Kinderverhaaltje: Het verhaal achter de deur (door een piloot)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Het verhaal achter de deur**

Op een oude brug die over een mistige rivier slingert, waar de lucht altijd gevuld is met de geur van natte aarde en bloeiende bloemen, stond Ruben. Hij was een jongen van zestien, klein van stuk maar met een geest die groter leek dan zijn lichaam. Zijn ogen waren helder en vol nieuwsgierigheid, als twee vensters naar een wereld vol mogelijkheden. De brug was zijn toevluchtsoord, een plek waar hij kon dromen en nadenken over het leven dat zich voor hem uitstrekte als de kronkelige rivier onder hem.

De brug was omgeven door velden vol wilde bloemen die in alle kleuren van de regenboog bloeiden. Het was hier dat Noor vaak kwam, een meisje dat met haar volslanke figuur en lange steile zwarte haar in vlechten door het leven ging. Ze droeg bohemian stijl kleding die haar vrijgevochten geest weerspiegelde. Noor had iets bijzonders; ze had de gave om anderen te inspireren met haar enthousiasme en sociale flair. Maar er was ook iets dat haar verward maakte, iets dat ze niet kon verwoorden.

Ruben had Noor vaak opgemerkt terwijl ze tussen de bloemen danste, haar handen uitgestrekt naar de zonnestralen die door de bladeren filterden. Ze leek te zweven boven de grond, alsof ze niet helemaal deel uitmaakte van deze wereld. Hij voelde zich aangetrokken tot haar energie, maar tegelijkertijd weerhield iets hem ervan om dichterbij te komen. Misschien was het zijn eigen onzekerheid of misschien was het de angst om gekwetst te worden.

Op een dag besloot hij zijn angst opzij te zetten en naar Noor toe te lopen. Terwijl hij dichterbij kwam, merkte hij hoe ze op een oude houten kist zat die half verborgen lag onder een bed van groen gras en bloemen. De kist had geen slot, maar leek toch gesloten door een onzichtbare kracht.

"Wat is er in die kist?" vroeg Ruben voorzichtig.

Noor keek op en glimlachte met een glinstering in haar ogen. "Dat weet ik niet," antwoordde ze eerlijk. "Ik heb hem hier altijd gezien, maar ik heb nooit durven kijken."

Ruben knielde naast haar en samen bestudeerden ze de kist. Het hout was verweerd door de tijd; splinters staken uit als kleine vingers die naar hen reikten. "Misschien is het gewoon leeg," zei Ruben terwijl hij voorzichtig met zijn vingers over het oppervlak streek.

"Noem je dat gewoon?" vroeg Noor met een fronsje op haar gezicht. "Wat als er iets moois in zit? Iets wat ons kan inspireren?"

Ruben haalde zijn schouders op en voelde zich plotseling kwetsbaar onder haar blik. "Of misschien is het gewoon verleden tijd," zei hij zachtjes.

Noor leunde achterover tegen de kist en sloot even haar ogen alsof ze wilde voelen wat er binnenin verborgen lag zonder het daadwerkelijk te openen. "Soms denk ik dat we onszelf beperken door niet verder te kijken dan wat we zien," zei ze uiteindelijk.

De woorden hingen in de lucht als geurige bloemblaadjes die langzaam naar beneden dwarrelden. Ruben voelde hoe hun betekenis hem raakte; hij wist dat Noor gelijk had, maar tegelijkertijd voelde hij ook de chronische pijn van zijn eigen twijfels – als fibromyalgie die hem soms weerhield om volledig deel te nemen aan het leven.

"Wat als we samen kijken?" stelde hij voor, zijn stem trilde lichtjes van spanning.

Noor opende haar ogen en knikte langzaam. "Ja, laten we dat doen."

Ze stonden samen op en duwden hun handen tegen het oude hout van de kist. Met gezamenlijke kracht tilde ze langzaam het zware deksel omhoog; het kraakte als oude botten onder druk.

Binnenin vonden ze geen schatten of geheimen, maar slechts stofbedekte herinneringen aan vervlogen tijden: oude brieven, vergeelde foto's en verwelkte bloemen die ooit levendig waren geweest maar nu slechts schaduwen waren van wat eens was geweest.

Ruben voelde zich teleurgesteld; dit was niet wat hij had gehoopt te vinden – geen wonderlijke ontdekking of betoverend verhaal achter deze deur naar het verleden. Maar toen keek hij naar Noor naast hem; zij glimlachte zachtjes terwijl ze voorzichtig één van de verwelkte bloemen oppakte.

"Dit is ook mooi," zei ze terwijl ze het bloemstukje bestudeerde met dezelfde aandacht waarmee iemand naar een kostbaar kunstwerk zou kijken. "Het vertelt ons iets over vergankelijkheid."

Ruben knikte stilletjes terwijl hij zich realiseerde dat Noor gelijk had – zelfs in hun teleurstelling lag schoonheid verscholen in eenvoudiger dingen dan zij ooit hadden kunnen bedenken.

De zon begon onder te gaan achter hen en kleurde de lucht in warme tinten oranje en roze terwijl zij daar zaten op hun oude brug boven de mistige rivier – twee jongeren verbonden door hun zoektocht naar betekenis in alledaagse dingen.

En zo bleef Ruben zitten naast Noor totdat de sterren één voor één verschenen aan de hemel boven hen; elk lichtpuntje weerspiegelde hun dromen en verlangens – eenvoudig maar diepgaand zoals alles wat hen omringde: bloemen in velden vol mogelijkheden zonder geheimen of magie – alleen maar leven zoals het kwam.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes