Kinderverhaaltje: De jongen en de zee (door een bioloog)



Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes

**De jongen en de zee**

In het zuiden van Frankrijk, waar de zon altijd leek te schijnen en de lucht gevuld was met de geur van lavendel, woonde een jongen genaamd Julien. Hij was een dertienjarige met een sprankeling in zijn ogen en een vastberadenheid die hem onderscheidde van zijn klasgenoten. Julien had altijd al een fascinatie voor de zee. De manier waarop de golven kabbelend tegen de kust sloegen, het geluid van het water dat zich terugtrok in de diepte, en de eindeloze horizon die hem uitnodigde om verder te kijken.

Elke zaterdag ging Julien naar het strand, dat niet ver van zijn huis lag. Het was een plek waar hij zich vrij voelde, ver weg van school en zijn leraar, meneer Dupont. Meneer Dupont was een zorgzame man met grijs haar en een passie voor geschiedenis. Hij vertelde vaak verhalen over oude zeelieden en ontdekkingsreizigers. Julien luisterde aandachtig, maar zijn gedachten dwaalden vaak af naar de zee zelf.

Op een dag besloot Julien dat hij beter wilde worden in zwemmen. Hij had gehoord dat er binnenkort een zwemwedstrijd zou plaatsvinden aan het strand. Het idee om deel te nemen maakte hem blij, maar ook nerveus. Wat als hij zou verliezen? De gedachte alleen al frustreerde hem. Maar vastberaden als hij was, begon hij te trainen.

Elke ochtend stond hij vroeg op om naar het kabbelende beekje te gaan dat door het landschap slingerde voordat het uitmondde in de zee. Het water was fris en helder, perfect om te oefenen. Hij zwom heen en weer, telkens weer opnieuw, terwijl hij zich concentreerde op zijn ademhaling en techniek. Soms nam hij zijn hond Max mee; Max hield ervan om langs de oever te rennen en af en toe in het water te springen.

Julien had ook andere dingen aan zijn hoofd. Zijn verjaardag kwam eraan, en dit jaar zou hij vijftien worden. Zijn moeder had beloofd iets speciaals voor hem te bakken: een grote appelcake met veel kaneel. Het idee alleen al maakte hem gelukkig; er was niets beter dan samen met zijn familie rond de tafel zitten na een lange dag trainen.

De weken verstreken snel terwijl Julien zich voorbereidde op de wedstrijd. Hij voelde zich sterker worden; elke slag die hij maakte in het water gaf hem meer zelfvertrouwen. Maar er waren momenten waarop hij twijfelde aan zichzelf, vooral als hij dacht aan hoe anderen zouden presteren.

Op de dag van de wedstrijd was het strand drukker dan ooit tevoren. Mensen verzamelden zich langs de kustlijn om hun vrienden en familie aan te moedigen. De zon scheen fel boven hen terwijl ze hun handdoeken uitschudden en hun koelboxen openklapten voor snacks.

Julien stond aan de rand van het water met zijn zwembroek aan, zenuwachtig maar vastberaden. Hij keek naar zijn mededeelnemers: jongens die groter waren dan hijzelf, met gespierde armen en zelfverzekerde glimlachen op hun gezichten. Een paar minuten later klonk het startsignaal.

Met elke slag die Julien maakte voelde hij zich vrijer worden in het water; alles om hem heen vervaagde terwijl hij zich concentreerde op zijn ademhaling en bewegingen. Maar naarmate de race vorderde begon hij achterop te raken bij enkele andere zwemmers die sneller leken te gaan dan hij.

Frustratie borrelde op binnenin hem toen ze steeds verder wegzwommen; toch gaf Julien niet op. Hij herinnerde zich wat meneer Dupont altijd zei over doorzetten: "Het gaat niet altijd om winnen of verliezen; soms gaat het erom dat je je best doet." Met deze gedachte in zijn hoofd zette Julien alles op alles.

Toen hij eindelijk bij de finishlijn aankwam, voelde hij zowel opluchting als teleurstelling toen bleek dat hij niet als eerste was aangekomen — of zelfs als tweede of derde — maar ergens halverwege eindigde tussen alle deelnemers.

Julien kwam uit het water met druppels die glinsterden als diamanten in het zonlicht. Terwijl anderen juichten voor hun vrienden die hadden gewonnen, voelde Julien iets anders: trots op wat hij had bereikt door hard werken en training.

Na afloop van de wedstrijd ging Julien naar huis waar zijn moeder al druk bezig was met bakken voor zijn verjaardagspartij later die avond. De geur van appelcake vulde het huis terwijl Max vrolijk rondhuppelde tussen alle gasten die arriveerden.

Die avond zat iedereen samen rond tafel vol lekkernijen — cakejes, fruitige salades en natuurlijk grote stukken appelcake — terwijl ze verhalen deelden over hun dag aan het strand.

Julien realiseerde zich dat hoewel winnen leuk is, er zoveel meer is om blij mee te zijn: tijd doorbrengen met familie, samen lachen over kleine dingen zoals Max die per ongeluk tegen iemand opsprong tijdens een spelletje balgooien of gewoon genieten van elkaars gezelschap onder een sterrenhemel vol twinkelende sterren.

En zo eindigde deze bijzondere dag voor Julien niet met verdriet of teleurstelling over verloren wedstrijden maar met vreugdevolle momenten vol liefde — net zoals elke andere dag bij dat kabbelende beekje dat zo dicht bij huis stroomde voordat het samensmolt met de zee.


Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes