Olivier zat op het dak van een oud gebouw in de stad. Het was een warme middag en de zon scheen fel. Hij had een goed uitzicht over de straten beneden. Auto's reden af en aan, mensen liepen snel voorbij, en in de verte hoorde hij het geluid van sirenes. Olivier was brildragend en had een lichte verstandelijke beperking. Soms voelde hij zich neerslachtig, vooral als hij naar beneden keek en zag hoe druk het leven was.
Naast hem zat Nina. Ze was zorgzaam en hield van schilderen en tekenen. Haar schetsboek lag open op haar schoot. Met een potlood in haar hand maakte ze snelle lijnen op het papier. Nina was gemiddeld van lengte, met een vrolijke uitstraling die Olivier vaak opvrolijkte. Ze had geen beperking, maar ze begreep Olivier goed.
"Wat denk je?" vroeg Nina terwijl ze naar zijn gezicht keek. "Wil je iets tekenen?"
Olivier schudde zijn hoofd. "Ik weet niet wat ik moet maken," zei hij zachtjes. "Ik voel me soms zo verloren."
Nina knikte begrijpend. "Dat is oké," zei ze geruststellend. "Soms weet je gewoon niet wat je wilt doen." Ze keek weer naar haar schetsboek en begon te tekenen wat ze om zich heen zag: de gebouwen, de lucht, de mensen die voorbijgingen.
Olivier leunde achterover en keek naar de wolken die langzaam voorbij dreven. Hij dacht na over zijn leven, over school, over zijn ouders en over wat hij later wilde worden. De vragen waren er altijd, maar antwoorden bleven vaak uit.
"Wat als we samen iets maken?" stelde Nina voor terwijl ze haar potlood neerlegde. "We kunnen onze gedachten op papier zetten."
Olivier vond het idee interessant, maar ook eng. Wat als zijn gedachten niet goed genoeg waren? Wat als niemand ze begreep? Toch voelde hij dat Nina hem niet zou veroordelen.
"Oké," zei hij uiteindelijk met een kleine glimlach.
Ze begonnen samen te werken aan hun tekeningen. Olivier pakte een stuk papier en begon te schetsen wat hij voelde: grote cirkels voor zijn twijfels, rechte lijnen voor zijn dromen die soms zo ver weg leken.
Nina keek af en toe op van haar eigen werk om te zien hoe het ging met Olivier. Ze zag dat hij geconcentreerd was, maar ook dat er momenten waren waarop hij even stopte om na te denken.
"Wat teken je?" vroeg ze nieuwsgierig.
"Dit," zei Olivier terwijl hij zijn papier omhoog hield. "Dit is mijn onzekerheid." Hij wees naar de cirkels die chaotisch door het papier verspreid stonden.
Nina knikte langzaam terwijl ze naar zijn tekening keek. "En dit?" vroeg ze terwijl ze naar de rechte lijnen wees.
"Dat is mijn droom om kunstenaar te worden," antwoordde Olivier met een sprankje hoop in zijn stem.
Nina glimlachte breed en zei: "Dat is mooi! Je moet blijven tekenen."
De middag verstreek terwijl ze samen werkten aan hun tekeningen op het dak van het oude gebouw met uitzicht over de stad beneden hen. De zon begon onder te gaan en kleurde de lucht oranje en roze.
"Waarom ben je hier gekomen?" vroeg Nina plotseling terwijl ze haar potlood neerlegde.
Olivier dacht even na voordat hij antwoord gaf. "Ik weet het niet precies," zei hij eerlijk. "Misschien omdat ik soms alleen ben of omdat ik wil ontdekken wie ik ben."
Nina knikte opnieuw begrijpend. "Het is goed om jezelf te ontdekken," zei ze zachtjes.
Ze keken samen naar de horizon waar de zon langzaam onderging achter de gebouwen van de stad. Het licht veranderde voortdurend, net zoals hun gedachten over zichzelf veranderden tijdens deze reis op het dak.
"Zou jij ooit willen verhuizen?" vroeg Nina nieuwsgierig terwijl ze haar ogen op Olivier richtte.
"Omdat ik hier soms zo neerslachtig voel," gaf Olivier toe, "maar ook omdat ik bang ben dat ik niemand zal kennen als ik ga."
Nina dacht even na voordat ze antwoord gaf: "Misschien moet je gewoon kleine stapjes zetten? Je hoeft niet alles tegelijk te doen."
Olivier knikte langzaam; kleine stapjes leken haalbaar voor hem.
De avond viel verder in en sterren verschenen één voor één aan de hemel boven hen terwijl zij hun tekeningen afmaakten onder het zachte licht van een lampje dat ergens boven hen brandde op het dak.
"We moeten dit vaker doen," stelde Nina voor toen hun tekeningen bijna klaar waren.
Olivier glimlachte weer; dit keer voelde het echt als een glimlach vol hoop en mogelijkheden in plaats van onzekerheid of angst.
"Ja," zei hij vastberaden, “ik wil meer ontdekken.”
En zo zaten zij daar nog even stilletjes naast elkaar, kijkend naar hun kunstwerken die nu meer waren dan alleen lijnen op papier; zij waren symbolen van hun reis naar zichzelf ontdekken – stap voor stap – zonder haast of drukte om hen heen.