Kinderverhaaltje: De laatste brief van een vreemdeling (door een historicus)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**De laatste brief van een vreemdeling**

Het was een rustige middag in de late zomer. De zon scheen door de bladeren van de grote bomen die de picknickplaats omringden. Het gras was groen en zacht, en de lucht had een zoete geur van bloeiende bloemen. Bram zat op een oude houten bank, zijn ogen gericht op het meer dat glinsterde in het zonlicht. Hij had zijn rugzak naast zich neergezet, gevuld met boeken en wat snacks. Het was zijn favoriete plek om te ontspannen.

Bram was klein en stevig, met kort stekelig haar dat in verschillende kleuren was geverfd. Vandaag had hij gekozen voor een felblauwe tint die hem euforisch maakte. Hij hield van deze plek, weg van de drukte van school en de verwachtingen van anderen. Hier kon hij gewoon zijn, zonder dat iemand hem iets vroeg of verwachtte.

Terwijl hij naar het water keek, hoorde hij voetstappen achter zich. Hij draaide zich om en zag Fenna aankomen. Ze droeg een lange rok met bloemenprint en een T-shirt met een opdruk die ze zelf had gemaakt. Haar haar viel in golven over haar schouders, maar vandaag had ze het samengebonden in een losse knot.

“Hey Bram!” riep ze terwijl ze naar hem toe liep. “Wat doe je hier?”

“Gewoon even genieten,” antwoordde Bram met een glimlach. “En jij?”

“Ik wilde dansen,” zei Fenna terwijl ze zich omdraaide en enkele danspassen maakte op het gras. Dansen was haar passie; het gaf haar vrijheid en vreugde.

Bram keek naar haar terwijl ze danste, haar bewegingen waren soepel en vol leven. Hij bewonderde hoe vrij ze zich voelde, iets wat hij soms moeilijk vond door zijn angsten. Soms voelde hij zich gevangen in zijn eigen gedachten, maar hier bij het meer leek alles mogelijk.

Na een tijdje stopte Fenna met dansen en plofte naast Bram op de bank neer. “Wat heb je meegebracht?” vroeg ze nieuwsgierig terwijl ze in zijn rugzak keek.

“Een paar boeken,” zei Bram terwijl hij er eentje uitnam. “En wat snacks.”

Fenna grijnsde toen ze de zak chips zag liggen. “Dat is altijd goed!” Ze pakte er een paar uit en begon te knabbelen terwijl Bram begon te lezen.

De stilte tussen hen was comfortabel; soms hoefde er niet veel gezegd te worden om elkaar te begrijpen. Maar na een tijdje legde Bram zijn boek weg en keek naar Fenna.

“Heb je ooit nagedacht over wat je later wilt doen?” vroeg hij.

Fenna dacht even na voordat ze antwoordde: “Ik wil danslerares worden.” Haar ogen glinsterden bij het idee alleen al. “Ik wil mensen laten voelen wat ik voel als ik dans.”

Bram knikte begrijpend, maar tegelijkertijd voelde hij iets binnenin hem dat hem weerhield om ook zo vrij te dromen over de toekomst. Zijn gedachten dwaalden af naar iets anders: naar de vreemde brief die hij onlangs had gevonden tussen de bladeren op deze plek.

“Er is iets waar ik je over wil vertellen,” begon Bram voorzichtig.

Fenna leunde nieuwsgierig naar voren, haar aandacht volledig op hem gericht.

“Ik vond laatst een brief,” zei hij langzaam, “van iemand die hier ooit heeft gezeten.” Hij haalde diep adem voordat hij verder ging: “Het was geen gewone brief; het leek alsof die persoon iets belangrijks wilde delen.”

“Wat stond erin?” vroeg Fenna enthousiast.

Bram haalde de brief uit zijn rugzak en las voor:

"Beste vreemdeling,

Als je deze woorden leest, ben ik misschien al lang weg uit deze wereld of heb ik mijn weg gevonden naar ergens anders. Deze plek heeft me altijd getroost als ik me verloren voelde in mijn gedachten."

Bram stopte even om na te denken over wat hij net had gelezen voordat hij verderging:

"Ik hoop dat jij ook troost vindt onder deze bomen."

Fenna luisterde aandachtig terwijl Bram verder las:

"Ik ben altijd bang geweest voor wat anderen van me dachten; soms voelde ik me gevangen in mijn eigen hoofd."

Bram zuchtte zachtjes toen hij dit las; het raakte hem meer dan hij had verwacht.

“Dat klinkt bekend,” zei Fenna zachtjes nadat Bram klaar was met lezen.

“Ja,” gaf Bram toe, “het lijkt alsof we niet alleen zijn in onze angsten.”

Ze zaten daar samen onder de schaduw van de bomen, beiden nadenkend over hun eigen leven en dromen. De woorden van de vreemdeling leken hen te verbinden op manieren die ze niet helemaal konden begrijpen.

Na enige tijd brak Fenna de stilte: “Denk je dat we ooit zo’n brief zullen schrijven?”

Bram dacht na over haar vraag voordat hij antwoord gaf: “Misschien wel.”

Ze keken samen naar het meer dat rustig voor hen lag, hun gedachten verloren in dromen over wat zou kunnen komen – of misschien wel wat nooit zou komen.

De zon begon langzaam onder te gaan achter de bomen, waardoor alles in gouden licht werd gehuld. Het was tijd om terug te gaan naar huis; tijd om weer deel uit te maken van hun dagelijkse leven vol verwachtingen en verantwoordelijkheden.

Terwijl ze opstonden om hun spullen bijeen te rapen, voelde Bram iets veranderen binnenin hem – misschien door die vreemde brief of door Fenna’s aanwezigheid – maar er was iets dat hem vastberaden maakte om niet alleen maar toe te kijken vanaf de zijlijn van zijn eigen leven.

Met elke stap richting huis nam hij zichzelf voor om meer risico’s te nemen; misschien zelfs eens echt te dansen zoals Fenna deed – vrij en zonder angst voor wat anderen zouden denken.

En zo verlieten zij samen hun picknickplaats onder de grote bomen, met herinneringen aan woorden die hen hadden geraakt – woorden geschreven door een vreemdeling die hen misschien wel dichter bij zichzelf had gebracht dan ooit tevoren.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes