Op een verlaten eiland, omringd door kristalhelder water, stond een oud huis. Het huis had ooit een schrijver gehuisvest, maar nu was het verlaten. De muren waren bedekt met klimop en de ramen waren vuil van de jarenlange verwaarlozing. Maar binnenin het huis was er iets bijzonders te vinden.
Tijs en Elin waren twee kinderen die op het eiland woonden. Ze waren altijd op zoek naar avontuur en ontdekking. Tijs had kastanjebruin haar dat in de zon glansde, terwijl Elin krullend haar had dat als een waterval over haar schouders viel. Ze droegen allebei sportieve kleding; Tijs in zijn trainingspak en Elin in een sportoutfit die perfect bij haar stijl paste.
Op een zonnige dag besloten ze het oude huis te verkennen. Ze hadden gehoord dat er iets onder de vloer kon liggen, iets wat ooit van de schrijver was geweest. Met hun frisbee in de hand gingen ze naar binnen, hun nieuwsgierigheid was groter dan hun angst.
Het huis rook naar stof en vergeten verhalen. De vloerplanken kraakten onder hun voeten terwijl ze door de kamers liepen. In de woonkamer vonden ze een oude tafel met krassen en vlekken van inkt. Tijs keek naar Elin en zei: "Misschien is er wel iets onder deze tafel."
Ze kropen op hun knieën en begonnen te zoeken. Na een tijdje stoten ze op iets hards onder de vloerplank. Het was een kleine kist, bedekt met stof en spinnenwebben. Elin veegde het vuil weg met haar handpalm en Tijs trok aan het touwtje dat om de kist zat.
Met een plof ging de kist open. Binnenin lagen oude papieren, notities van de schrijver vol met ideeën voor verhalen en gedichten. "Kijk eens," zei Tijs enthousiast, "dit zijn allemaal verhalen die hij nooit heeft geschreven!"
Elin pakte één van de papieren op en begon te lezen: "De zee fluistert geheimen aan degenen die willen luisteren." Ze glimlachte terwijl ze verder las over avonturen op zee, over piraten en schatten.
"Dit is geen echte schat," zei Tijs terwijl hij door de papieren bladerde, "maar het is wel heel bijzonder." Hij vond het leuk om te denken aan wat deze woorden ooit hadden betekend voor iemand anders.
Ze besloten om buiten te gaan spelen met hun frisbee terwijl ze nadachten over wat ze hadden gevonden. De lucht was blauw en het water glinsterde als diamanten in de zon. Ze gooiden de frisbee heen en weer, lachend om elkaars worpen.
Na een tijdje kwamen ze weer terug naar het huis om verder te kijken naar wat er nog meer verborgen lag onder de vloer of misschien ergens anders in het huis. Terwijl ze door andere kamers liepen, vonden ze meer notities, schetsen van personages en zelfs enkele fragmenten van verhalen die nooit afgemaakt waren.
Tijs voelde zich geïnspireerd door alles wat hij had gelezen. "Wat als we onze eigen verhalen schrijven?" stelde hij voor aan Elin.
"Ja! We kunnen onze eigen avonturen bedenken," antwoordde Elin enthousiast.
Ze gingen zitten op de oude vloerbedekking van één van de kamers met hun rug tegen elkaar leunend, elk met een vel papier voor zich. Terwijl ze schreven, voelden ze zich alsof ze deel uitmaakten van iets groters dan henzelf; alsof zij ook schrijvers konden zijn zoals degene die ooit in dit huis had gewoond.
De uren verstreken terwijl ze hun fantasieën op papier zetten; verhalen over helden die tegen draken vochten of over ontdekkingsreizigers die nieuwe landen ontdekten. Hun creativiteit kende geen grenzen.
Toen het donker begon te worden, besloten Tijs en Elin dat het tijd was om naar huis te gaan. Ze namen alle notities mee die ze hadden gevonden; niet alleen als herinnering aan hun avontuur maar ook als inspiratie voor hun eigen verhalen.
Terwijl ze langs het strand terugliepen naar hun huizen, keken ze nog één keer achterom naar het oude huis dat hen zoveel had gegeven: niet alleen ontdekkingen maar ook dromen voor morgen.
En zo eindigde hun dag op het eiland vol zonneschijn en creativiteit; zonder geheimen of magie maar gewoon met woorden die hen samenbrachten in een wereld vol mogelijkheden - net zoals elke schrijver dat zou willen hebben gedaan met zijn pen op papier.