Op een zonnige dag, met een helderblauwe lucht en een zachte zeebries, zat Jasper op het verlaten strand. Het witte zand voelde warm aan zijn voeten terwijl hij naar de golven keek die zachtjes tegen de kust aanspoelden. Hij had zijn favoriete t-shirt met een grote print van een papegaai aan, dat hij altijd droeg als hij naar het strand ging. Het was zijn geluksoutfit.
Jasper had net zijn fiets geparkeerd naast een grote, oude boom die schaduw bood. De fiets was slank en snel, met glanzende wielen die in de zon schitterden. Hij had er veel plezier mee gehad en was trots op zijn tweewieler. Maar nu was het tijd om te ontspannen en te genieten van de zee.
Terwijl Jasper op het zand zat, zag hij Mara aankomen. Ze droeg een vrolijke jurk met kleurrijke bloemen en had een grote tas bij zich. "Hé Jasper!" riep ze terwijl ze dichterbij kwam. "Wat ga je doen vandaag?"
"Ik dacht eraan om wat te schilderen," antwoordde Jasper terwijl hij naar zijn spullen wees. Hij had een klein schildersdoekje meegenomen, samen met wat verf en penselen. "En jij?"
"Oh, ik heb wat spelletjes meegenomen voor vanavond," zei Mara met een glimlach. "We kunnen later met vrienden spelen."
Jasper knikte enthousiast. "Dat klinkt leuk! Maar eerst wil ik iets maken."
Mara ging naast hem zitten en keek nieuwsgierig naar het doekje. "Wat ga je schilderen?" vroeg ze.
"Ik weet het nog niet precies," zei Jasper terwijl hij nadenkte. "Misschien iets van de zee of de lucht."
Terwijl hij begon te schilderen, merkte hij dat er iets mis was. Zijn gedachten dwaalden af naar zijn fiets die daar stond, zo dichtbij maar toch zo ver weg in zijn hoofd. Wat als iemand hem zou meenemen? Dat zou echt vervelend zijn.
Na een tijdje besloot Jasper even pauze te nemen en naar zijn fiets te kijken. Maar tot zijn grote schrik ontdekte hij dat de fiets verdwenen was! “Mara!” riep hij uit paniek. “Mijn fiets is weg!”
Mara keek op van haar tas vol spelletjes en zag de bezorgde blik op Jaspers gezicht. “Wat? Hoe kan dat nou?” vroeg ze verbaasd.
“Ik weet het niet! Ik heb hem net hier neergezet!” zei Jasper terwijl hij rondkeek alsof de fiets misschien weer terug zou komen.
“Laten we gaan zoeken,” stelde Mara voor terwijl ze opstond en haar tas aan de kant zette.
Ze begonnen samen over het strand te lopen, hun voeten maakten sporen in het warme zand terwijl ze elk hoekje onderzochten waar iemand misschien de fiets had kunnen zien of zelfs stelen.
“Misschien is er iemand voorbij gekomen die hem heeft meegenomen,” zei Mara analytisch terwijl ze verder zochten.
“Of misschien is er gewoon een uil geweest die hem heeft opgegeten,” grapte Jasper om zichzelf wat op te vrolijken.
Mara lachte om Jaspers grap maar bleef serieus kijken rond hen heen. Ze keken achter rotsen, tussen schelpen en zelfs bij enkele kinderen die aan het spelen waren met hun speelgoedauto’s.
Na enige tijd kwamen ze bij een groep mensen die bezig waren met hun eigen activiteiten: enkele volwassenen waren aan het volleyballen, terwijl kinderen in het water speelden of zandkastelen bouwden.
“Zullen we vragen of iemand mijn fiets heeft gezien?” vroeg Jasper.
“Ja, dat lijkt me slim,” antwoordde Mara terwijl ze naar de volleybalspelers liep.
Ze vroegen verschillende mensen of zij iets wisten over Jaspers verloren fiets, maar niemand had iets gezien of gehoord.
“Dit is echt vreemd,” zei Jasper gefrustreerd toen ze weer terugliepen naar hun plek op het strand.
“Misschien moeten we gewoon even ontspannen,” stelde Mara voor terwijl ze haar tas opensloeg en enkele spelletjes eruit haalde om samen te puzzelen.
Jasper knikte instemmend en samen gingen ze zitten om even tot rust te komen na al dat zoeken. Ze legden hun puzzelstukjes neer in verschillende kleuren: blauw voor de lucht, groen voor gras en geel voor zonneschijn.
Terwijl ze bezig waren met puzzelen kwam er ineens een jongen voorbij fietsen – op Jaspers fiets! De jongen leek helemaal niet door te hebben dat dit niet zijn eigen fiets was; hij lachte vrolijk terwijl hij over het strand reed.
“Mara! Kijk!” riep Jasper verrast uit terwijl hij opstond en naar de jongen wees die nu verderop fietste.
Mara draaide zich snel om en zag ook wat er gebeurde. “Dat is jouw fiets!” riep ze uit zonder na te denken over hoe gek dit allemaal klonk in deze situatie.
Jasper rende achter de jongen aan zonder aarzeling; dit kon niet waar zijn! De jongen merkte pas later dat iemand achter hem aan kwam rennen toen Jasper steeds dichterbij kwam.
“Hé! Dat is mijn fiets!” schreeuwde Jasper toen hij eindelijk naast hem kwam fietsen.
De jongen stopte verbaasd en keek naar Jasper met grote ogen vol verwarring. “Oh! Sorry! Ik dacht dat dit mijn fiets was!” zei hij verontschuldigend terwijl hij afstapte en Jaspers tweewieler teruggaf.
Jasper nam opgelucht zijn fiets weer aan; alles voelde weer goed nu alles weer normaal was geworden op deze zonnige dag aan zee.
“Dank je wel!” zei Jasper blij tegen de jongen voordat deze verder fietste richting andere vrienden van hem in de verte.
“Meteen weer terug?” vroeg Mara lachend toen Jasper weer bij haar stond.
“Nee,” antwoordde Jasper grijnzend terwijl hij op zijn zadel sprong; “ik ga eerst nog even schilderen!”
En zo zaten ze daar weer samen op het strand: één met verfspatten op hun handen, één met puzzelstukjes verspreid om hen heen – klaar voor nog meer avonturen onder de zon zonder geheimen of magie; gewoon twee vrienden die genoten van hun dag aan zee.