Kinderverhaaltje: Dromen die nooit vervagen (door een verzekeringsagent)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**Dromen die nooit vervagen**

Op de top van een vulkaan, waar de lucht zwaar was van rookpluimen en de aarde trilde onder de hitte, stond een kleine goudsmidwerkplaats. De muren waren gemaakt van verweerd beton, met hier en daar een scheur die het verhaal vertelde van de tijd die voorbijging. Quinten, een jonge man met een lange baard en casual kledingstijl, werkte er al jaren. Zijn handen waren altijd bedekt met gouden stof en zijn ogen glinsterden als het metaal dat hij bewerkte.

Quinten was geen gewone goudsmid. Hij had een analytische geest en kon urenlang in stilte werken, zijn gedachten ver weg in de wolken boven de vulkaan. De rookpluimen die omhoog krulden, leken op zijn dromen – ze waren vluchtig en ongrijpbaar, maar altijd aanwezig. Ondanks zijn chronische pijnklachten die hem soms verstikten als de rook zelf, vond hij troost in het creëren van sieraden die verhalen vertelden.

Op een dag kwam Nola binnen. Ze was volslank en droeg kleurrijke kleding die haar vrolijke persoonlijkheid weerspiegelde. Haar bril glinsterde in het licht van de werkplaats terwijl ze Quinten observeerde. Nola had Surinaamse roots en haar enthousiasme was aanstekelijk. Ze had altijd al willen leren hoe je goud kon smeden, maar haar leven had haar vaak weerhouden om deze droom na te jagen.

“Wat maak je?” vroeg ze nieuwsgierig terwijl ze naar de tafel vol gereedschap keek.

“Ringen,” antwoordde Quinten zonder op te kijken. “Voor mensen die iets bijzonders willen.”

Nola knikte begrijpend. Ze voelde zich aangetrokken tot deze plek; het was alsof de vulkaan zelf hen omarmde met zijn warmte. “Mag ik helpen?” vroeg ze voorzichtig.

Quinten keek op, verrast door haar vraag. Hij was gewend om alleen te werken, maar iets in Nola’s stem maakte hem nieuwsgierig. “Waarom wil je dat?” vroeg hij.

“Omdat ik wil leren,” zei ze vastberaden. “Ik heb altijd gedroomd van iets creatiefs.”

En zo begon hun samenwerking. Nola leerde snel; ze had talent voor schaken en kon strategisch denken over elk stuk dat ze bewerkte. Terwijl Quinten haar technieken bijbracht, merkte hij dat zijn stress langzaam verdween als sneeuw voor de zon.

De dagen gingen voorbij in een ritme van hameren en smelten, terwijl buiten de vulkaan zijn eigen muziek speelde – het gerommel van stenen en het sissen van stoom dat ontsnapte uit scheuren in de aarde. Nola ontdekte dat ze niet alleen goud kon smeden; ze kon ook muziek maken met haar handen – elke beweging was als een noot in een melodie.

Op een dag zat Quinten aan zijn werktafel toen hij Nola hoorde zingen terwijl ze aan een nieuwe ring werkte. Haar stem klonk helder boven het geluid van de vulkaan uit, als een echo van hun dromen die samenkwamen in deze bijzondere plek.

“Wat zing je?” vroeg hij nieuwsgierig.

“Een lied over vrijheid,” antwoordde Nola met glinsterende ogen. “Over hoe we onze dromen kunnen volgen.”

Quinten glimlachte zwakjes; hij had nooit eerder nagedacht over vrijheid in verband met goudsmidwerk. Voor hem was het altijd gewoon werk geweest – iets wat hem hielp om te vergeten wat er buiten deze muren gebeurde.

De weken verstreken en hun vriendschap groeide zonder dat ze het echt doorhadden. Het leek alsof de vulkaan hen beschermde tegen alles wat hen ooit weerhield om gelukkig te zijn – tegen verwachtingen of angsten die hen gevangen hielden in hun eigen gedachten.

Maar op een dag kwam er verandering in hun routine toen Nola vertelde dat ze naar Istanbul wilde gaan om meer te leren over traditionele goudsmidtechnieken bij Turkse meesters.

“Ik kan niet blijven,” zei ze somber terwijl ze naar buiten keek naar de rookpluimen die zich boven hen verhieven als herinneringen aan hun tijd samen.

Quinten voelde iets breken binnenin hem, maar hij wist niet goed wat hij moest zeggen of doen. “Je moet gaan,” zei hij uiteindelijk, hoewel elke vezel in hem schreeuwde om haar te vragen te blijven.

Nola knikte langzaam, maar er lag verdriet op haar gezicht dat niet verdween zoals rook in de lucht zou doen naarmate het afkoelde.

De dag van haar vertrek kwam sneller dan verwacht en Quinten stond op dezelfde plek waar hij Nola voor het eerst had ontmoet – bij zijn werktafel vol gereedschap en dromen die nog steeds niet vervaagden ondanks hun naderende afscheid.

“Ik zal je missen,” zei Nola terwijl ze zich omdraaide naar Quinten voordat ze wegstapte richting de rand van de vulkaan waar een pad naar beneden leidde naar nieuwe avonturen.

“Ik ook,” fluisterde Quinten terug, maar zij hoorde hem niet meer; zij was al onderweg naar haar toekomst vol mogelijkheden.

Terwijl hij daar bleef staan, voelde Quinten hoe de hitte van de vulkaan onder zijn voeten pulserend werd – alsof zelfs deze oude reus hen aanmoedigde om verder te gaan met hun dromen zonder elkaar fysiek nabij te hebben.

En zo bleef Quinten achter op de top van de vulkaan, omringd door rookpluimen die als herinneringen aan hun tijd samen bleven hangen in de lucht – dromen die nooit zouden vervagen zolang er mensen waren zoals zij beiden: creatief, enthousiast en vastbesloten om iets moois uit hun leven te halen ondanks alles wat hen ooit weerhielden.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes