zijn handen door het zand ging om verschillende kleuren te mengen – wit zand met wat water maakte een mooie lichte kleur; bruin zand gaf diepte aan hun creaties.

Ze begonnen te schilderen op het droge zand, hun fantasieën tot leven brengend met elke beweging van hun handen. Luna maakte golven die omhoog klommen naar de lucht; Joris tekende boten die over de zee vaarden, net zoals zijn vader ooit deed.

Terwijl ze bezig waren, vergaten ze even alles om hen heen – de pijn van Luna, de verantwoordelijkheden van Joris – alles vervaagde in het licht van hun creativiteit.

Maar naarmate de zon verder onderging en het donkerder werd, begon Luna’s gezicht te verstrakken door pijn die weer terugkwam als een schaduw over haar dromen.

“Het spijt me,” fluisterde ze terwijl ze haar hand op haar buik legde waar ze vaak last had.

Joris voelde zich machteloos toen hij zag hoe snel haar vreugde verdween als sneeuw voor de zon. “We kunnen morgen verdergaan,” stelde hij geruststellend voor.

Luna knikte maar er lag verdriet in haar ogen dat niet verdween met woorden alleen.

Die avond gingen ze terug naar huis onder een sterrenhemel vol twinkelende lichten die hen herinnerden aan hun dromen – dromen die soms onderbroken werden door realiteit maar nooit helemaal verloren gingen.

De dagen verstreken en elke keer als Joris naar boven klom op de duinen om Luna te ontmoeten, hoopte hij dat zij weer zou stralen zoals zij deed tijdens hun schildermomenten op het strand.

Soms zaten ze stil naast elkaar zonder veel te zeggen; andere keren praatten ze over wat hen bezighield of wat zij zouden willen doen als er geen grenzen waren aan hun mogelijkheden.

Joris leerde veel over geduld door deze momenten samen met Luna door te brengen; hoe belangrijk het is om gewoon aanwezig te zijn voor iemand anders zonder altijd oplossingen te hoeven bieden voor problemen die buiten je controle liggen.

Op een dag besloot Joris iets speciaals voor Luna te doen: hij verzamelde al hun schelpen en maakte er iets moois mee – kleine kunstwerkjes die hun tijd samen symboliseerden: golven gemaakt van witte schelpen en boten uit bruine schelpen gevormd tot herinneringen aan gelach en vreugdevolle momenten ondanks alles wat hen tegenhield in hun leven buiten deze duinen bij zee.

Toen hij dit aan Luna gaf tijdens hun volgende ontmoeting glansden haar ogen vol verwondering terwijl zij voorzichtig elk stuk bekeek alsof zij iets heel kostbaars vasthielden tussen haar vingers; iets wat hen verbond ondanks alle uitdagingen waarmee zij dagelijks geconfronteerd werden in hun eigen levensverhaal vol onderbroken dromen maar ook hoopvolle momenten samen hier bovenop deze hoge duinen kijkend over zee waar alles mogelijk leek zolang zij elkaar hadden…

Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes