In de uitgestrekte woestijn van Vietnam, waar de zandduinen zich als golven in een zee van goud uitstrekten, woonde een meubelmaker genaamd Tuan. Zijn werkplaats was een klein, vervallen gebouw aan de rand van de stad Nha Trang. De muren waren bedekt met verweerd hout en het dak was door de jaren heen verzwakt door de brandende zon en de onvoorspelbare regenbuien. Maar binnenin was het een andere wereld. De geur van vers gesneden hout vulde de lucht, en het geluid van zagen en hamers weerklonk als muziek in zijn oren.
Tuan was gemiddeld van lengte, met krullend blond haar dat in een korte stijl was geknipt. Hij droeg vaak kleurrijke t-shirts die hem een vrolijke uitstraling gaven, ondanks de stress die hem soms overviel. Zijn handen waren ruw en vol splinters, maar ze waren ook vaardig en moedig. Hij maakte meubels die niet alleen functioneel waren, maar ook verhalen vertelden. Elk stuk dat hij creëerde had zijn eigen ziel.
De dagen in Nha Trang waren vaak lang en vermoeiend. Tuan werkte hard om zijn klanten tevreden te stellen, maar er was altijd die onderliggende angst dat hij niet genoeg zou verdienen om rond te komen. De stad was vol leven, maar voor Tuan voelde het soms als een gevangenis waarin hij vastzat tussen zijn dromen en de realiteit.
Op een dag kwam er een Hongaars stel naar zijn werkplaats. Ze waren enthousiast over hun plannen om naar Vietnam te reizen en wilden meubels kopen voor hun nieuwe huis in Boedapest. Tuan voelde zich vereerd dat ze bij hem kwamen, maar tegelijkertijd voelde hij de druk toenemen. Wat als ze niet tevreden zouden zijn? Wat als hij hen teleurstelde?
De man had een angststoornis die hem soms belemmerde om beslissingen te nemen. Terwijl zijn vrouw door de showroom liep en verschillende meubels bewonderde, stond hij stil bij een prachtige eikenhouten tafel die Tuan had gemaakt. Het was een meesterwerk met ingewikkelde details die het verhaal vertelden van liefde en samenzijn.
"Dit is perfect," zei de vrouw met glinsterende ogen terwijl ze haar hand over het gladde oppervlak liet glijden.
Maar de man keek naar de tafel met twijfels in zijn ogen. "Wat als we deze tafel niet kunnen betalen?" vroeg hij zachtjes.
Tuan hoorde hun gesprek terwijl hij bezig was met het afwerken van een stoel aan de andere kant van de kamer. Hij voelde hun angst als een schaduw die over hen hing. Het geluid van gebroken beloftes vulde zijn gedachten; beloftes aan zichzelf dat hij ooit succesvol zou worden, dat hij ooit zou ontsnappen aan deze eindeloze cyclus van onzekerheid.
"Ik kan u helpen," zei Tuan plotseling terwijl hij zich naar hen toe draaide. "Ik kan u korting geven."
De vrouw glimlachte breed, maar de man bleef stil staan met gefronste wenkbrauwen. "Dat is heel vriendelijk," zei hij aarzelend.
Tuan knikte begrijpend; hij wist hoe moeilijk het kon zijn om risico's te nemen wanneer je bang was voor wat er zou kunnen gebeuren als je faalde.
Na enkele uren onderhandelen besloten ze uiteindelijk om zowel de tafel als enkele stoelen te kopen. Tuan voelde zich opgelucht toen ze vertrokken met hun nieuwe meubels, maar tegelijkertijd bleef er iets knagen aan hem – het gevoel dat deze verkoop slechts tijdelijk geluk bracht in plaats van echte voldoening.
Naarmate dagen verstreken, werkte Tuan onvermoeibaar verder aan nieuwe projecten terwijl het zand buiten langzaam door de wind werd verplaatst en nieuwe duinen vormde onder de sterrenhemel. Hij dacht vaak terug aan het Hongaars stel; hun enthousiasme had hem geraakt op manieren die hij niet kon uitleggen.
Toch bleef er iets wringen binnenin hem – alsof elke verkoop slechts een schaduw achterliet van wat had kunnen zijn: dromen die nooit werkelijkheid werden of beloftes die nooit werden ingelost.
Op een avond zat Tuan buiten op het kleine terras voor zijn werkplaats terwijl sterren fonkelden boven hem zoals verloren dromen in het duistere universum. Hij nam een slokje water uit zijn plastic fles en keek naar de horizon waar zandduinen zich uitstrekten tot aan waar hemel en aarde elkaar leken te ontmoeten.
Een groep jongeren passeerde op weg naar hun favoriete gaming café verderop in de straat; hun gelach weerklonk door de stille nacht zoals muziek uit vervlogen tijden. Ze droegen kleurrijke t-shirts zoals Tuan zelf vaak deed – misschien zochten zij ook naar iets wat hen gelukkig maakte of misschien gewoon naar afleiding van hun eigen angsten.
Terwijl ze voorbijliepen dacht Tuan na over wat succes werkelijk betekende in deze wereld vol gebroken beloftes – of dat nu ging om meubels maken of simpelweg leven zonder angst voor morgen.
Die nacht viel er geen slaap op Tuan’s ogen; gedachten bleven rondcirkelen zoals sterrenstelsels ver weg in het heelal – ongrijpbaar maar altijd aanwezig – net zoals al die dromen waarvan hij hoopte dat ze ooit werkelijkheid zouden worden onder deze eindeloze sterrenhemel boven Vietnam’s woestijnachtige landschap.