Op het dak van een oud kasteel, dat ooit de trots was van een lang vervlogen tijd, stonden twee kinderen. Milan en Livia keken uit over de horizon, waar de zon langzaam onderging en de lucht zich vulde met tinten van oranje en paars. Het kasteel was omgeven door een weelderig landschap, vol met bomen die hun takken als armen naar de lucht uitstrekten. De geur van aarde en bladeren vulde de lucht, en het geluid van fluitende vogels weerklonk in hun oren.
Milan was lang en slank, met dreadlocks die als een waterval over zijn schouders vielen. Hij droeg hiphop-stijl kleding, die hem een gevoel van vrijheid gaf. Livia daarentegen had een andere uitstraling. Haar Filipijnse afkomst was zichtbaar in haar donkere ogen en haar volle lippen. Ze had een visuele beperking; ze kon niet goed zien, maar dat weerhield haar er niet van om met volle teugen van de natuur te genieten.
"Voel je dat?" vroeg Milan terwijl hij zijn handen uitstrekte naar de wind die door zijn vingers gleed. "De natuur is zo levendig hier."
Livia knikte, hoewel ze niet alles kon zien wat hij zag. Voor haar waren het vooral geluiden en geuren die haar vertelden over de wereld om haar heen. "Ja," zei ze zachtjes. "De vogels zingen hun liedjes. Het klinkt als muziek."
Milan glimlachte naar haar enthousiasme. Hij had altijd bewondering gehad voor Livia's vermogen om schoonheid te vinden in dingen die anderen misschien zouden negeren. Terwijl hij naar de horizon keek, dacht hij aan wat er allemaal te ontdekken viel in deze uitgestrekte natuur.
"Wat denk je dat er daar achter die heuvel ligt?" vroeg hij terwijl hij met zijn vinger naar een verre heuvel wees.
Livia leunde iets naar voren, alsof ze zich beter wilde concentreren op wat Milan zei. "Misschien is er een rivier," stelde ze voor. "Of misschien wel een verborgen tuin vol bloemen."
Milan knikte enthousiast bij het idee van een verborgen tuin vol kleuren en geuren die Livia zou kunnen beschrijven met haar woorden terwijl hij zelf zou genieten van het uitzicht.
"Zullen we gaan kijken?" vroeg hij vastberaden.
Livia's gezicht straalde op bij het idee van avontuur. "Ja! Maar ik heb jouw hulp nodig," antwoordde ze optimistisch.
Ze begonnen hun weg naar beneden te zoeken via de smalle trappen van het kasteel, waarbij ze voorzichtig waren om niet te vallen of te struikelen over de oude stenen die door de jaren heen versleten waren geraakt.
Eenmaal buiten voelden ze het gras onder hun voeten kriebelen als kleine insecten die zich verstopten tussen de sprieten. De lucht was fris en vol leven; overal om hen heen waren geluiden van dieren die zich voorbereidden op de nacht.
"Ik kan niet wachten om meer te ontdekken," zei Milan terwijl hij vooruit liep, zijn ogen glanzend van nieuwsgierigheid.
Livia volgde hem nauwlettend, luisterend naar elk geluid dat hen omringde. Ze hoorde het ritselen van bladeren in de wind en het zachte gekwaak van kikkers in de verte.
Na een tijdje kwamen ze aan bij een kleine open plek tussen enkele hoge bomen. De zon scheen nog net genoeg door het bladerdak om alles in gouden licht te hullen.
"Dit is mooi," fluisterde Livia terwijl ze haar handen over het gras liet glijden.
Milan knielde neer en begon voorzichtig enkele bloemen te plukken; hun kleuren waren levendig tegen het groene gras. "Kijk eens," zei hij terwijl hij enkele bloemen omhoog hield voor Livia om te voelen.
Ze raakte voorzichtig met haar vingers aan de bloemblaadjes en glimlachte breed toen ze hun zachte textuur voelde. "Ze zijn prachtig," zei ze enthousiast.
Terwijl Milan verder ging met zijn ontdekkingstocht, merkte Livia iets anders op: een klein diertje dat zich tussen de takken verstopte. Het beestje bewoog snel weg toen Milan dichterbij kwam, maar Livia had het al gezien.
"Wat was dat?" vroeg ze nieuwsgierig.
"Ik weet het niet precies," antwoordde Milan terwijl hij zijn hoofd schudde in verwarring. "Misschien een eekhoorn?"
Livia lachte zachtjes bij zijn poging tot identificatie; zij vond altijd vreugde in zulke momenten waarin hun verbeelding hen leidde naar onbekende plekken.
De zon begon langzaam onder te gaan, waardoor alles rondom hen veranderde in schaduwen en silhouetten tegen een achtergrond van vurige kleuren. De wereld leek stil te staan terwijl zij daar zaten, verloren in hun eigen gedachten over wat er nog meer verborgen lag in deze prachtige natuur.
"We moeten teruggaan voordat het donker wordt," zei Milan uiteindelijk met enige spijt in zijn stem.
Livia knikte instemmend maar voelde ook iets anders: geen angst voor het donker of voor wat er zou komen; alleen maar nieuwsgierigheid naar wat morgen zou brengen als zij opnieuw zouden terugkeren naar dit magische stukje aarde dat hen zo had betoverd.
Terug op het dak van het kasteel zaten ze stil naast elkaar terwijl de sterren één voor één verschenen aan de hemel boven hen. De nacht bracht nieuwe geluiden mee: gekwetter van nachtdieren en geritsel in de struiken beneden hen.
"Ik kan niet wachten tot morgen," zei Milan zachtjes terwijl hij omhoog keek naar de sterrenhemel die zo ver weg leek maar tegelijkertijd zo dichtbij voelde.
Livia glimlachte opnieuw; zelfs zonder alles perfect te kunnen zien wist zij dat deze momenten samen onvergetelijk waren – gevuld met wonderen die alleen zij konden ervaren op hun eigen manier, diep geworteld in het hart van de natuur waar niets hen ooit zou kunnen stoppen om verder te ontdekken wat er nog meer verborgen lag achter elke boom of heuvel aan deze betoverende horizon.